Een gesprek waarin de een de ander niet verstaat, is een dovemansgesprek. We praten dan naast elkaar. Dat lijkt in het evangelie te gebeuren wanneer Jezus te drinken vraagt aan een vrouw die water komt putten (Johannes 4,5-42). Het is op het heetst van de dag, en wat is er dan beter dan een beker water recht uit de bron? De vrouw is verwonderd dat Jezus, een man, een Jood nog wel, dat vraagt aan haar, een vrouw, een Samaritaanse nog wel, op wie de vrome Jood placht neer te kijken.
In het verder gesprek met de vrouw boort Jezus een diepere laag aan. Het gaat dan niet meer alleen over de dorst van het lichaam, maar over de dorst naar het leven zelf. “Ik kan je levend water geven,” zegt hij. De vrouw begrijpt daar eerst helemaal niets van. Zij denkt nog altijd aan het water uit de put. Maar gaandeweg wordt het misverstand omgezet in begrip van haar kant. Stap voor stap geeft Jezus die Samaritaanse vrouw inzicht in de echte vragen die in haar leven, maar ook in wie het is die voor haar staat: Jezus. Het is de weg van groeien in geloof. Dat gebeurt nooit op een twee drie. Komen tot geloof is een proces dat tijd vraagt, en openheid ervoor. Zoals water pas echt zuiver wordt als het lange tijd doorsijpelt naar de diepste lagen in de aardbodem. Dan pas zal het opborrelen tot water dat gedronken kan worden, water dat onmisbaar is voor het leven. In het gesprek met Jezus mag die vrouw zo ontdekken welke die diepste bron is. Het is Jezus zelf. En het water dat hij te drinken geeft, is het water van het leven, het is de wil doen van God zijn Vader.
Wanneer dat inzicht doorbreekt roept zij uit: “Heer, geef mij van dat levend water!” In het evangelie van Johannes staat deze vrouw model voor iedere mens die op zoek is naar het echte leven, naar de diepste bron. Die bron ligt in de ontmoeting van onszelf met de levende Heer, met Jezus. Hij kan ons helpen ons te bevrijden van de vooroordelen waarmee wij zo vaak naar elkaar toegaan. Hij leert ons in respect voor elkaar het diepste wonder in ieder mens te ontdekken. Hij doet ons oog krijgen voor het verlangen in elke mens om beluisterd, aanvaard en gerespecteerd te worden. Zoals Jezus doet met die vrouw. Hij helpt haar om de bron te ontdekken die de echte dorst in het leven lest. De veertigdagentijd kan ons helpen om die bron ook in onszelf op het spoor te komen en te groeien in verlangen naar geloof.
(jh)