INHOUD
Geschiedenis van de parochie De Hoek
122 jaar Sint-Ceciliakoor in De Hoek
Muziek in Sint-Barbara De Hoek
*************************************************************************************************************
Ontstaan van de parochíe
Gezien de relatief grote afstand tot de dorpskom en de aangroei van de bevolking met de daarmee gepaard gaande ruimtelijke expansie van de wijk De Hoek, werd aan de wens en nood voor een eigen parochie in deze wijk tegemoetgekomen en verklaarde de gemeenteraad op 4 april 1900 hiertegen geen bezwaar te hebben. De stichtende pastoor liet de kerk en de pastorij bouwen op een perceel grond rechtover de Schoolstraat en geschonken door de familie van Keerberghen. Deze gift geschiedde onder voorwaarde van een jaargetijde voor de ouders van de schenkers. De parochie, door het aartsbisdom toegewijd aan Sint-Barbara, startte officieel in 1901.
1900-1913: Frans Van Overstraeten
Frans Van Overstraeten, geboren te Mechelen in 1871, was de stichtende pastoor. Hij was vier jaar onderpastoor geweest in Linkebeek. De oprichting van de parochie werd in De Hoek bejubeld en nog voor de kerk er stond had de aangewezen pastoor al een koor gesticht. In 1913 werd Frans Van Overstraeten tot pastoor benoemd in Weerde.
1913-1950: Adriaan Mies
Pastoor Mies had een heel apart karakter: nu eens bijzonder populair dan weer erg dictatoriaal. Hij was zeer eigenzinnig hetgeen hij ook onafgebroken liet blijken. Hij wilde de baas zijn in zijn kerk en deed de mis op zijn eigen manier. Pastoor Mies deinsde er niet voor terug om van aan het altaar zijn zangers het zwijgen op te leggen. Gedroegen ze zich niet zoals hij vond dat het hoorde, dan joeg hij ze van het doksaal naar beneden.
Volgend verhaal werd nog lang na zijn vertrek verteld in de parochie. Pastoor Mies onderbrak zijn mis om zelf met de schaal en bijhorende nieuwsgierigheid rond te gaan. Een parochiaan, die met pastoor Mies "woorden had gehad" en een broeksknoop in de schaal had gelegd, kreeg een klein halfuurtje later diezelfde knoop op de communiebank op zijn tong gelegd. Toen de parochiaan verontwaardigd reageerde met de zin: "Ik kan dit niet inslikken", zei pastoor Mies doodbedaard; "En ik kan het niet uitgeven".
Hij lanceerde in 1932 "Het Klokske van De Hoek", een eigen parochieblad. Het was een gestencilde uitgave van één bladzijde met de kerkelijke diensten en een vleugje plaatselijk nieuws. Hij weigerde halsstarrig dat ‘zijn’ parochieblad zou opgaan in het grotere geheel van de uitgaven van Averbode. Hij verzorgde zijn kerk zeer ernstig: in 1936 liet hij een nieuwe doopvont met afsluiting plaatsen en in 1937-1938 een nieuwe kruisweg in gedreven koper. In 1938 werd pastoor Mies gevierd voor zijn 25-jarige aanwezigheid in De Hoek. Hij kreeg een nieuwe predikstoel gemaakt van Congolees hout. Naar aanleiding van die viering en dat geschenk schonk pastoor Mies aan elk gezin van zijn parochie een fles wijn. Nog steeds ter gelegenheid van die viering werd in De Hoek de eerste Vlaamse Kermis van Rode georganiseerd ten voordele van de missionarissen van De Hoek. Het hele feest eindigde tragisch omdat door een vroegtijdige ontploffing van een vuurwerkgranaat een jongetje dodelijk aan het hoofd werd gekwetst.
De Hoek leefde enorm op, kende naast een vernieuwde start van het toneel, ook allerhande volkse vieringen, de stichting van de voetbalploeg en de bloei van de kaatsploeg. Dat élan werd gebroken door de Tweede Wereldoorlog.
