75 jaar na de bevrijding van het concentratiekamp van Breendonk en van de Dossinkazerne in Mechelen werden in het Sint-Maarteninstituut te Aalst 2 herdenkingsplaten onthuld.
Meer bepaald op 21/9, toevallig ook de start van de Vlaamse Vredesweek.
Tijdens WO II werden in het toenmalige internaat van de Broeders de Deo immers een aantal Joodse jongens verborgen waardoor ze konden ontsnappen aan de Duitse nazi-bezetter.
Bij de zoektocht naar die namen, beschreven in het boek ‘Tussen ajuin en Jodenster’, kwamen ook nog andere onderduikadressen in Aalst aan het licht.
Leerlingen van 6 EMT 1 en 6 EMT 2 maakten ontwerpen voor de gedenkplaten.
Die voor de Joodse jongens werd onthuld door een leerling uit de eerstes, gevlucht uit Afghanistan.
De tweede gedenkplaat herinnert aan 2 Vlaamse internen die door de Duitse nazi-bezetter werden opgepakt en weggevoerd naar concentratiekampen in het Oosten.
Eén van hen overleefde WO II niet.
De Broeders de Deo werden in de volksmond de Zotte Broeders genoemd omdat ze o.a. geesteszieken verzorgden.
In het begin van de jaren ’80 werd het klooster-internaat door het Sint-Maarteninstituut ingericht als campus voor de eerstejaars.
Naast de geografische link is er echter ook een spirituele link.
Sint-Maarten is namelijk ook de patroonheilige van de vluchtelingen omdat hij meermaals moest gaan lopen voor de ketters die hij wou bekeren of voor de voorstanders van een rijke Roomse kerk en die zagen hem liever gaan dan komen.
De onthulling werd opgeluisterd door Cantala, het meisjeskoor van het SMI, dat o.a. het hebreeuws lied ‘De witte regenboog’ bracht.
Voor 2 Joodse jongens die in WO II in Aalst een veilig onderkomen vonden, was dit een aangrijpend moment.
In het kader van de lessen godsdienst en ‘mens en maatschappij’ zullen de eerstejaars nu kunnen stil staan bij het feit dat zijhier op deze speelplaats vrij zorgeloos kunnen spelen, terwijl 75 jaar geleden
zich hier dramatische feiten afspeelden.
In dit geval gelukkig met een goede afloop die werd mogelijk gemaakt door de moedige inzet van gewone Aalstenaars.
Of zoals bij de herdenking werd gezegd: ‘ik hoop dat deze onthulling geen eindpunt is, maar een eerste hoofdstuk in een vervolgverhaal dat perfect past in het vernieuwde opvoedingsproject van het SMI (burger worden in de geest van Sint-Maarten, mens worden in de geest van Sint-Maarten).
Vrede is immers een werkwoord, en hopelijk worden onze eerstejaars hier dankzij de herdenkingsplaten gestimuleerd om dit onregelmatig –maar sterk- werkwoord makkelijker te vervoegen’.