De Goede Herder
‘De Goede Herder’, een parabel met veel vraagtekens. Jezus is de ‘Goede Herder’. Dat is duidelijk. Ook wie de schapen zijn. Maar wij willen geen makke kuddedieren zijn die hun herder zonder nadenken, blind of slaafs volgen. Wij willen onze eigen weg gaan…
En wie zijn de ‘huurlingen’? En wie is de wolf die de schapen bedreigt? Wat bedoelt Jezus met ‘andere schapen buiten de schaapsstal? Hij wil één kudde maken. Is dat alle godsdiensten één maken? De Goede Herder kent zijn schapen. Wat is ‘kennen’?
Het beeld van de herder is duidelijk. Een herder zorgt voor zijn schapen; hij leeft voor hen; hij zorgt voor hen. Hij leidt ze naar grazige weiden, naar menswaardig en gelukkig samenleven. Hij kent ze allemaal en ieder afzonderlijk. Is er eentje ziek of verwond, hij verzorgt het. Wie verdwaald is, gaat hij zoeken; het zwakke neemt hij op zijn schouders. Met andere woorden hij houdt van hen, van ieder individueel. Hen ‘kennen’ is: zich inzetten, zorg dragen, bezorgd zijn. Het wordt dan ook wederkerig. Door die liefdevolle zorg ontstaat er verbondenheid. De schapen voelen zich veilig in zijn gezelschap. Een bron van vertrouwen en vertrouwensvolle overgave. Huurlingen doen dat allemaal niet. Zij beloven wel grazige weiden maar zorgen er niet voor. Die gaan op de loop als er gevaar dreigt.
Roepingenzondag
Eén kudde betekent niet dat allen hun eigenheid moeten opgeven. Ze voelen zich wel thuis bij de goede herder die voor hen zorg draagt en die voor hen een bron van inspiratie is, die hen de goede richting aanwijst. Ze voelen zich verbonden met de anderen maar mogen hun eigen weg gaan als ze maar de goede richting uitgaan.
Op ‘roepingenzondag’ worden wij allen geroepen om goede herders te zijn voor elkaar maar ook voor hen die niet tot onze geloofsgemeenschap behoren. Een hele opgave, niet evident in een maatschappij die terughoudend is ten overstaan van wie ‘vreemd’ is. Vreemdelingen zijn door velen niet geliefd.
Roepingenzondag wordt vaak gereduceerd tot religieuze roepingen, tot klooster- en priesterroepingen. Die zijn ook nodig in onze huidige kerksituatie. Er is nood aan jongeren en volwassenen, leken en religieuzen, die zorg dragen voor een warme, dienstbare geloofsgemeenschap om samen de weg te gaan van de Dienaar bij uitstek. In dienst van alle medeburgers Gods liefde voelbaar maken in onze relaties met medemensen is een pastorale opdracht voor wie zich christen noemen. In parochies zonder residerende priester wordt steeds meer voelbaar hoe nodig en belangrijk het is dat ‘herders’ ter plaatse – mensen van goede wil en christelijk-gelovig geïnspireerd – het heft in handen nemen om hun gemeenschap leiding en inhoud te geven. Ook bij ons is dat intussen meer en meer duidelijk. ‘Bidden om roepingen’ is ook daar actief voor ijveren en in dat proces meestappen.
(lh)