De vrouwen herinnerden zich dat Jezus had gezegd dat hij op de derde dag zal verrijzen. Zij gingen weg van het graf om aan de elf apostelen en al de anderen te vertellen wat er gebeurd was. (Lucas 24,8-9)
Verbazing
Op de vooravond van Pasen lezen we in de paaswake dit jaar uit het evangelie van Lucas (Lucas 24,1-12). In zijn paasverhaal klinkt veel verbazing. Verbazing bij de vrouwen die ’s morgens vroeg naar het graf gaan, maar het leeg vinden. Ze weten niet wat ervan te denken. Er is ongeloof bij de leerlingen aan wie ze het vertellen. Beuzelpraat, vinden die. Verbazing ook bij Petrus die toch gaat kijken en nadenkt over wat gebeurd is.
Pasen, een geloof dat te denken geeft. Het ligt niet zomaar voor het grijpen. Het is geen vanzelfsprekend geloof. Zelfs voor mensen die zeggen gelovig te zijn, is het een moeilijk punt. Velen weten zich best aangesproken door de figuur en persoon van Jezus, maar de verrijzenis zegt hun niets. Of ze weten niet wat ervan te denken.
Als mensen van deze tijd herkennen we ons dus wel een beetje in de aarzeling van die eerste leerlingen, van de meest nabije Jezusgetuigen. Welke ook hun ervaring is geweest, het heeft tijd gevraagd om alles wat er met Jezus gebeurd is een plaats te geven. Bovendien, een leeg graf alleen zegt niet alles. Het lichaam had ook geroofd kunnen zijn. Ook Petrus beseft dat hij elders moet gaan zoeken. Niet bij een leeg graf, niet bij wat spreekt van de dood ... Hij gaat weg van het graf, maar zijn geest is opengebroken, hij zoekt in verwondering naar de betekenis van wat er gebeurd is.
Herinnering
Een sleutelwoord in het paasevangelie is de herinnering. De vrouwen herinnerden zich de woorden van Jezus, hoe hij hen zou blijven voorgaan en leiden met zijn Geest. Vanuit de herinnering wordt alles wat ze met Jezus meegemaakt hadden in een nieuw licht geplaatst. Her-innering is altijd ook een vorm van verinnerlijking. Het gaat deel uitmaken van je innerlijk, van datgene waaruit je leeft en gelooft. Jezus’ woorden en daden krijgen een nieuwe en diepere betekenis. Ze spreken van een God die het goede met ons voorheeft. Die onze redding wil, en niet het duister van de dood. In de herinnering aan alles wat Jezus gezegd en gedaan heeft, zien de vrouwen God zelf aan het werk. De herinnering wordt dan inzicht, bron van kracht om er vanuit te leven.
Het geloof van Pasen ligt niet voor de hand. Het vraagt tijd om het te verinnerlijken, om het te laten groeien in de diepte van je mens en gelovig zijn. Zo kan het een kracht worden die je helpt in het leven te staan, gelovend in het goede dat God met ons voorheeft. We wensen het elkaar toe in deze dagen.
Zalig Pasen!
(jh)