Wanneer zat je voor het laatst aan een bruiloftsmaal? Zoveel gelegenheden zijn er niet. Mensen vieren hun samenzijn als koppel tegenwoordig op heel verscheiden manieren. En dat hoeft niet altijd met een feestmaaltijd in de ouwe stijl te zijn, met veel sier en zwier. Je zou er soms aan twijfelen dat mensen nog huwen. Gelukkig herinnert het evangelie over de bruiloft van Kana (Johannes 2,1-11) ons er aan dat bruiloften weldegelijk bestaan. We horen het volgende zondag in de liturgie. Bruiloften waren er ook al in Jezus’ tijd!
Het gaat er wel over een heel bijzondere bruiloft. Fijn zeg, denken we misschien, ik wou dat ik er bij was. Wijn die niet opraakt, de feestvreugde kan niet op ... Laten we ons niet van de wijs brengen door al die wijn. Het is een verhaal met een dubbele bodem, zoals zo vaak in de Bijbel. Het zit vol symboliek. Paassymboliek, wel te verstaan.
Om te beginnen speelt de bruiloft zich af op ‘de derde dag’. Dat is geen louter tijdsgegeven. Wat op de derde dag gebeurt in de Bijbel, heeft een diepere betekenis. De ‘derde dag’ wijst op een nieuw begin. Zoals Pasen dat is, en Pasen was toch op de derde dag. Welk is hier dat nieuw begin? Jezus maakt een begin met de tekenen die openbaren wie hij is. Dit verhaal van de bruiloft van Kana is een eerste teken, het is een wegwijzer naar Jezus, wie hij voor ons is en zijn zal. Hij zelf is de bruidegom met wie wij ons mogen verbinden.
Wie dat teken het best begrijpt in het verhaal is Maria. Zij wordt door de evangelist heel sober ‘de moeder van Jezus’ genoemd. Tekenend is haar zorg dat het feest zal mislukken nu de wijn op is. Haar gevoeligheid voor die nood mag ook de onze zijn. Zij zoekt naar een oplossing. Die bestaat erin te verwijzen naar haar zoon. Ook al loopt de communicatie nogal stroef. “Vrouw, is dat soms uw zaak?” Maar dat ligt aan de schrijver van dit verhaal: Johannes wil zeggen dat Jezus’ uur nog niet gekomen is. Het uur van Jezus is het moment waarop ten volle duidelijk wordt wie hij is. Dat gebeurt pas onder het kruis. Pas op het kruis zal blijken dat zelfs de dood geen einde stelt aan Gods trouw.
Zover is het nog niet. Johannes bouwt zijn verhaal geleidelijk op, zoals een goede verteller doet. Bij dit eerste teken verklapt hij al dat er overvloed is waar Jezus komt. Overvloed aan liefde en gegeven zijn, overvloed aan vreugde - de zes kruiken wijn staan er symbool voor. Jezus’ leven betekent vreugde, ook en juist voor hen van wie het leven waterachtig is geworden, kleurloos en vreugdeloos. En hij nodigt ons uit om zelf bij te dragen tot een leven dat anderen vervulling kan geven. Zodat het ook onze zaak is. De zaak van Jezus is de onze. Elke inzet, elke gave waarmee wij dat doen, is van tel. Aan dat feest mogen dus volop mee bijdragen.
Jos Houthuys