Welke wereld ?
Tweemaal spreekt Jezus in het evangelie van zondag over ‘de wereld’ (Johannes 14,15-21). Tweemaal is dat in negatieve zin: “De wereld is niet ontvankelijk voor de Geest van de waarheid,” en: “Nog een korte tijd en de wereld zal mij niet meer zien.” Dat kan ons verwonderen, want in deze wereld leven we toch en willen we ons christenzijn beleven. Moeten we ons dan maar uit die wereld terugtrekken en hem laten voor wat hij is?
Anderzijds beschrijft Jezus de wereld waarvan hij droomt als een wereld die God liefheeft en die zijn geboden onderhoudt. Voor zo’n wereld bidt Jezus, en hij hoopt dat de Geest van God zijn leerlingen gevoelig zal maken voor zo’n wereld.
In welke wereld willen wij leven? Natuurlijk in een wereld die leeft naar het hart van God, zullen wij antwoorden. Een wereld waarin niet macht en eigenbelang heersen, maar waarin mensen omzien naar elkaar, naar de zwaksten het eerst, zoals Jezus het ons voordeed. Voor zo’n wereld willen wij zeker kiezen.
Een wereld van wij en zij ?
Maar toch zit er een gevaar in zo’n manier van denken. Het is het gevaar dat we een opsplitsing maken tussen de wereld van de goeden en die van de kwaden, tussen hen die Godgelovig zijn en de ongelovigen, tussen bokken en schapen, zondaars en rechtvaardigen, en ga zo maar door. Het is de wereld van ‘wij’ en ‘zij’. De wereld zoals despoten die graag opdelen. In zo’n wereld zijn de kampen duidelijk en weet je voor wie te kiezen.
Eén wereld
Die opsplitsing wil Jezus niet maken. Hij wil geen wereld van ‘wij’ en’ zij’. Wij leven allen in dezelfde wereld, en het is in die wereld dat hij ons uitnodigt om die om te vormen naar de wereld waarin Gods Geest heerst. Dat is geen aparte wereld, los van deze waarin we leven. Het is hier en nu, in onze huidige situatie, dat Gods Geest ons wil vernieuwen en ons dichter bij elkaar wil brengen. Gods wereld en de onze worden dan één wereld, ze doordringen elkaar. In die wereld nemen wij alles ernstig wat menselijk is en dus beperkt en onaf, en stellen wij ons tegelijk open voor de kracht van Gods liefde die alles ten goede wil omvormen. Het mag ons helpen te geloven in het zoveel ongekende goede dat er hier en nu tussen mensen al gebeurt.
(jh)