Vandaag krijgen 500.000 kinderen onvoldoende onderwijskansen door armoede. Elke leerling heeft zijn eigen startpositie. Toch komen kansarm en kansrijk samen terecht op de schoolbanken. Uit elk kind het allerbeste halen moet de doelstelling zijn van het gehele onderwijs. De realiteit is vaak anders. Kinderen uit gezinnen in armoede hebben meer kans op slechtere schoolresultaten, op zittenblijven, op schoolmoeheid. Hebben ze minder talent? Of moeten ze veel meer afstand afleggen dan kinderen in de binnenbaan? Samen moeten we werk maken van gelijke kansen.