Op 18 juni 1950 werd het gouden priesterjubileum van pastoor Mies luisterrijk gevierd met onder andere een receptie in het klooster van De Hoek, het eerste publieke optreden van de pas opgerichte Sint-Genesiusturngroep en een openluchtopvoering door het ‘Nieuw Vlaams Toneel’. Hij bleef nog tot december 1950 in de Sint-Barbaraparochie en ging dan op rust bij de Eerwaarde Zusters in het klooster in De Hoek. Hij overleed op 14 juli 1965, op 89-jarige leeftijd.
1950-1970: Marcel Pastuer
Marcel Pastuer werd de derde pastoor van De Hoek. Hij was van Franstalige, goede afkomst en zou zich hier nooit echt thuis voelen. Hij werd ingehaald op zondag 17 december 1950. Die dag was er een echte sneeuwstorm en de sneeuw lag tot 20 cm dik. Toch werd hij geestdriftig ingehaald met een grote stoet. Onder pastoor Pastuer werd in 1953 de parochiezaal gebouwd, achter de kerk. In 1954 werd een V.V.K.S.-groep opgericht. In de jaren 60 kende De Hoek opnieuw een enorme expansie met inwijking van Franstaligen en buitenlanders. Alhoewel pastoor Pastuer steeds Fransgezind was gebleven, trachtte hij via een politiek van gematigdheid incidenten te voorkomen, die hierdoor echter veeleer uitgelokt werden. Bijvoorbeeld een leeuwenvlag in de processie kon volgens hem niet. In 1965 en 1966 waren de botsingen legio. Alhoewel de preek zelf steeds in het Nederlands werd gehouden, werden de mededeling van de diensten in de kerk steeds in de twee talen gedaan. Ook in 1965 verbood pastoor Pastuer dat vrouwen op het doksaal zouden plaatsnemen om de mis muzikaal op te luisteren. In mei 1970 ging Marcel Pastuer op rust en verbleef in Wemrnel.
1970-1975: Julien Rombouts
Julien Rombouts, werd op 28 juni 1970 de vierde pastoor in De Hoek. De bestaande meningsverschillen werden ter gelegenheid een tijdje bevroren maar eigenlijk niet opgelost. De parochie leefde heel bescheiden. De zusterschool ging fel achteruit en was zelfs bijna helemaal verdwenen. De parochieraad, het zaalcomité en het oudercomité hebben toen de zaken in leven gehouden en het noodzakelijke gered. Pastoor Rombouts verliet de parochie in mei I975 en werd pastoor in Klein-Willebroek.
1975-1995: Jozef Wybouw
Jozef Wybouw werd eind 1975 de vijfde pastoor van Sint-Barbara. De Hoek ging meteen vieren: in 1975 het 75-jarig bestaan van het Sint-Ceciliakoor en in 1976 het 75-jarig bestaan van de parochie én het zilveren priesterjubileum van pastoor Wybouw. De festiviteiten vonden plaats op 4 en 5 september. Monseigneur Schoenmaeckers droeg een plechtige dankmis op. Hij zegende het nieuw marmeren altaar in, het vernieuwde tabernakel en een nieuw kruis. De hele parochie had bijgedragen in het kleden van het nieuwe altaar. De Hoek kende een tijdelijke opbloei. In 1979 kwam er een K.A.V.-afdeling tot stand met 200 leden. Ook werd de kerk herschilderd en het dak geïsoleerd. Jozef Wybouw begon te sukkelen met zijn gezondheid en verliet de parochie in maart 1995 om zich te vestigen in Londerzeel.
1995-2011: Jan Baert
Jan Baert werd op 29 april 1995 officieel ingehuldigd als zesde pastoor van de Sint-Barbaraparochie. Wegens een nijpend priestertekort werd hem echter, naast Sint-Elisabeth en Sint-Barbara, in 1998 de zorg toevertrouwd over een derde parochie, namelijk Sint-Lambertus te Beersel. Pastoor Baert brengt liturgische vernieuwing: o.a. stemmingsmuziek bij de vieringen, aangepaste teksten, een nieuwe aanpak van de catechese. Tevens is hij de stuwende kracht achter een aantal verfraaiingen in en aan het kerkgebouw. Pastoor Baert voerde opnieuw de Sint-Hubertusviering in en met groot succes organiseert hij ook Lourdesbedevaarten en reizen naar Israël, Italië en Griekenland voor zijn parochianen. In 2011 is er een verdere reorganisatie en deelt Jan Baert eind juni mee dat er geen priester meer zal voorgaan in de parochie Sint-Barbara. Het Sint-Ceciliakoor en het team van lectoren besliste om met gebedsvieringen verder te gaan in De Hoek.
