Respect ?
Hoe staan wij tegenover mensen die ons geloof niet delen? Proberen wij dan toch in respect met hen om te gaan? We kunnen de vraag ook stellen vanuit het perspectief van hen die ons geloof niét delen. Hoe gaan zij om met mensen die geloven? Kunnen zij daar respect voor opbrengen? Of vinden ze het allemaal maar uitvindsels, en in het slechtste geval belachelijk? Wie in zijn omgeving (familie, vriendenkring of ander milieu) uitkomt voor zijn gelovig zijn, zal ervaren dat dit vaak niet gemakkelijk is, dat je je er als het ware moet voor verdedigen of verontschuldigen.
Sadduceeën
In Jezus’ tijd was er een groepering, een kleine selecte club van mensen die zichzelf erg belangrijk vonden en die meeheulden met de Romeinse bezetter. Dat waren de Sadduceeën, een soort priesterkaste, met een eigen geloofsopvatting. Dat Jezus niet in hun gratie lag, horen we zondag in het evangelie (Lucas 20,27-38). Het geloof in de verrijzenis vinden ze maar niets. Ze leggen Jezus een bizarre kwestie voor met de bedoeling het verrijzenisgeloof belachelijk te maken. Een weduwe die zevenmaal een man gehad heeft, van wie is die de vrouw bij de verrijzenis? Ik hoor het in onze tijd al in een of ander tv-praatprogramma op dezelfde absurde manier klinken, om het geloof belachelijk te maken. Daarmee scoor je vandaag altijd, zeker in de media.
Jezus
Terwijl wij onze stekels zouden opzetten, laat Jezus zich niet voor de gek houden. Hij valt evenmin uit tegen zijn tegenstanders. Hij stelt integendeel helder voor waar het in het verrijzenisgeloof om gaat. Ten eerste beklemtoont hij de radicale andersheid van het leven na de dood. Die andere wereld overstijgt elke menselijke voorstelling. Ten tweede getuigt hij ervan hoe hij die andere wereld ziet: het gaat in het leven na dit leven om een wereld van levenden. God is een God van levenden. Hoe we ons dat concreet moeten voorstellen, is niet het allerbelangrijkste. Geloven in de verrijzenis betekent er durven op vertrouwen dat God ons niet in de steek laat, ook niet in de diepste afscheiding die de dood is.
God laat de mens niet los
Geloven in de verrijzenis is zelfs voor christengelovigen allerminst evident. Je hoort dat af en toe. Voor mezelf is dat een balanceren tussen hoop en onzekerheid. Zelf wil ik toch graag dit voor waarheid aannemen: mijn lieve doden, allen die ik gekend heb in deze wereld en die iets voor mij betekenden, zij ‘leven’ in de zin dat ik hen dichtbij God weet, de God tot wie ze misschien zo vaak gebeden hebben of er hun hoop op gesteld. Die God laat hen niet los. Dat geloof is mij dierbaar.
(jh)