Of we er veel van hebben of juist niet, met geld moeten we allen omgaan. De vraag is hoe. En of we er slaaf van zijn, of hoe het juist een middel kan zijn om er solidariteit mee tot stand te brengen, dat horen we in de Schriftlezingen van volgende zondag (21 september, 25ste zondag door het jaar C).
Beginnen we bij de profeet Amos die in de eerste lezing aan het woord komt (Amos 8,4-7). Time is money, luidt het devies van de rijke handelaren in zijn tijd. De sabbat, de dag die juist dient om te gedenken dat de Heer de enige ware rentmeester is van de schepping, kan niet snel genoeg voorbij zijn om hun waren met zoveel mogelijk winst te verkopen, zelfs met bedrog. Mens en schepping worden hier herleid tot koopwaar. De kritiek van Amos blijft brandend actueel in een tijd die nog steeds mensenhandel kent en waar de strijd nooit ophoudt voor zuivere lucht en schoon drinkwater, voor duurzame en betaalbare energie en een land waar je thuis mag zijn.
Ook Jezus in het evangelie (Lucas 16,1-8) confronteert ons met onrechtvaardig rentmeesterschap. Een man die het bezit van zijn heer verkwist, wordt ter verantwoording geroepen. Om zijn hachje te redden gaat hij over tot een sluw plan. Hij scheldt de schulden kwijt van de schuldenaars van zijn meester. Dat is noch min noch meer valsheid in geschrifte. Hier hapert even ons verstand. Keurt Jezus dat onrechtvaardig gedrag goed? Neen, wat hij prijst is de creativiteit die de rentmeester aan de dag ligt. Mochten de kinderen van het licht maar even inventief zijn in het doen van het goede, hoor je Jezus denken.
Maar er is meer. Als Jezus een parabel vertelt, wil hij iets duidelijk maken over hoe het er aan toe gaat in Gods Rijk. Daar is het helemaal anders. Daar wordt niet gerekend in termen van schuld. Daar horen we hoe de ene mens de ander zijn schulden kwijtscheldt. Daar is alleen maar sprake van overvloed aan vergeving, aan nieuwe kansen, leven en toekomst.
Dan wordt dit evangelie ongelooflijk goed nieuws voor ons. Want niemand van ons staat helemaal zonder schuld tegenover een ander, laat staan tegenover God, de Schepper van alles. Als kwijtschelding mogelijk is, dan is er ook plaats voor leven in overvloed. Utopie, kun je denken? Als ik zie en hoor hoe mensen soms onverwacht heel genadig met elkaar omgaan, zich belangeloos inzetten, goed doen, dan zijn er in deze wereld toch nog vele kinderen van het licht met en voor elkaar bezig. Dan is de droom van Gods Rijk niet zo’n utopie als we soms denken.
Jos Houthuys