Bij een sterfgeval onlangs in de familie kwamen familieleden die elkaar al lange tijd niet meer gezien hadden, weer in gesprek met elkaar. Herinneringen werden naar bovengehaald, banden hernieuwd of bevestigd. Dat is wat het sterven van iemand kan doen: mensen weer verbinden met elkaar. En dat begint soms al bij het ziekbed, in het zicht van het afscheid. Mensen zoeken dan steun bij elkaar en verbinden zich.
We zien het ook gebeuren in de evangeliescène rond het kruis van Jezus die we lezen zondag (23 november) op het feest van Christus Koning (Lucas 23,35-43). Hoewel de omstandigheden van Jezus’ sterven gruwelijk zijn - ze doen ons denken aan de wreedheden die heden ten dage begaan worden in Darfour (Soedan) en nog op andere plaatsen in de wereld waar strijd woedt - worden er woorden van verbinding gesproken. Jezus vraagt bij zijn Vader om vergiffenis voor wie hem terechtstellen, ‘want ze weten niet wat ze doen’. En de ene misdadiger die zich aan hem toevertrouwt, verzekert hij van een toekomst bij God. Jezus doet op die manier tot op het laatste wat hij altijd gedaan heeft: mensen niet afschrijven maar verbinden met elkaar.
Ook waar mensen samenkomen om Jezus te gedenken in viering en gebed komt verbinding tot stand. We voelen ons verbonden door hem wiens naam betekent: ‘God redt’. Ja, dat is wat de naam van Jezus betekent: ‘God redt’, en niet: ‘de mens redt zichzelf’. Tot drie keer toe krijgt de stervende Jezus het te horen: red uzelf. Het doet denken aan de drievoudige verleiding door de duivel aan het begin van Jezus’ optreden: je kunt jezelf redden als je valt voor mij, dat wil zeggen voor de roem van bezit, macht, en prestatie. We denken vaak dat we het zullen redden als we maar grootse daden verrichten, desnoods door over anderen heen te lopen. Maar dat is een leugen, weet Jezus. Het is verleidelijk, maar onwaar, te denken dat een mens op die manier zichzelf zou kunnen redden. Het goede nieuws dat Jezus brengt, is dat bevrijding verzekerd is te midden van onze menselijke broosheid. Omdat God een God is van vergeving, van verzoening, van verbinding. Een God van het verbond, zo horen we in de eerste lezing uit het tweede boek Samuël (2Samuël 5,1-3). Op Hem mogen wij ons vertrouwen stellen, Hem onze zwakheid toevertrouwen, maar ook en vooral ons verlangen om zo koninklijk te zijn als Jezus dat was. Laten we hem op het feest van Christus Koning dus huldigen en eren als de Koning van ons bestaan.
Jos Houthuys