2011-2022: Gebedsvieringen
Het team van lectoren bestaande uit Agnes, Carmen, Lieve, Marie-Hyacinthe, Mark, Steven en Véronique zorgen 11 jaar lang voor gebedsdiensten die met de bijdrage van het Sint-Ceciliakoor zeer verzorgd en sfeervol zijn. Het trouwe publiek wordt zoals overal in Vlaanderen kleiner en na de COVID-onderbreking is het aantal gelovigen dikwijls kleiner dan ze bij de start als minimum vooropgesteld hadden. Daarom beslisten de lectoren en het koor, met pijn in het hart, om er op zaterdag 25 juni 2022 na 11 jaar een punt achter te zetten.
Laatste wekelijkse gebedsviering op 25 juni 2022 om 18 uur.
Samen met de lectoren en het koor hebben wij steeds getracht elke week, met steeds nieuwe teksten, een mooie en (waar mogelijk) eigentijdse invulling te geven aan onze gebedsvieringen. Door het steeds dalende aantal gelovigen dat in onze vieringen aanwezig is, beslisten we, tijdens een vergadering waarop iedereen aanwezig was die iets met de organisatie van de erediensten te maken heeft, dat het beter was om te stoppen.
De laatste viering heeft plaats op zaterdag 25 juni 2022 om 18 u. De kerk blijft evenwel beschikbaar voor uitvaarten en huwelijken.
Graag een oprecht woordje van dank aan allen die zich de voorbije 11 jaar met hart en ziel hebben ingezet om van onze vieringen echte pareltjes te maken. Allen hartelijk dank!
Jan Decuypere
Deze bijdrage over de geschiedenis van de de parochie De Hoek is gebaseerd op teksten uit de brochure ‘De Hoek 1900-2000’.
TERUG
************************************************************************************************************
Met het stoppen van de gebedsvieringen in De Hoek komt er na 122 jaar ook een einde aan het bestaan van het Koninklijk Sint-Ceciliakoor, één van de oudste verenigingen van Rode.
Sinds 1900
In de originele statuten staat dat op 18 november 1900 het Sint-Ceciliakoor werd opgericht met als doel ‘de kerkelijke plechtigheden opluisteren door muziek en zang dat ze zelf aanleert en uitvoert'. De Sint-Barbarakerk kwam er een goed jaar later. Het koor overleefde de moeilijke beginjaren evenals de Eerste Wereldoorlog. Koster Winnelinckx speelde een grote rol bij de uitbouw van het koor. Hij zocht de betere stemmen bij de eerste en plechtige communicantjes uit.
Moeilijke relatie met pastoor Pastuer
Tussen de twee wereldoorlogen bracht het koor twee- en driestemmige liederen met een bezetting van ongeveer 12 man en onder leiding van verscheidene dirigenten. Met pastoor Pastuer waren er incidenten aan de lopende band. Men heeft zelfs een paar zondagen met 2 koren de hoogmis gezongen. ‘Saintcecile’ op het oksaal en de ‘JeÍkes’ (toneelkring Acta St Jozef) beneden. In mei 1954 liet pastoor Pastuer volgend bericht in het ‘Klokske’ verschijnen: “Als pastoor neem ik de gelegenheid te baat, wat ik sinds meer dan 3 jaar op het hart heb, om te besluiten dat het Sint-Ceciliakoor in zijn tegenwoordige staat is ontbonden.” Het koor richtte een schrijven tot het bisdom om ‘enige uitleg en raad’. De strubbelingen bleven verder gaan.
