Op de lenteontmoeting van onze federatie op 19 maart in Alsemberg sprak Eric Mattheeuws, adjunct van de Waals-Brabantse hulpbisschop, de aanwezigen vanuit de Franstalige gemeenschappen van Drogenbos, Linkebeek en Rode toe.
Na de tekst van Marc Van Tente (zie ander artikel) volgt hier, licht ingekort, ook zijn inleiding.
Een dorpsfontein
Het uitgangspunt van deze conferentie is het verhaal over de ontmoeting van Jezus met de Samaritaanse vrouw bij de bron van Sichar (Johannes 4). Na enkele misverstanden in het gesprek volgt de vraag van de vrouw naar ‘levend water’. Zij zal het ook krijgen – het is Jezus zelf – en naar haar dorp terugkeren met de uitnodiging om te komen zien naar hem die zij gevonden heeft en die de Messias is. Heel het dorp gaat er heen en op hun beurt schenken zij geloof aan hem. Jezus wordt voor hen diegene die de mensen verzamelt en de dorst lest.
Paus Johannes XXIII zei dat de Kerk een dorpsfontein is. Dit verhaal is er een voorbeeld van.
Een levende gemeenschap voor onze tijd
Het is de roeping van een parochie een levende gemeenschap te zijn, een dorpsfontein. Een plaats waar een gesprek met Jezus kan, waar men levend water kan proeven (in liturgie, gebed en catechese). Een plaats die men verlaat om andere mensen aan te spreken: “Kom zien.” Een plaats waar mensen samenkomen, waar tot God gebeden wordt, waar iedereen gevoed wordt. Maar is dit nog mogelijk in onze veranderde samenleving?
Met de godsdienstsociologen moeten we het ‘einde van de christenheid’ vaststellen. Niet het einde van het christengeloof, maar het einde van een tijdperk (begonnen in de 4de eeuw) waar de christelijke godsdienst, de cultuur en de samenleving samenvielen. Deze toestand bestaat niet meer. Dat is op zich noch positief, noch negatief. Het samenvallen van christenheid en samenleving is gebeurd om historische en politieke redenen: het was niet zo in het begin van de Kerk, het is ook niet nodig voor het geloof. Dat maakt dat de veranderingen zeer groot zijn en diepgaand. De heilige Geest dwingt ons om dit te verstaan als een uitdaging en een kans om te grijpen.
Tijdens zijn conferentie in Brussel op 16 november 2016 zei kardinaal De Kesel het als volgt: “De crisis kan een kairos worden, een beslissend moment. We moeten niemand beschuldigen. Het zijn de cultuur en de samenleving die fundamenteel veranderd zijn. De situatie en de voorwaarden waarin de Kerk haar missionaire taak kan uitoefenen zijn niet meer dezelfde zoals in het verleden. Zij moet het verleden achterlaten en op weg gaan naar een toekomst die nog onbekend is. Vandaar een gevoel van onzekerheid, van crisis.”
De missionaire omvorming van de Kerk
In zijn apostolische exhortatie Evangelii gaudium nodigt paus Franciscus de Kerk uit om niet zozeer naar zichzelf te kijken maar vooral bekommerd te zijn om de wereld graag te zien zoals Christus dat deed.
“Laten wij naar buiten treden om aan allen het leven van Jezus Christus te bieden. Ik herhaal hier aan de Kerk wat ik vaak gezegd heb aan priesters en leken in Buenos Aires. Ik verkies een gehavende Kerk, gekneusd en vuil omdat ze de straat is opgegaan, eerder dan een Kerk die ziek is omdat ze in zichzelf zit opgesloten, gehecht aan het comfort van haar eigen zekerheden. Ik hou niet van een Kerk die in het middelpunt wil staan en die uiteindelijk de gevangene wordt van een kluwen van bepalingen en procedures. Als iets ons een heilige onrust en wakker geweten moet blijven bezorgen, dan is het dat zovele broeders en zusters zonder de kracht, het licht en de troost van de vriendschap met Jezus Christus leven, zonder een geloofsgemeenschap die hen opneemt, zonder een horizon die zin en leven geeft.” (nummer 49)
De weg van het geloof gaan
Ik geef enkele concrete voorbeelden die mij persoonlijk geholpen hebben om de weg te gaan die Jezus’ liefde en vriendschap voor de mensen zichtbaar maakt.
Sinds enige tijd vragen wij aan de ouders te helpen in de catechese voor de kinderen. Als zij daarop ingaan is het niet omdat wij hen vragen ons ‘te helpen’, maar wel omdat wij hen de kans willen geven iets mee te maken met hun kinderen. En dat is het wat zij verlangen.
Een tweede voorbeeld. Wij organiseerden een conferentie met veel informatie en er kwam weinig volk op af. Maar toen wij een pelgrimstocht van een hele dag organiseerden (en het regende!) waren er wel 150 deelnemers. Waarom? Misschien omdat mensen eerder een ervaring zoeken dan woorden.
Om de weg van het geloof te gaan dienen we volgende stappen te zetten.
Vertrekken vanuit Christus
Hij is de bron die onze dorst lest, nooit moe worden van de band die ons één maakt met hem, bewust van deze rijkdom.
Vertrekken vanuit de mensen
Wie ontmoeten wij? Welke zijn de verlangens van hen die we ontmoeten? Hoe kunnen we Christus aanwezig stellen? In zijn boek ‘De tweede verkondiging’ stelt Enzo Biemmi voor de belangrijkste momenten van het leven van de mensen te kennen: geboorte, ouderschap, opvoeding, relaties, liefde, engagement, werk, cultuur, crisis, broosheid, rouw.
Vertrekken vanuit onszelf
Welke zijn onze krachten, onze actuele inzetten. Wat doen wij goed? Welke zijn onze dromen (en ook de dromen van God) die we willen verwezenlijken? Dit zet ons aan nieuwe vragen te stellen: zijn er belangrijke zaken die wij niet meer alleen kunnen uitvoeren? Die wij het best met meerderen zouden aanpakken? En welke nieuwe vragen kunnen wij beantwoorden samen met anderen? Nergens staat er geschreven dat Jezus die ons in de wereld zendt overeenkomt met de huidige parochies, de een van de andere gescheiden. Integendeel, Jezus’ Geest is een geest van eenheid. Wanneer onze armoede en de nieuwe situatie ons dwingt samen te komen om nieuwe vrucht te dragen, dan gaan we niet achteruit maar vooruit met het Evangelie.
Wie zijn ‘wij’
Het leven van de gemeenschap berust op enkelen, en wij moeten hen daarvoor danken. Het gevaar bestaat hierin dat we deze kring te klein laten worden. Het blijft nodig andere mensen met nieuwe ervaringen en inzichten aan te spreken. Die dienst zijn we Christus’ gemeenschap verschuldigd om vooruit te geraken.
Eric Mattheeuws (Vertaald door Pierre Behets)