Op een kruispunt van wegen is het soms lastig de juiste richting te vinden. Maar er is tegenwoordig toch de GPS, zul je zeggen, die kan helpen! Akkoord, maar niet voor het soort wegen waar het in het leven om gaat. Daar hebben we andere aanwijzingspunten voor nodig, andere richting aangevers. Mensen die je zeggen of laten aanvoelen: het is die kant uit, dan zit je goed.
Heiligen zijn zo’n mensen. In hen is een spoor opgelicht dat me het vertrouwen geeft: die richting mag ook ik uit. Als ik op die manier kan leven, zit het goed. Misschien zal dat dwars staan op alles waar het in de wereld om draait: geld, genot, je eigen goesting doen ongehinderd door de mensen om je heen. Daarvan voelen we aan: dat is niet de goede richting. Dat is niet de wereld die we wensen voor onszelf of onze kinderen.
Zalig die de juiste weg kiest
Laten we ons dan liever inspireren door de richtingaanwijzers die Jezus ons geeft in het evangelie dat gewoonlijk op Allerheiligen gelezen wordt: de zaligsprekingen. Telkens noemt hij daar mensen zalig die door een of andere kwaliteit van leven de juiste richting naar God aanwijzen.
Zij zijn niet vol van zichzelf, maar staan arm van geest voor God, willen Hem een plaats in hun leven geven.
Zij zijn mild en barmhartig.
Zij zijn zuiver van hart en zachtmoedig.
Zij zijn vredevol en bekommerd om de gerechtigheid.
Zij stellen hun hoop op God, maar zijn zelf niet vies om hun handen uit te steken aan wat de wereld kan verbeteren en mooier maken.
Zalig zijn zij, zegt Jezus, dat wil zeggen: op de goede weg.
Heiligen ver weg en dichtbij
Vandaag zijn we dankbaar voor mensen die ons op die weg zijn voorgegaan. In hen straalt iets van Gods heiligheid af, iets van zijn helende, genezende, troostende nabijheid. Ze dragen grote namen: Franciscus, Theresia, Romero… Maar er zijn er nog veel meer die naamloos gebleven zijn. De ontelbare moeders en vaders die het beste van zichzelf gegeven hebben, de mensen die gedeeld hebben van hun zorg en vriendschap voor ons. Ze blijven ons eeuwig toelachen vanuit Gods aanschijn. Ze moedigen ons aan niet op te geven, maar verder de richting uit te gaan die leidt naar verbondenheid met God en met elkaar. Ze zijn met oneindig velen, ‘een menigte die niemand tellen kan’, zegt het Boek van de Openbaring. Maar voor God blijven ze bestaan, en daarom willen wij ze dankbaar blijven gedenken.