Bij het begin van een ambtstermijn houdt de nieuw verkozen regeringsleider voor het parlement een rede waarin hij of zij het programma van de nieuwe bewindsploeg bekendmaakt. Ook Jezus - geen gekozene van het volk maar wel Gods uitverkorene - houdt bij het begin van zijn openbare leven een toespraak. Hij richt zich daarbij tot de grote menigte van mensen rondom hem die bij hem woorden van leven hopen te vinden. Hij opent zijn toespraak met de zaligsprekingen.
Zalig !
"Zalig wie nederig van hart zijn,
want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
Zalig de treurenden,
want zij zullen getroost worden.
Zalig de zachtmoedigen,
want zij zullen het land bezitten.
Zalig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid,
want zij zullen verzadigd worden.
Zalig de barmhartigen,
want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Zalig wie zuiver van hart zijn,
want zij zullen God zien.
Zalig de vredestichters,
want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Zalig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden,
want voor hen is het koninkrijk van de hemel."
(Matteüs 5,1-12a)
Zalig ?
Zalig, wat betekent dat woord? Het doet ons denken aan iets hemels. Maar het kan ook om zeer aardse dingen gaan. Van een lekkere maaltijd zeggen we dat hij ‘zalig’ was. Of van een goed mens zeggen we dat het een zalig iemand is. Maar vreemd, Jezus vernoemt dingen die in onze oren helemaal niet zalig zijn. Zalig de armen, zalig de treurenden… Wat is er zalig aan armoede of aan verdriet? Niets toch. Hoe moeten we die woorden van Jezus verstaan?
In een televisiegesprek zei de Nederlandse cabaretier Freek de Jonge ooit: “Ik heb het voorrecht gehad én mijn vader én mijn zoontje te hebben begraven.” Ook dat is vreemd. Wat een voorrecht heb je aan het begraven van je eigen kind? Maar hij legde het zelf uit. Juist op die momenten dat alles je uit handen geslagen wordt, leer je wat het belangrijkste is in het leven. Als je nooit in een dal terechtkomt, als je in het leven de leegte probeert te verhullen met allerlei luxe en vertier, dan weet je niet wat geluk is. Wie nooit gevallen is, wat weet die van opstaan?
Opstaan uit het dal
In die zin kunnen we de zaligsprekingen van Jezus begrijpen. Hij wenst ons daarin geen armoe toe, geen verdriet, geen negatieve ervaringen. Lijden en tranen zijn geen idealen, geen na te streven zaken. Maar wie ellende ondervindt, wie lijdt door de hardheid van de wereld, die heeft ons misschien wel andere dingen te leren. Wie verdriet toelaat, opent een weg voor de tranen van anderen. Gezegend zul je zijn! Wie barmhartig is en het kwaad kan aankijken zonder een gevangene van haat en wrok te worden, gelukkig is hij! Wie zuiver van hart is en onbevangen de wereld aankijkt met de ogen van een kind, wat een zaligheid is dat niet? Wie zelf onrecht heeft ondergaan, zal beter de nood en het lijden rondom zich herkennen en er alles voor doen om er de strijd tegen aan te gaan. Zo iemand bevindt zich op de weg naar God. Je bent dan zoals Jezus zelf was. En ook dat is zalig te noemen.
(jh)