Zondag 2 februari vieren we het feest van de ‘Opdracht van de Heer’, ook gekend als Maria Lichtmis. Dat feest valt dit jaar net op een zondag. We vieren het in de kerken van onze pastorale zone met een gezinsviering waarin jong en oud, kinderen en ouders de speciale genodigden zijn.
Waaraan denk je bij het woord ‘opdracht’? Aan een taak die je is toevertrouwd? Of aan iets dat je bijzonder zwaar valt? Zoals verder leven na het verlies van een nabij iemand? Geen enkel leven wordt in die zin gespaard van een zekere opdracht.
De figuren die we ontmoeten in het evangelie van zondag (Lucas 2,22-40) illustreren dat. De profetes Hanna is maar zeven jaar kunnen samenzijn met haar man, vanaf dan was zij weduwe. Het moet aanvankelijk een zware opgave geweest zijn om zo voort te leven. Maar ze is die opdracht niet uit de weg gegaan. Ze wijdde haar leven voortaan toe aan de tempel en aan God. Ook Simeon leefde vanuit een soort innerlijke opdracht. Hij is iemand die verlangt naar vertroosting. Waarom, wordt niet gezegd. Maar het leven houdt voor hem kennelijk vragen in die hij zelf niet kan oplossen. Het doet hem uitkijken naar licht en helderheid, naar troost en uitzicht.
In die zin mogen wij ons met beide Bijbelse figuren verwant weten. Het leven spaart niemand, ieder van ons kent dieptes en zwaartes in het leven. Door tegenslag die je treft. Doordat de opdracht die het leven je stelt je niet altijd duidelijk is, of omdat je niet goed weet hoe er aan te beginnen.
In Jozef en Maria dan weer herkent iedere ouder zich en ieder die begaan is met de opvoeding van kinderen. Je vraagt je af in welke wereld je kind groot zal worden. Het opvoeden en het helpen zijn eigen levensweg te vinden, is een mooie opdracht, heel zeker. Maar het is een opdracht die ook haar vragen en beproevingen mee brengt. Want de wegen die kinderen kiezen zijn niet altijd deze die jij voor hen wil. Dat wordt wel heel erg zichtbaar in wat Maria te wachten staat. Haar hart zal doorboord worden door een zwaard, zegt Simeon. Zij zal haar zoon zien sterven aan het kruis.
Het zal een hele geloofsgroei van Maria vragen om te ontdekken wat de zending van haar zoon inhoudt en wat dit voor haar betekent. Het is een weg die zij te gaan heeft. Maar waarop andere mensen met haar zullen meegaan en mee de richting wijzen. Zoals vandaag Simeon en Hanna die in dit kind, haar kind, God aan het werk zien. Anderen kunnen ons helpen te herkennen welke onze opdracht is. In die zin zijn zij boden van het licht die ons levenspad helpen te verhelderen. Mogen wij die mensen rondom ons zien, en zelf lichtdragers voor anderen zijn.
Jos Houthuys