Het kerkwijdingsfeest van de Lateraanse basiliek wordt beschouwd als een Christusfeest en heeft voorrang op de liturgie van de gewone zondag. Als 9 november dus op een zondag valt, vieren we in de liturgie dit feest!
Op 9 november viert de Kerk vanouds het feest van de wijding van de hoofdkerk van het bisdom Rome, de basiliek van Sint-Jan van Lateranen. Het is de kerk van de paus, die eerst en vooral bisschop van Rome is, en in die zin als het ware de moederkerk van alle kerken ter wereld. Het mag ons doen beseffen dat elke plaatselijke gemeenschap, ook de onze, deel is van een wereldkerk. We zijn geen eiland op zich, we zijn met velen verbonden.
Bij het woordje ‘kerk’ denken we spontaan ook aan het stenen gebouw. Dikwijls zijn dat mooie monumenten, met historische waarde en ook waarde voor mensen die er de belangrijke momenten van hun leven gevierd hebben. Een kerkgebouw laat dus niemand onverschillig, het is een merkpunt in het leven van mensen.
Toch gaat het bij het woordje ‘kerk’ om meer dan de gebouwen. Het gaat nooit om de steen alleen. Paulus brengt ons in de eerste lezing van de liturgie op 9 november op het juiste spoor als hij zegt: “Jullie zelf zijn de kerk, het lichaam des Heren.” Wij zijn samen, als volk van God, Gods bouwwerk. God hoort bij ons en wij horen bij Hem. In het oude Israël werd dat verbeeld door de tent waarin de stenen tafelen van het verbond bewaard werden. God hoort bij zijn volk, en ging het volk verder dan werd de tent meegedragen. Tot er in Jeruzalem door koning Salomo een grote stenen tempel gebouwd werd, als het ware de allereerste kerk, teken van God die bij ons hoort en wij bij Hem. Maar keert het volk zich van God af, dan staat die tempel er voor niets. Daar hadden de profeten al vaak voor gewaarschuwd.
In het evangelie van zondag 9 november (Johannes 2,13-22) horen we hoe Jezus te keer gaat tegen de misbruiken die hij in en rond de tempel ziet. Het is een handelshuis geworden, een plaats van waar macht over het volk wordt uitgeoefend en mensen kleingehouden worden. Dat misbruik raakt Jezus diep, want ook voor hem heeft deze tempel een belangrijke plaats. Zozeer zelfs, dat hij er zich mee vergelijkt, hij is het zelf, al die stenen en zuilen. Als hij zegt: “Breek deze tempel af, en in drie dagen zal ik hem doen herrijzen,” dan spreekt hij over zichzelf en over wat er met hem zal gebeuren: hij zal lijden en sterven, zijn lichaam zal afgebroken worden, maar na drie dagen zal God hem doen opstaan uit de dood en zal hij verrijzen.
Dit feest wijst ons in feite naar iedere mens als de tempel waarin Gods Geest woont. Dat maakt elke mens zo heilig, zo kostbaar voor ons. Allen samen zijn wij de levende stenen waarmee God zijn huis op aarde wil bouwen, ‘huis dat een levend lichaam wordt als wij er binnengaan om recht voor God te staan’ (uit het lied ‘Zomaar een dak’ van Huub Oosterhuis).
Jos Houthuys
 
Zomaar een dak
Geen lied dat beter past bij het feest van Kerkwijding dan het lied ‘Zomaar een dak’ van Huub Oosterhuis. Het zit vol betekenis over wat ons als gelovige gemeenschap verbindt. 
Zomaar een dak boven wat hoofden,
deur die naar stilte openstaat.
Muren van huid, ramen als ogen,
speurend naar hoop en dageraad.
Huis dat een levend lichaam wordt
als wij er binnengaan
om recht voor God te staan.
 
Woorden van ver, vallende sterren,
vonken verleden, hier gezaaid.
Namen voor Hem, dromen, signalen
diep uit de wereld aangewaaid.
Monden van aarde horen en zien,
onthouden, spreken voort
Gods vrij en lichtend woord.
 
Tafel van Een, brood om te weten
dat wij elkaar gegeven zijn.
Wonder van God, mensen in vrede,
oud en vergeten, nieuw geheim.
Breken en delen, zijn wat niet kan,
doen wat ondenkbaar is,
dood en verrijzenis.
Huub Oosterhuis