“Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten?” (Marcus 10,2-16). Het is een delicate vraag waarmee de tegenstanders van Jezus tot bij hem komen. Het is een píjnlijke vraag. Tot in onze tijd. Bijna één op de twee gesloten huwelijken loopt uit op een scheiding. En laten we het er over eens zijn: het is niet de bedoeling van twee mensen die huwen, om daarna te scheiden. Scheiding is altijd pijnlijk. Of zoals het spreekwoord zegt: scheiden doet lijden. Voor het koppel in kwestie, voor hun kinderen, hun omgeving.
Volwaardig
Het is niet de bedoeling dat een relatie breekt. Dat is dan ook precies wat Jezus zijn tegenstanders duidelijk probeert te maken. Zij schermen met Mozes die wel toeliet een scheidingsakte op te stellen. Ja, zegt Jezus, maar zo was het niet bedoeld. En hij gaat terug naar het scheppingsverhaal aan het begin van de Bijbel. Er staat: “Het is niet goed dat de mens alleen blijft.” En God maakte voor de mens een tegenover, een gelijkwaardige partner. De bedoeling is duidelijk: ik ben pas volwaardig mens als ik een relatie aanga met een ander. Zonder die ander ben ik geen volwaardig mens. Dat geldt niet alleen voor het huwelijk. Dat geldt ook voor hen die ongehuwd blijven, het geldt voor elke vriendschapsband, voor elke verbintenis die mensen met elkaar aangaan.
Gekwetst
Heb ik het recht om mij, ongeacht of ik man of vrouw ben, los te maken van mijn relatie? Jezus’ antwoord luidt: nee, dat is eigenlijk niet de bedoeling. Dat het gebeurt is al pijnlijk genoeg. Jezus neemt het daarbij vooral op voor de zwakke, de verstoten partij, degene die pijn lijdt. Je zult maar degene zijn die alleen achterblijft, degene die geen verweer heeft. Dat staat los van elke schuldvraag. Het gaat niet om schuld. Het gaat erom dat één of twee mensen vernederd, gekwetst achterblijven. Voor hen neemt Jezus het steeds op.
Jezus wijst niemand terug
Na de scène waarin de Farizeeën Jezus confronteren met de vraag of een man zijn vrouw mag verstoten, volgt een onverwacht, inniger, stukje. De kinderen die tot bij Jezus komen Een bijna intiem toneeltje. Wat is de bedoeling dat in de zondagslezing beide stukken tezamen gelezen worden – zo volgen ze ook in het evangelie elkaar op? Kinderen staan in het evangelie model voor de kwetsbare mensen, de kleinen, de mensen die terug- of afgewezen worden. En dan dat prachtig woord van Jezus: “Laat ze maar naar mij komen,” zegt Jezus. Zij die altijd het zwakst staan, zoals hier de kinderen, mogen bij voorkeur op zijn liefde en aandacht rekenen. Hij wijst niemand terug. Ook jou of mij niet, als we gekwetst, met onze pijn of onze schuld voor hem staan. Wij mogen ons door Jezus laten omarmen, zijn hand voelen op de plek waar het pijn doet. “Kom maar,” zegt hij, “en probeer zelf zoveel mogelijk mensen in jouw liefde te laten delen.”
(jh)