Na koster Winnelinckx
In 1958, na 54 jaar het ambt van koster te hebben uitgeoefend, nam Victor Winnelinckx ontslag en werd als koster niet vervangen. Noël Beke werd bereid gevonden om als organist in te springen voorlopig voor één maand ... die duurde tot in 1996! De volgende jaren waren voor het koor een dieptepunt. Rond 1964 bestond het koor nog uit 2 man: Noël Beke, zanger-organist, en Jacques Mosselmans, zanger. Beiden verzorgden evengoed de eerste als de hoogmis en Noël speelde en zong ook nog het Lof.
Vernieuwing na 1967
Stilaan kwamen de oude koorleden terug. In 1967 bij de liturgische vernieuwing werd door Noël Beke een gemengd koor opgericht. Bij een eerste poging in 1965 liet pastoor Pastuer geen vrouwen toe op het oksaal om te zingen. In mei 1970 ging pastoor Pastuer op rust en werd opgevolgd door pastoor Rombouts die tijdens zijn doorgang (hij bleef maar 5 jaar) de gemoederen tot rust deed komen. In 1970 werd Piet Oscé dirigent en met hem boden zich nieuwe, vooral jeugdige stemmen aan. In 1974 werd Etienne De Keyser voorzitter. Samen met Piet Oscé werd op het gebied ‘gemengd koor’ heel wat gerealiseerd. Het koorblad ‘Ko-Si-Ce-Ko’ werd uitgegeven met als redacteuren Etienne De Keyser en Lieve Neuckermans, tevens ontwerpster van het logo.
Bloei onder pastoor Wybouw
Op 2 mei 1975 ontving het koor de toelating tot het dragen van de titel ‘Koninklijk’. Deze titel werd in november 1975 met een dankmis opgeluisterd door het koor en het Sint-Genesiuskoor met solisten Lieve Neuckermans en Piet Oscé en als organist Raymond Pieters. In deze periode werden ‘drie koningen zangwedstrijden’ gehouden waarbij heel wat mooi uitgedoste Koningen zingend door de straten van de parochie trokken.
Bij de aanstelling van pastoor Wybouw in 1975 klikte het onmiddellijk tussen pastoor en koor, wat men op de parochie niet gewoon was. In 1976 luisterde het koor het zilveren priesterjubileum van pastoor Wybouw en het 75 jarig bestaan van de parochie op. In 1978 nam Etienne De Keyser ontslag als voorzitter en werd opgevolgd door Freddy Weets. Piet Oscé nam ook ontslag als koorleider en dirigent en werd achtereenvolgens opgevolgd door Francis Van Rossum, Bernadette De Becker uiteindelijk door Noël Beke. Nu Noël de dirigeerstok had opgenomen stelde de begeleiding een probleem. Nadine Hendrickx nam de handschoen op en samen met Noël kwamen er nieuwe initiatieven zoals concerten en deelname aan de koorwedstrijden van de provincie Brabant
Concerten
Eind de jaren 70 zorgde het koor voor een stunt door samen met een bandje de Sint-Ceciliaviering op te luisteren. Elektrische gitaren en drums weergalmden in de kerk. Het had zoveel bijval bij zowel de koorleden als kerkgangers dat er ook groter gedacht werd. Met een samenwerking tussen Freddy Weets (toen voorzitter) en Freddy De Spiegeleer (dirigent Gognio Brass) hadden we, onder leiding van Noël Beke met Nadine Hendrickx aan de vleugelpiano, hoogtepunten met onze verschillende Lenteconcerten tussen 1981 en 1988. Hierin sterk gesteund door Pastoor Jos Wybouw die veel van muziek hield en zijn koor op handen droeg, maar als kenner ook bemerkingen had als er valse noten klonken. Uiteindelijk was het Peter Van Roy die de eucharistie op het orgel ging begeleiden.
