Een inspirerende reflectie bij een nieuwe start zonder mondmaskers,
vanuit het Oscar Romerocollege in Dendermonde door leraar en schoolpastor Johan Poppe
Wetenschappelijk is het heel twijfelachtig
dat zoiets als een tweede adem bestaat.
Sporters en topsporters geven weliswaar aan
dat ze soms, na een dipje een enorme boost ervaren.
Ze noemen het een ‘runners high’.
Een haast extatische ervaring van energie, euforie,
vreugde en verbondenheid.
De wetenschap blijft sceptisch,
goochelt met begrippen als endorfines,
teveel lactaat en te weinig glycoceen.
Soms durft eentje het te hebben over wilskracht,
maar dan speelt die natuurlijk met de grenzen van de wetenschap.
Eens je immers het veld van de psyche betreedt
wordt wetenschap heel flou.
En toch wil ik jullie graag daar mee naar toe nemen,
naar die grens tussen wetenschap en psyche,
tussen kennen, weten en verklaren,
voelen, hopen en dromen.
Allemaal, hoe wetenschappelijk we ook zijn
hebben we de voorbije maanden uitgekeken,
gesmacht, getracht en gewenst
dat de tijd er snel zou zijn dat we opnieuw
vrij en onbedekt kunnen ademen.
Niet enkel dat fysieke ongeremde ademen,
waarbij maskers en filters ons niet meer belemmeren,
maar vooral en misschien wel op de eerste plaats
dat we elkaar weer nabij kunnen komen,
aanraken, ondersteunen, strelen en zien.
Opnieuw onbelemmerd in en uit kunnen ademen
schept ruimte in hart en hoofd.
Zuurstof en stikstof komen opnieuw in balans,
de geest waait weer vrij
en we zien elkaar opnieuw van aangezicht tot aangezicht.
We lezen de emoties:
angst, twijfel,
hoop, moed en vreugde,
verbondenheid en extase.
Met deze ervaring, die elk van ons nog nooit zo sterk
aan den lijve heeft ondervonden
mogen we de klas binnenstappen,
jonge mensen openlijk en ‘onbeschermd’ tegemoet treden
met kennis, feiten en zekerheden,
maar hopelijk ook met onze twijfels,
dromen en verwachtingen.
Een tweede adem mag dan wetenschappelijk amper te verklaren zijn,
als we elkaar en de jonge mensen die ons opnieuw worden toevertrouwd
warmhartig nabij komen,
dat noodzakelijke schouderklopje geven,
een milde blik gunnen,
met een glimlach begroeten,
in de ogen durven kijken,
en de emoties van hun aangezicht proberen lezen
dan zal elke wetenschapper moeten bekennen dat er
wonderlijke dingen gebeuren.
Die collega, die jonge mens, onze leerlingen
kunnen herademen.
Vinden hun tweede adem!
Komen tot rust en scheppen weer moed.
Het gebeurde haast 2000 jaar geleden
elke keer wanneer die man van Nazareth
heel mens-nabije dingen deed
als aanraken, nabij-zijn, beluisteren,
bekijken, stil worden, …
Wat toen kon,
kan ook nu:
dat mensen hun tweede adem vinden,
er weer tegenaan durven gaan,
er voor het eerst sinds lang opnieuw tegenaan durven gaan.
En daar kan geen wetenschap iets tegen inbrengen.