Enerzijds is de dood taboe in onze samenleving, anderzijds wil elke mens een waardig levensafscheid. Wat reikt de kerk daarbij aan?
In deze kwestie spelen twee zaken sterk mee: welke opvatting hebben we over ‘is er iets na de dood?’ en hoe stellen we ons God voor: een ‘iets’ of een ‘iemand’. Spreken in ‘beelden’ zal vaak interessanter zijn dan in precieze taal.
Problemen kan je oplossen. Rond het mysterie van dood en wat erna komt, kan je beter cirkelen. Ook gelovigen blijven steeds zoekende en vragende mensen…
De kerkgemeenschap biedt een aantal zinvolle rituelen aan om gelovig om te gaan met het levenseinde.
Het ziekenbezoek is een werk van barmhartigheid voor iedere christen. De parochie zal dit ook kunnen organiseren. Moeilijkheid erbij: hoe aan de namen geraken van wie in een ziekenhuis is opgenomen.
Het ziekensacrament wordt soms in een gemeenschappelijke viering toegediend aan een aantal zieke en bejaarde personen. Belangrijk is daarbij te waken over het persoonlijk moment van de handoplegging en zalving. Bij de individuele ziekenzalving wordt ook de familie betrokken. Er is een engagement van Godswege: Moge de Heer in zijn liefdevolle barmhartigheid u helend nabij zijn. Er is ook een engagement vanwege familie en verzorgenden: We blijven jou nabij, kome wat komt.
Het viaticum is voor katholieken het laatste sacrament: voedsel op weg naar het andere leven.
Seculiere afscheidsplechtigheden in een aula van begrafenisondernemer of crematorium laten vaak een onbevredigende indruk na. In de christelijke uitvaart wordt op diverse manieren in symboliek en rituelen iets opgeroepen van het niet volledig kunnen vatten van het stervensgeheim, maar ook van het ‘thuis komen bij God.’ Je merkt dit o.m. bij het aansteken van de kaarsen rond de lijkbaar aan de Paaskaars; aan het zich toevertrouwen aan Jezus bij de schuldbelijdenis (Heer, ontferm U); aan de boodschap in de Bijbelse lezingen en zeker ook in de afscheidsriten rond de lijkbaar: besprenkeling en bewieroking, ‘ten paradijze’. Wie een kerkelijke uitvaart wenst, zal dit via testament of via verklaring op het gemeentehuis best laten vastleggen.
4. De christelijke levensverwachting stopt niet met de dood. Hoe je je dit nieuw leven moet voorstellen is niet eenduidig. Beeldend spreken suggereert continuïteit én anders-zijn van dit nieuwe leven. Paulus gebruikt er het beeld voor van het zaad dat in de aarde valt en sterft en de nieuwe korenaar die te voorschijn komt. Ook wat we met de ‘hemel’ aanduiden is een beeld dat de kern weergeeft: het opgenomen worden in de herscheppende liefde van God.