Jan Wuyts sprak over een actueel thema: ‘Kerk zonder priesters’. Het onderwerp kwam juist die dag in de media n.a.v. een artikel in ‘Kerk & Leven’.
Jan Wuyts is priester van het aartsbisdom Mechelen-Brussel en oud-deken van Leuven. Hij is auteur van het boek 'Van voren af aan. Kerk met toekomst', Acco, Leuven, 2011.
In een eerste deel schetste de spreker het ontstaan en de ontwikkeling van het priesterschap. Levend in de joodse traditie heeft Jezus apostelen gekozen die tijdens het Laatste Avondmaal de opdracht kregen te doen wat Hij gedaan heeft. De eerste christengemeenschappen kwamen daarom samen rond brood en beker. Zeker is dat Paulus in de verdere ontwikkeling een belangrijke rol heeft vervuld. Vanaf de jaren 60 werd er reeds een onderscheid gemaakt tussen priesters en bisschoppen (de apostelen hadden al vroeger diakens als medewerkers aangesteld) en Jezus werd als de Hogepriester geduid. De bisschoppen namen de leiding op zich, stonden in voor de leer, zorgden voor de opvolging en stelden mannen aan na handoplegging en gebed. In de 3de eeuw sprak men van de priester als ‘de andere Christus’ en we weten uit de geschriften van de eerste kerkvaders dat priesters toen sacramenteel gewijd werden. De priester wordt als het ware een andere mens, hij is de Christus. De Kerk heeft in het laatste Avondmaal de wil gezien tot het sacramentele priesterschap voor mannen. Zij ontwikkelde ook een sterk dogmatische visie op de eucharistie met sterke implicaties op het functioneren van de priester.
In een tweede deel behandelde de spreker de huidige problematiek rond het afnemend aantal priesters en de niet steeds gelukkige pogingen om dit op te vangen door bvb. buitenlandse priesters hier in te schakelen. Is dit wel de echt goede aanpak van het huidige probleem van het priestertekort? Positiever werd de waardevolle steun van permanente diakens en verantwoordelijke leken geduid. Ook de nieuwe territoriale werking in zones is voor hen die pastoraal aan het werk zijn zeker positief, maar dit raakt niet het centrale probleem dat zich vandaag stelt rond het priesterschap. Men mag zich afvragen of men niet naar meer drastische initiatieven zal moeten overschakelen om de huidige problematiek grondig aan te pakken. Wordt er niet een te groot belang gehecht aan het sacramenteel priesterschap? Moet het priesterschap niet ‘opengegooid’ worden door het ambt te declericaliseren? Spreker wees op het belang van de doopselspiritualiteit en haar charismatisch karakter voor elke christen om een teken te zijn van de levende Christus. Onze christelijke gemeenschappen moeten op een evangelische broederlijke en zusterlijke wijze samenleven en samenwerken op grond van gelijkwaardigheid. Als een toekomstvisioen schetste Jan Wuyts deze laatste gedachte in een merkwaardig verhaal ‘De grote hervorming’.
Tot slot wees de spreker er op dat we allen geroepen zijn om op een gelijke en evenwaardige wijze samen te werken en zo teken willen zijn van de levende Jezus.
Frans Stoffelen