Na een warme, zwoele dag is er veel kans dat er een hevig onweer losbarst. Ook op het meer in Galilea. Toch zegt Jezus tot zijn leerlingen: “Laten we oversteken!” (Marcus 4,35-41). Hij had de boot aan kant kunnen laten, kunnen zeggen: we varen wel een andere keer over. Maar neen, de levensreis van mensen laat zich niet zomaar onderbreken. En net als God wil Jezus niets liever dan bij de mensen te zijn, hun lot en levensreis met hen te delen. Daarom gaat hij mee, ook al is zo’n tocht op een onvoorspelbaar water altijd een risicovolle onderneming. Hij gaat mee, bescheiden en op de achtergrond. Niet aan het roer, maar zittend op de achtersteven van de boot. Niet vooraan, maar op de achterbank van het leven. Zonder zich op te dringen of de plaats van de schipper willen in te nemen. Zo is God: Hij dringt zich niet op, geeft mensen de volle vrijheid om de koers van hun leven uit te zetten. Hij is alleen degene wiens naam betekent: ik ben bij jullie.
Mee in de boot
Jezus had ook op de oever kunnen blijven, zien hoe zijn vrienden het zou verlopen. Soms vragen wij ons af bij het zien van zoveel ellende en rampspoed in onze wereld: hoe is het Godsmogelijk? Hoe kan het dat God zoiets toelaat? Hoe laat God toe dat onschuldige mensen, kinderen, jongeren, ouderen sterven? Het antwoord zit in het evangelieverhaal van volgende zondag. Jezus zat wél in de boot. Hij bleef niet op de kant staan, op de veilige oever. God zit mee in de storm, op de ruwe golven. God ligt tussen het puin van aardbevingen. God hongert mee. Hij beeft van angst tijdens de bombardementen. Hij ligt af te zien in een ziekenhuisbed. Want zijn naam is: ik ben bij jullie. In goede en kwade dagen, in ziekte en gezondheid, in voor- en tegenspoed.
Jezus had tijdens de storm ook kunnen zeggen: laat me met rust, laat me slapen. Maar dat deed hij niet. We mogen hem altijd wakker maken. Het is de ervaring en het geloof van zovelen, van nu en van vroeger, dat we met onze angst en wanhoop, met al onze zorgen en verdriet steeds bij God terecht kunnen. Want God ligt wel wakker van het lijden van de mensen. Het laat hem niet onverschillig. Hij heeft het beste met ons voor. Hij wil voor ons de vreugde en niet het verdriet, het leven en niet de dood.
God wakker maken
En als we nu eens niet op de storm zouden wachten om God wakker te maken? Als we Hem eens wakker zouden maken om samen te genieten van de goede momenten in het leven? Want Hij wil niet alleen bij ons zijn in kwade dagen maar ook in goede. Niet alleen in tegenspoed maar ook in voorspoed. Hij is immers: ik ben er voor jullie. En dat vieren wij. Elke zondag. Elke keer dat mensen delen van het brood en dat gebaar ook in het dagelijks leven waar maken.
(jh)