1 september blijft een bijzondere datum voor allen die nauw bij onderwijs betrokken zijn.
Kinderen en jongeren kijken met spanning uit wie hun klasgenoten worden en wie hun leraren. Leraren stappen de klassen binnen met pakken ervaring en expertise of met de frisse blik van een starter, maar allemaal met de intentie om kinderen en jongeren het beste van zichzelf te geven.
Als bestuurder en directeur bent u al even aan de slag om de start van het nieuwe schooljaar grondig voor te bereiden zodat uw team in de best mogelijke omstandigheden kan werken en elke leerling optimaal kan leren. Dat is best een pittige uitdaging in tijden van lerarentekort, van beperkte werkingsmiddelen, stijgende facturen en infrastructurele noden.
“Wie wil er nog directeur worden?” kopte De Standaard een tijdje geleden. U neemt die verantwoordelijkheid dit schooljaar opnieuw of voor het eerst op binnen ons katholiek onderwijs en daar kunnen wij u niet genoeg voor danken.
Onderwijs maakt wel degelijk het verschil. Onderwijs opent toekomst voor elk kind, voor elke jongere en voor onze samenleving als geheel. Naast de vele artikels waarin vooral de problemen in onderwijs belicht worden, beluisterde ik vorige week een korte, maar ontroerende radioreportage van Rudi Vranckx op bezoek in een clandestien klasje in Afghanistan. Twee moedige vrouwen trotseren de Taliban door les te geven aan vijftig jonge meisjes. Ze dromen ervan om later mee te bouwen aan een samenleving waar ook vrouwen tot hun recht komen. Rudi Vranckx eindigde zijn reportage met de woorden: “Hier voel ik: er is hoop, er is toekomst”. Directeur zijn in onderwijs is niet de gemakkelijkste job, maar wel één van de meest boeiende en maatschappelijk relevante, ook bij ons.
Vanuit het vicariaat onderwijs wensen we u en uw schoolteam een goede start van het nieuwe schooljaar! Steeds bereikbaar voor al uw vragen.
Lieve Van Daele, bisschoppelijk gedelegeerde voor onderwijs