Een tochtgenoot hebben in het leven, we ervaren het als een kostbaar iets. Dat kan iemand zijn met wie we het leven delen (partner, man of vrouw). Of iemand die in moeilijke tijden dichtbij ons komt staan, een arm om ons heen slaat, luistert naar ons verhaal en ons zo helpt om weer verder te kunnen.
Tochtgenoot
Het evangelie van de derde paaszondag (Lucas 24,13-35.) brengt er ons een diepmenselijk verhaal over. Op de weg van Jeruzalem naar Emmaüs ontpopt een nobele onbekende zich tot een ware tochtgenoot van twee Jezusleerlingen die na zijn kruisdood ontmoedigd terug naar huis keren. Hij luistert. En legt uit. Hoe Jezus de weg moest gaan die hij gegaan is, een weg van trouwe, consequente liefde. Het hart van de leerlingen gaat ervan branden. Er ontstaat een echte en hechte verbondenheid tussen hen, zodat ze hem uitnodigen aan tafel. Want het wordt al avond en in het donker laat je niemand zomaar alleen verder gaan. Hun ogen gaan plots echt open als hij het brood neemt, de zegen erover uitspreekt, het breekt en het uitdeelt. Hoe vaak had hij dat niet met hen gedaan? Nu herkennen ze dat het Jezus zelf is. Ze horen het hem opnieuw zeggen: “Doe dit tot mijn gedachtenis”, en :”Waar twee of drie samen zijn in mijn naam, daar ben ik in hun midden.” De Heer, hij laat hen niet alleen in hun vertwijfeling. En ze haasten zich terug naar Jeruzalem, naar de gemeenschap van hun zusters en broeders.
Teruggaan naar Jeruzalem
Er zijn veel schilderijen gemaakt van Emmaüs. Je ziet hoe Jezus het brood breekt voor de beide leerlingen. Een intiem, ingetogen tafereel. Met drie aan tafel in een broederlijk-zusterlijk liefdevol samenzijn (want de ene mag wel Kleopas heten, de andere, niet bij naam genoemde leerling kan best een vrouw zijn). Maar het terug gaan van de Emmaüsgangers naar Jeruzalem hoort er helemaal bij. Verrijzenisgeloof sluit je niet op in een knus onder ons zijn. Het vraagt om ervan te delen met anderen en om het om te zetten in daden die vreugde en bevrijding brengen aan anderen. Zoals Jezus het gedaan heeft. Zoals we het soms bij andere mensen zien dichtbij ons. In alle eenvoud hun leven brekend en delen met anderen. Zij zijn ware tochtgenoten. Zij nemen ons mee op weg naar leven, ja, naar leven in God.
(jh)