Het is iets van alle tijden, mensen die instaan voor ons dagelijks eten moeten vaak hard werken en dat in soms moeilijke omstandigheden. Vissers op zee, boeren op het land, fruitplukkers … Hier en over de gehele wereld. Petrus en zijn maten kunnen ervan meespreken (Lucas 5,1-11). Gezwoegd hebben ze op het meer, en nog niets gevangen.
In zulke omstandigheden is elke raad goud waard. Ga maar eens terug het water op, zegt Jezus, maar vaar nu naar het diepe. Een timmermanszoon die dat beveelt aan een beroepsvisser. Was de toestand niet zo dramatisch, je zou er kunnen om lachen. Maar Petrus gehoorzaamt. Wanneer een mens ten einde raad is, grijpt hij elk houvast aan. Met resultaat hier! De vangst is ontzagwekkend. Het verhaal bevestigt daarmee wat we overal in het evangelie zien: waar Jezus komt, is er overvloed. Hij is iemand die je tegemoetkomt in je miserie, die zich er door laat raken en overvloed schenkt, overvloed van leven, overvloed van vreugde.
Maar hij koppelt daar ook een verwachting aan. Als jij mag delen in overvloed, laat daar dan ook anderen in delen. Gooi desnoods daartoe je leven om, zoals Petrus z’n boot naar het diepe had gekeerd. Ga voor een leven voor iedereen. Of zie althans waar je voor een ander iets kunt betekenen. Word een visser van mensen, iemand die mensen opvangt en ze niet laat spartelen.
We zien op tv soms beelden van golven van solidariteit na een of andere ramp. Bij de overstromingen van drie jaar geleden in de Vesdervallei trokken veel mensen, ook vanuit Vlaanderen, naar ginds om mensen uit hun huis te bevrijden of van een dak te evacueren. Anderen gingen helpen opruimen of brachten hulpgoederen. We zagen het ook gebeuren in Italië na de grote stortregens van vorig najaar die hele dorpen en stadjes in modderpoelen herschiepen. Er is altijd allemaal veel over te zeggen, maar als er nood is, telt alleen een reddende hand. We zouden het onszelf niet anders toewensen.
Dacht Jezus daaraan toen hij Petrus en zijn maten de opdracht gaf om voortaan vissers van mensen te worden? Misschien wel, want zelf zou hij zijn leven breken als brood en vreugdedrank voor anderen zijn. Wat telt is, is dat God jou en mij nodig heeft om zijn belofte van overvloed aan leven waar te helpen maken. Vrees niet, zegt Hij ons, ook al voel je je klein, je kunt het, mijn genade is je genoeg.
Jos Houthuys