“Meester, wij willen u iets vragen. (…) Laat ons in uw koninkrijk vlak naast u zitten, de een rechts, de ander links van u.” (…) Toen de andere leerlingen dit hoorden, werden ze boos op Jakobus en Johannes. (Marcus 10,35-45)
Wat maakt een mens soms boos? Als in het verkeer weer iemand zich niets van de andere weggebruikers aantrekt? Boos maakt het soms ook als we zien hoe lijden of onrecht onschuldige mensen treft. Of hoe een nabij iemand uit ons midden gerukt wordt …
In het evangelie van zondag maken ook de leerlingen van Jezus zich boos. Ze zijn boos omdat twee van hen zich bij Jezus van een goede plaats willen verzekeren. Of zijn ze misschien boos om het antwoord van Jezus dat hij niet in staat zal zijn hun te geven waar zij aanspraak menen op te maken? Zijn ze boos omdat hij duidelijk maakt dat zijn weg geen weg van glorie zal zijn? Dat het integendeel een weg is die lijden en verzet zal oproepen? Veel dus dat meespeelt in de boosheid van de leerlingen. Een boosheid die we ook wel bij onszelf herkennen als we moeite hebben met het geloof, als dat niet oplevert wat we ervan verhoopten … Dat frustreert en ergert ons dan.
Jezus onze bondgenoot
Laat het duidelijk zijn dat lijden ook voor Jezus een reden is om zich machteloos bij te voelen. Ook hem maakt het lijden van mensen kwaad. En zelf zoekt hij het lijden niet, hij verheerlijkt het niet, hij eist het ook niet om zijn volgeling te kunnen zijn. Het vooruitzicht op zijn mogelijke lijden boezemt Jezus juist angst in. Hij zal zelfs zijn Vader smeken om de beker van het lijden aan hem voorbij te laten gaan. In het verzet tegen het lijden, in onze boosheid en ons onbegrip erom, vinden we in Jezus een bondgenoot. Zijn eigen lijden beschouwt hij als het gevolg van zijn keuze om de weg te gaan die hij wil gaan. Zo zijn er ook andere mensen, vroeger en nu, die hun stem blijven verheffen tegen onrecht en despoten, zelfs als ze met de dood worden bedreigd. Maar daarom zwijgen ze niet. Ook Jezus zal uiteindelijk berusten in de overgave aan die keuze, in zijn trouw aan de boodschap die hij van God aan de wereld wil brengen.
Geen roem, maar dienstbaarheid
Het evangelie van zondag leert ons eveneens dat Jezus geen ereplaats op een troon zocht. Hem navolgen is geen kwestie van uitblinken in dit of dat. Gelovig in het leven staan is geen kwestie van een vlekkeloos parcours afleggen. Vallen, mislukken, twijfel horen daar juist wel bij. Wie zich laat raken door de noden van mensen om hem heen, die laat de vragen toe: waarom? Die maakt zich terecht boos. Maar het is een boosheid die solidair maakt en tot engagement leidt. Wie boos is om het lijden, gaat juist ook aan de kant van de noodlijdende staan. Voor die weg kiest Jezus. Het is geen weg van eer of roem. Het is weg van de dienaar, de slaaf van allen. Het is geen gemakkelijke keuze. En soms gaat er een flinke dosis boosheid aan vooraf. Zo boos zijn, mag.
(jh)