Wie ooit de laatste momenten van een geliefde persoon meegemaakt heeft, vergeet niet diens laatste woorden. Het zijn woorden van dank, ongetwijfeld. Misschien ook woorden van spijt en vergeving om wat niet gelukt is of om wat niet mocht zijn. Maar zeker zijn het ook woorden van liefde en verbondenheid. Ik denk en hoop dat ieder van ons op die manier wel kostbare woorden en tekenen van verbondenheid met dierbare medemensen met zich mee blijft dragen.
In het evangelie van de vijfde paaszondag (Johannes 13,31-33a.34-35) horen we dergelijke woorden uit de mond van Jezus. Hij spreekt ze uit tijdens het Laatste Avondmaal. Er is die avond al veel gebeurd: Jezus heeft de voeten van zijn leerlingen gewassen. Een sterk gebaar! Wat anders de taak van een slaaf is, doet de meester nu voor zijn leerlingen. In die geest moeten de leerlingen elkaar liefhebben! En ook staat tijdens die maaltijd Judas op het punt te vertrekken. Maar zelfs dat verraad houdt Jezus niet af van de weg die hij te gaan heeft. In die bewogen omstandigheden spreekt Jezus bijzondere woorden, woorden om te onthouden en ze mee te dragen als een blijvende opdracht: “Je moet elkaar liefhebben. Daaraan zullen de mensen jullie herkennen: dat je elkaar liefhebt.”
God is een liefhebbende God. Zoals een vader zijn kind liefheeft, zoals een moeder haar kind nooit vergeet, zo heeft Hij ons lief. Die liefde van God kan niet sterker een gezicht krijgen dan in de liefde die wij, mensen, elkaar betonen. Niemand heeft ooit God gezien. Maar in de liefde waarmee mensen elkaar liefhebben, komt Hij aan het licht. Dat maakt elke liefde ook zo heilig. En terecht is ze ook Jezus’ enige gebod.
Nog woorden om te onthouden klinken in de eerste lezing, uit het boek van de Openbaring (Openb 21,1-5a ). Dat is het laatste boek van de Bijbel. Die woorden tekenen voor ons het visioen waarheen wij op weg zijn: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, Gods hemel voorgoed verbonden met ons, mensen van deze aarde. Het is een visioen, het is een belofte. Geen rouw, geen geween zal er zijn, alle tranen van de ogen gewist. In onze wereld is er veel reden om verdriet te hebben. Met mooie woorden alleen stoppen wij al dat verdriet niet. Maar levend vanuit een opdracht die ons gegeven is, zoals een ouder dat doet op zijn sterfbed, bewaren wij de droom en maken wij waar in kleine stukjes en beetjes wat Jezus ons heeft voorgedaan. Het is de moeite waard om die woorden blijvend mee te dragen.
Jos Houthuys