Soms heb je van die dagen waarbij je aan het eind van de dag niet weet wat je ‘s morgens gedaan hebt, zoveel dat je bezighoudt en om aandacht vraagt. Zondag horen we in het evangelie over zo’n dag uit het leven van Jezus (Marcus 1,29-39). Het begint al van ’s morgens als hij naar de synagoge gaat. De schoonmoeder van Petrus is ziek en ze vragen hem haar te genezen. Daarna houdt het niet meer op, van alle kanten brengt men mensen naar hem die ziek zijn of in de greep van een kwade geest. Jezus, de activist, zou je hierbij kunnen denken. Maar hij verschijnt hier ook als iemand die ongelooflijk veel goed doet. Waar haalt hij die kracht vandaan, vragen we ons af.
Zoeken naar een bron
Het vervolg van het evangelie maakt het ons duidelijk. Jezus staat vroeg, nog diep in de nacht op, om ergens op een eenzame plaats te gaan bidden. In het gebed vindt hij de kracht en de inspiratie om mensen reddend nabij te zijn. Maar ook dan laat men hem niet met rust. “Iedereen zoekt u,” zeggen zijn leerlingen en halen hem weer naar de waan van de dag. Iedereen zoekt u … Zoeken ook wij naar hem? Het is een vraag. Wij komen samen om liturgie te vieren, en dat is fijn, dat is aanmoedigend voor zovele anderen die zoeken naar een bron, een plaats om weer bij zichzelf te komen. We kunnen bezig zijn en blijven, en achteraf niet weten voor wie of waarom. Vele kleine en grote zorgen smeken om onze aandacht. Voor ouders zijn dat hun kinderen. Of er zijn verwachtingen die mensen in ons stellen. Dat stress en burn-out ziektes van onze tijd zijn, verwondert niet. Waar vinden wij de rust, de kracht om staande te blijven? Waar is de bron die ook onze dorst zal lessen?
Verbondenheid met God
Het geheim van Jezus lag in zijn verbondenheid met de God van liefde. Die komt hij biddend op het spoor. In het gebed ligt de kracht die hem altijd verder doet gaan, die hem goedheid doet uitstralen, mensen hoop en uitzicht geven. Ze behoedt hem ook voor zelfoverschatting, ze verhindert hem zichzelf in het centrum te plaatsen. Als de mensen Jezus voor zich willen vasthouden om zijn wonderen, gaat hij verder, elders, waar ook noden zijn. Want het is Gods goedheid die hem drijft en die als een stroom doorheen de dorpen van de wereld wil gaan. Laten ook wij ons door die stroom van liefde aangrijpen, ons er door laten genezen van al wat op ons drukt, zodat wij op onze beurt vrij worden voor hen die ons nodig hebben. En dat Jezus ons hierin mag voorgaan.
(jh)