artikel van Luc Devisscher - begeleidende notities door Guido Debonnet
Met één voorbeeld uit Mattheüs en Marcus laat de auteur zien hoe die genezingsverhalen onlosmakelijk verbonden zijn met de verkondiging van Jezus in de evangelies: bespreking van
de verkondiging van het koninkrijk in Mt. 5-9
Marcus 8, 22-10,52
Bij Matteüs stellen we vast dat wondere verhalen verbonden worden met de verkondiging van het koninkrijk.
Marcus zet ze neer als contrastverhalen tegenover het onbegrip van de leerlingen over de weg van de Mensenzoon (doorheen lijden en dood naar verheerlijking).
Als we de wonderverhalen lezen in hun context worden ze ‘geloofwaardig’. Ze zijn teken van de doorbraak van Gods koninkrijk op aarde (bij Matteüs) en ze laten zien hoe Jezus van Nazareth werkelijk Zoon van God is (bij Marcus). Daarmee lopen ze vooruit op het allergrootste wonderverhaal dat van Jezus' verrijzenis.