Wie ooit slachtoffer is geweest van geweld en onrecht, weet wat het betekent om geen verweer te hebben, niet gehoord te worden, van anderen af te hangen omdat je het alleen niet meer aankunt. Onrecht ervaren we allen wel op een of andere wijze: je slachtoffer weten van roekeloze bestuurders in het verkeer, of van de druk die het leven op onze schouders legt om te presteren, of van het geweld van oorlog waar met mensenlevens en de waardigheid ervan geen rekening wordt gehouden.
Heel die genadeloze realiteit wordt opgeroepen in het verhaal van de eerste lezing zoals we die zondag (19 oktober) in de liturgie te horen krijgen (Exodus 17,8-13). Amalek is een koning die geen genade heeft voor wie zwak is. Onverwachts valt hij het vluchtende volk aan in de rug. Ze zijn nog maar net de slavernij in Egypte ontvlucht of daar rijst weer de twijfel op: is God wel in ons midden, neemt Hij het voor ons op of niet?
Gelukkig heeft Mozes goede medewerkers die hem steunen in zijn inzet en gebed voor het volk. Het is mooi te lezen hoe ze zijn armen ondersteunen en hem zo helpen zich tot God te richten. Het zou een beeld kunnen zijn voor allen die het opnemen voor anderen, zoals mantelzorgers, zorgverleners, mensen die geestelijke bijstand bieden. Want beiden zijn nodig: mensen die daadwerkelijk hulp verlenen, maar ook mensen die helpen de ogen gericht te houden naar boven. Zoals Mozes die bidt, terwijl Aäron en Chur zijn armen ondersteunen. Gebed en inzet horen samen, en de kracht ervan zit in het samengaan ervan. De handen in elkaar slaan – inzet - is nodig, maar ook de handen verheffen naar omhoog – gebed -, weten dat niet alles in onze handen ligt, dat we ons vertrouwen mogen stellen op een God die zich met ons verbindt ook in onze nood en ons lijden. Onze armen niet laten zakken bij alles waar we samen voor staan: zowel onze eigen bekommernissen, als de grotere problemen die ons samenleven uit elkaar dreigen te spelen.
Het verhaal van Amalek maar ook dat van de weduwe in de gelijkenis die Jezus vertelt (Lucas 18,1-8), mag ons bemoedigen: zij laat niet af haar stem te verheffen. Altijd zijn er mensen die in verzet gaan, die erop vertrouwen dat hun inzet niet tevergeefs is en die ons zo aanmoedigen en ondersteunen om niet op te geven.
Jos Houthuys