Hemelvaart, het blijft een vreemd verhaal voor onze tijd. Een verhaal dat ons in beeld- en geloofstaal vertelt wat eigenlijk niet voor te stellen is: Jezus leeft voorgoed bij de Vader, bij God.
Het valt in dat verhaal over Jezus’ hemelvaart op dat er helemaal geen sfeer van rouw of afscheid bij de leerlingen is. Dat is vaak wel het geval wanneer iemand voorgoed van ons weggaat. Het is eerder het tegendeel. Nu gaat het pas echt beginnen! Wat tot dan toe beperkt bleef tot dat kleine gebied rond Jeruzalem moet heel de wereld rond. “Jullie zullen van mij getuigen, in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot het uiteinde van de aarde.” Wij zelf zijn nu die leerlingen. Wijzelf zijn het die van Jezus de opdracht krijgen om zijn boodschap van Gods liefde handen en voeten te geven: “Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend.”
En alsof de leerlingen het nog niet begrepen zouden hebben, zeggen de twee mannen in witte gewaden:
“Wat staan jullie toch naar de hemel te staren?” Niet naar de hemel maar naar de aarde moeten we kijken. De wereld waarin we leven vraagt om onze aandacht. Ons christen zijn is niet eerst en vooral gericht op het hierna, maar op het hiernu. Hier en nu wil het evangelie van Jezus verder geschreven worden.
Het mag ons daarbij tot kracht en vertrouwen strekken dat de Heer zelf ons bijstaat in deze zending. Het is niet alleen ons werk, maar ook zijn werk. Het evangelie van Marcus eindigt met deze woorden: “Zij trokken er op uit om overal de blijde boodschap uit te dragen, terwijl de Heer meewerkte en het woord kracht bijzette door de tekenen die het vergezelden.” Wij kunnen onze samenleving maar bezielen, als wijzelf van de Heer vervuld zijn en proberen te doen wat hij gedaan heeft: getuigen van Gods eindeloze goedheid en liefde voor de mensen. Dat is niet gemakkelijk, het is vaak roeien tegen de stroom in, en ook vechten tegen ons eigen ongeduld in. Maar ook al voelen we ons daarvoor niet altijd sterk genoeg, we mogen hopen dat de Heer ons zal helpen en bijstaan. Hij is het die alles tot voltooiing zal brengen en zijn Rijk zal vestigen. Nooit gaan wij alleen. Hij werkt in ons en gaat met ons mee.
