In de liturgie gaat het snel. Nauwelijks is het kind Jezus geboren en zijn de Wijzen uit het Oosten achter de kim verdwenen, of zondag staat in het evangelie reeds dezelfde Jezus als een volwassen man aan de Jordaan. Hij vraagt aan Johannes om gedoopt te worden (Matteüs 3,13-17). Dat kan ons verwonderen. Zou het niet eerder andersom moeten zijn: Jezus die Johannes doopt? Maar neen, Jezus gaat mee in de rij van mensen staan om zich te laten dopen. Zo is duidelijk dat hij een van ons is, onze mensen-broeder. Maar zelf geeft Jezus een andere reden aan: “Zo hoort het om alles wat vastgesteld is te volbrengen.” Alles wat in de Schriften over de verwachte Redder geschreven staat, zal in hem tot vervulling komen. Zo ziet Jezus zijn zending: alle hoop en verwachting waar maken die het gelovige Joodse volk gedurende eeuwen koesterde. Hij zal degene zijn die niet roept, die niet schreeuwt en op straat zijn stem niet verheft. Hij zal het geknakte riet niet breken en de smeulende vlaspit niet doven (Jesaja 42,1-4.6-7).
Wat een zware zending neemt Jezus hier op zijn schouders, bijna niet te verwezenlijken door een mens. Maar Jezus staat er niet alleen voor: de Geest van God zal op hem rusten. Die Geest weegt niet zwaar, ze is als een duif die zacht en licht met haar vleugels gespreid over hem neerdaalt. Gods liefde verplettert niet een mens. Ze behoedt en beschermt, ze omvat je in een liefdevolle omhelzing. Uit die liefde zal Jezus de kracht putten om zijn zending te volbrengen. Als je weet dat je graag gezien bent, geeft je dat ook de kracht om door te zetten en vol te houden.
Het is zoals een kind dat bij zijn geboorte een naam krijgt. Maar al vlug noemen mama en papa het niet alleen bij die naam, maar geven ook koosnaampjes: mijn zoeteke, mijn hartje, mijn schatteke … Zo hebben onze ouders dat met ons gedaan en zo deden we het misschien ook bij onze kinderen. Het zijn namen van liefde, en gelukkig is het kind en de mens die die liefde mag voelen. Het zal hem helpen om op te groeien tot iemand die zelf anderen graag ziet en weet te beminnen. En als je zo’n klein kind ziet, dan besef je als volwassen mens pas goed wat dit kind nog allemaal zal moeten leren om zijn weg te vinden in een wereld die altijd ingewikkelder wordt. Een zending waar op dat moment haast niet over te kijken valt. Maar het zal daarin geholpen worden als het zacht en geleidelijk aan mee opgenomen wordt in de groeiende liefde die het ondervindt van anderen. Of om het in de woorden van het evangelie te zeggen: Gods Geest daalt ook over dit kind, zacht en licht, en zal het behoeden en mee op weg nemen. Mogen we dat in de komende dagen van het jaar ook voor ons zelf meer en meer ontdekken en gewaar worden.
Jos Houthuys