100 jaar in 2000
Met pastoor Baert vanaf 1995 kwamen er nieuwe gebeds- en zangboeken en begon de samenzang in de kerk. In 1997 ging Noël Beke op rust en werd als koorleider opgevolgd door Freddy Weets De viering van 100 jaar koor en parochie in 2000 was een voltreffer. Het koor bracht ‘de Kyriale in D’ van Marc Van den Broeck. Er waren ook tegenslagen. Na het overlijden van dirigent Freddy Weets ging het koor door zonder dirigent. Ook verloor het koor enkele trouwe koorleden. Naar de Sint-Ceciliaviering werd elk jaar met plezier toegeleefd, met na de viering het jaarlijks etentje met een gezellig samenzijn. Maar ze lieten de moed niet zakken en hebben met Peter nog verschillende nieuwe liedjes geleerd, met o.a. een heel gospel repertoire.
Trouw tot het einde
Nu bestaat het koor uit 7 leden: Peter Van Roy aan het orgel, Ludo De Becker (voorzitter/bas), Freddy Claeys (tenor), Anne Weets (alt), Hilda Wauters, Cecile Verswalm en Johanna Ghesquiere (sopranen). Volgend jaar zou Anne 50 jaar in het koor gezongen hebben. Zij was er als kind al bij op de viering van 75 jaar en had graag haar jubilee gevierd samen met het koor en de parochianen. Alle leden hebben trouwens ondertussen al een mooie staat van dienst met hun wekelijks engagement voor het opluisteren van de vieringen.
Zaterdag 25 juni 2022 sluit het koor in schoonheid af. Maar de afspraak is gemaakt om Sint-Cecilia samen te blijven vieren met een jaarlijks weerzien met etentje.
Jan Decuypere
TERUG
************************************************************************************************************
Goede akoestiek voor muziek
Het Sint-Ceciliakoor luisterde sinds het ontstaan van de parochie in 1900 de vieringen op. In de jaren 1970 en ’80 verzorgden zij een vijftal lenteconcerten in samenwerking met Gognio Brass en pianiste Nadine Hendrickx. Later organiseerde Davidsfonds Rode nog verschillende concerten met de koren Capella Nova, onder leiding van Marleen Reynders, en Florilegium. De zangers en muzikanten prezen telkens de goede akoestiek van de Sint-Barbarakerk.
Het orgel van Jean-Paul De Greef
In 2015 was Jean-Paul De Greef op zoek naar een geschikte plaats voor een groot orgel met houten orgelpijpen. De kerkfabriek stemde toe voor de bouw in de Sint-Barbarakerk. Hij bouwde de basis bij hem thuis en vanaf maart 2016 bouwde hij het verder op in de kerk. Op zondag 12 november 2017 was het eindelijk zo ver: het orgel werd ingespeeld. Jean-Paul was gepassioneerd door orgels met houten pijpen en bouwde er al enkele ( o.a. in de Don Boscokerk in Buizingen). Het was zijn wens om al zijn kennis samen te brengen in dit nieuwe orgel. Het is een imposant orgel geworden met 820 pijpen. Iedere pijp moet meerdere malen afgesteld worden totdat voor de orgelbouwer een volledige pijpenreeks ontstaat die hem voldoening geeft. In dit orgel staan 14 reeksen, gaande van 8’-voets pijpen (grootste is 2,60 m lang) tot de kleinsten die bijna 1/16’ van een voet lang zijn (12 mm) in verschillende klankkleuren. Eén van de reeksen is de mixtuur die voor iedere toon hier 3 pijpen in koor laat klinken: bij houten orgelpijpen is dit een zwaar probleem, omdat de klanksterkte van houten pijpen moeilijker te regelen is dan bij metalen pijpen.
Jean-Paul was heel fier over het resultaat, maar bleef zijn orgel perfectioneren. Niet onbelangrijk is de zeer gunstige nagalmtijd van de Sint-Barbarakerk waardoor de versterking van de klank bijna optimaal is. In 2018 en 2019 volgden nog enkele concerten. Jean-Paul De Greef overleed in september 2020 na een verkeersongeval.
Er zit muziek in de toekomst
De kerk wordt ook regelmatig gebruikt als repetitieruimte voor koren en voor concerten. Het is de bedoeling om deze kerk, waar nog huwelijken en begrafenissen kunnen doorgaan, als een centrum voor muziek te gebruiken.
TERUG