Als de zon van de partij is en het is warm, is het drummen geblazen aan de ingang van het Domein van Huizingen. Iedereen wil zo vlug mogelijk binnen geraken om de koelte onder de bomen op te zoeken. Of om voor de kinderen een plaatsje in het plonsbad te veroveren. Maar het naar binnen gaan gebeurt één voor één, daar kijkt de parkwachter op toe.
“Zullen we wel binnen geraken?” is ook de vraag van een wat ongerust iemand aan Jezus in het evangelie van zondag (Lucas 13,22-30). “Heer, zijn het er weinig die gered worden, die binnen mogen in uw Koninkrijk?” Jezus antwoordt niet met een direct ja of neen op de vraag. Het is niet aan hem om daarover te beslissen. Wat God met ons voorheeft, ligt in Gods handen, en daar ligt het goed. Hij speelt de vraag rechtstreeks terug aan wie ze stelt. Het hangt af van je eigen inzet, van de keuzes die je maakt in je leven.
Jezus gebruikt daarbij het beeld van de deur. Die is smal. Die is niet gemaakt om er met velen tegelijk door te kunnen. Een beetje zoals de ingang van de Geboortekerk in Bethlehem. Dat is een grote kerk met maar één heel kleine toegangsdeur, laag en smal. Je kan er maar één voor één door naar binnen, en de groten moeten zich ook nog eens flink bukken. Kleinmaken, zou ik zeggen. Zo stelt Jezus het ook voor: in Gods Koninkrijk geraak je niet binnen met de grote hoop. Je kan je niet verschuilen achter een ander en mee naar binnen glippen. Het gaat één voor één, het hangt af van wat je zelf wilt. Het is een persoonlijke keuze.
Het beeld van de smalle deur doet ook denken aan de manier waarop we ter wereld gekomen zijn. Toen zijn we ook door een nauwe gang heen moeten gaan. Dat kostte veel inspanning voor moeder en kind. Ter wereld komen gaat niet vanzelf, het vraagt moeite, het kost geboortepijn. En ook daarna, op onze verdere levensweg, komen we soms in van die smalle, benauwende stukken momenten in het leven die moeite vragen om er doorheen te geraken. Opgroeien, vaardigheden leren, je plaats vinden te midden van de andere mensen. Het vraagt inspanning. Keuzes maken.
Jezus reikt ons wel een sleutel aan die helpt om de nauwe deur door te gaan. Dat is het doen van gerechtigheid. Dat zal de norm zijn: wat heb je gedaan voor de minsten van de mijnen? Brood gegeven aan wie honger heeft, warmte geboden aan wie eenzaam is, steun aan wie ziek is? Er is niets anders om ons laten op voor te staan: wat hebben we gedaan voor anderen? Zo kan het gebeuren dat eersten soms laatsten, en laatsten eersten zullen zijn. Het is dus een heel ongewone file die voor Gods deur staat. Maar waar we staan en of we binnen geraken, daar kunnen we wel iets aan doen. In die zin mag deze aansporing ook echt Blijde Boodschap betekenen.
Jos Houthuys