Voor veel mensen in de wereld is Pasen vooral de paashaas, eitjes rapen en op vakantie gaan, een vrolijke tijd. Voor christenen is Pasen op de eerste plaats het vieren van het geloof dat het leven krachtiger is dan sterven en dood. In elke donkere nacht van dit bestaan ligt al een nieuw ochtendgloren geboren. Mooi gezegd, maar niet evident.
In het ochtendgloren gaan de vrouwen naar het graf. Omdat ze, net zoals veel mensen vandaag, denken dat de dood het einde is van alle leven. Maar het graf is leeg, er is geen leven, de steen is weggerold. In het graf vind je enkel donkerte en dood. Het leven en het licht van de dag vind je buiten het graf. “Hij is niet hier, hij is verrezen,” klinkt het uit het graf vandaan. Dit getuigenis opent de ogen van de vrouwen. Dit getuigenis wil hen helpen om de dood te plaatsen in het leven. Niet langer hoeft de dood het leven, ons leven, te plaatsen en te beperken in geslotenheid. Waar vinden wij ‘getuigenis’ dat ons hart opent voor het leven, voor een opstaan, voor verrijzenis? “Hij gaat u vóór naar Galilea,” zegt de stem van de engel. Inderdaad, Jezus laat zich niet opsluiten. In het leven van elke dag is hij te ontmoeten, te vinden. “Een kerk die zich opsluit, wordt ziek,” zegt paus Franciscus.
Pasen mag christenen beslist vrolijk maken. We mogen als blije mensen de Blijde Boodschap brengen dat geen sterven ons kan doden. Helaas is de realiteit in vele kerken vandaag anders. Vrolijkheid is soms ver te zoeken. Het inkrimpen van het aantal christenen, de media die voortdurend de zwakte van het geloof aanhalen, de politieke wereld die het ‘geloven’ op het maatschappelijke forum beperkt en wil verbannen. Het is net alsof onze kerken ‘gesloten graven’ worden, met een vervaldatum.
En toch luidt de boodschap: “Een Zalig Pasen!”. Niet alleen vrolijkheid en blijheid, maar evenzeer zaligheid, het schoonmenselijke dat door verbondenheid met het goddelijke mag stralen in deze wereldtijd. Waar mensen zoeken naar en werken aan wat verbindt, ook in onze gemeenschappen en in onze pastorale zone. Niet ieder voor zich, maar allen in dienst van de droom van de levende Heer. En ja, soms voelen we ons wel eens als opgesloten in een donker graf. Maar zie, de steen is weggerold, we blijven niet staan. Laat er dynamiek zijn, niet in grootse daden, maar in duizend kleine attenties aan mensen gedaan: een goedendag, een buur helpen, een zieke bezoeken, een bloem in de kerk plaatsen, een pelgrim voor even gidsen.
Jezus lééft, hij is verrezen, geloof het maar. “Ga naar uw groep,” staat in de bijbel en verkondig dit goede nieuws. In bede en liturgie mogen we ‘het leven‘ vieren. Om dan open poort te zijn ín de wereld. Daar, in het leven van elke dag mogen wij Jezus tot leven brengen tussen mensen. Opdat hij allen kan raken en aanraken. Zalig Pasen in vrolijkheid.