Feest van ons allen
Het feest van de Tenhemelopneming van Maria dat we op 15 augustus vieren, kunnen we ook zien als een feest van onszelf. Wat Maria ten deel valt, valt ook ons ten deel. De belofte aan haar gedaan, geldt ook voor ons. Het is zoals haar nicht Elisabeth haar begroet: “Jij bent de gezegende onder alle vrouwen.” Maria is gezegend met het oog op ons allen. In Maria zijn wij allen Gods gezegenden.
Ja zeggen zoals Maria
Dat begint al bij Maria’s bijzondere zwangerschap. Die is een geschenk van God. Élke zwangerschap is een geschenk van het leven. Maar de zwangerschap van Maria is een bijzonder geschenk, omdat ze een belofte van toekomst inhoudt die ons door God zelf gegeven wordt. In die toekomst mogen ook wij delen. Alles hangt af van het antwoord dat wij geven. Als wij ja zeggen zoals Maria, zeggen wij ja tegen de toekomst van God. Dan geven wij die toekomst een kans, door mensen te laten delen in de vreugde van een God die ook naar hen omkijkt en zich hun lot aantrekt.
Delen in Gods belofte van toekomst
Wie ja zegt zoals Maria, mag ook delen in de genade die zij gevonden heeft in Gods ogen. Met haar zijn wij geroepen en uitverkoren om de toekomst te ontvangen die aan God behoort. Geen beter beeld van die toekomst dan een kind dat geboren wordt. Elk kind dat geboren wordt, is reden tot hoop en geloof. Het kind dat Maria ter wereld zal brengen, is dat nog meer. In haar kind mogen wij onze redding verhopen. Het is Gods genade, die zichtbaar en tastbaar voor ons aan het licht komt.
Delen in Gods hemel
Wie ja zegt zoals Maria, mag ook delen in de vreugde van het feest dat we vieren om haar tenhemelopneming. Wat betekent het als we zeggen dat Maria ten hemel opgenomen is? Het betekent dat Maria volop mag delen in het geluk om thuis te horen bij God. Hemel is God, in de hemel zijn is bij God zijn, opgenomen in zijn liefde. In die liefde mogen ook wij ons welkom en thuis weten. Niemand is daar van uitgesloten. Het volstaat ja te zeggen, hier en nu waar we leven, en daar kan de hemel beginnen, Gods liefde die ons helemaal wil omvatten. Misschien zullen wij dan wegen moeten gaan, die niet altijd onze eigen keuze zijn. Het is niet altijd duidelijk wat van ons verwacht wordt, hoe wij er kunnen zijn voor anderen. Ook Maria is wegen gegaan die zorg en tranen hebben meegebracht - je zult maar zo’n zoon hebben als zij gehad heeft. Toch zei ze ‘ja’, heeft zij zich gewaagd op de weg van de overgave aan Gods droom. Laten ook wij met haar die weg gaan, de weg die voert naar elkaar, ten hemel, naar God.
(jh)