Wij zijn een gehuwd katholiek Belgisch echtpaar, ouders van jonge kinderen.
- Op dinsdag 20 september 2022 publiceerde u een document getiteld Homoseksuele personen pastoraal nabij zijn waarin u de erkenning van homoseksuele paren die in een stabiele en trouwe relatie willen leven promoot. U stelt een "gebedsmoment" voor waarin het paar van hetzelfde geslacht zal bidden om zich voor God in trouw aan elkaar te verbinden. U geeft voorbeelden van gebeden die de mensen rondom het paar (familie, vrienden) voor en met hen kunnen uitspreken, om hun band te versterken en van hun huis een plaats van begripen verdraagzaamheid te maken.
U stelt dat ofschoon geen kerkelijk huwelijk, het gebedsmoment voor de betrokkenen een bron kan zijn van "vrede en gedeeld geluk". De passages 250, 297 en 303 van Amoris Laetitia worden aangehaald om uw initiatief te ondersteunen. U verklaart dat u paren van hetzelfde geslacht beter wilt aanvaarden en integreren in de Kerk en dat u " hun vragen omtrent de kerkelijke standpunten" wil beantwoorden. U wenst hun keuze te waarderen en hun vreugde om een stabiele partner te hebben gevonden, delen. U beschrijft dan het "gebedsmoment" waarop het paar God zal vragen om " dit engagement van liefde en trouw (te) zegenen en te bestendigen U stelt dat het gebedsmoment eenvoudig kan zijn om het verschil tussen het sacramentele huwelijk en dit engagement van het paar van hetzelfde geslacht voor God duidelijk te houden.
- Het voornaamste doel van het door de Vlaamse bisschoppen gepubliceerde pastorale initiatief is niet gewoon gericht tot personen met homoseksuele neigingen, zoals de titel doet vermoeden, maar tot actieve homoseksuele personen en homoseksuele paren die samenwonen en hun trouw aan elkaar willen verdiepen. De voorgestelde gebeden zijn uitsluitend bestemd voor homoseksuele paren die hun liefde voor God willen bezegelen en vragen om "voorgoed aan elkaar gegeven te worden".
Een homoseksueel paar dat samenwoont en vraagt om hun "relatie" met elkaar te verdiepen, is/was op de een of andere manier seksueel actief of zal dat ooit zijn. Het is impliciet vervat in uw verklaring.
- U keurt daarmee homoseksuele verbintenis- sen goed, en dus noodzakelijkerwijs homoseksuele handelingen.
- De homoseksuele daad blijft volgens de kerkelijke leer echter " intrinsiek ongeordend" en schendt het zesde en negende gebod over kuisheid. Met de publicatie van het document hebben de Vlaamse bisschoppen formeel de leer van Christus over het huwelijk en de seksualiteit (Mtl9, 4-6; 15, 19-20) terzijde geschoven, waarvan het gebruik uitsluitend is voorbehouden aan het huwelijk, dat wil zeggen de sacramentele verbintenis tussen een man en een
vrouw : « Hij antwoordde : " Hebben jullie niet gelezen dat degene die hen schiep hen bij het begin als man en als
vrouw maakte ? En dat Hij heeft gezegd : 'Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en de twee zullen één vlees worden'? Ze zijn dan niet langer twee, maar één vlees. Wat God heeft verbonden, mag geen mens scheiden "» (Mt 19,4-6).
Het document:
- schendt de goddelijke wet opgenomen in de Heilige Schrift (Gn 1,26-28; 2, 24; 19, 1-29; Lv 18, 22; 20, 13; 1 Tm 1,9-10);
- schendt de uitdrukkelijke waarschuwingen van Sint-Paulus terzake (1 Co 6, 9-10; Rm 1,24-27);
- staat lijnrecht tegenover de Catechismus van de Katholieke Kerk (CCC, 2357-2359);
- negeert de richtlijnen die de Congregatie voor de Geloofsleer in 2021 heeft gegeven (Responsum CDF, 22 feb. 2021);
- gaat in tegen meer dan 2000 jaar traditie van het leergezag van de Katholieke Kerk.
Ten slotte distantiëren de Vlaamse bisschoppen zich van de leer van paus Franciscus, en van Amoris Laetitia zelf waarop zij hun document baseren, waarin duidelijk de richtlijnen staan voor pastorale begeleiding bij "onregelmatige situaties". Paus Franciscus schrijft dat " dit onderscheidingsvermogen nooit afbreuk kan doen aan de eisen van het
Evangelie inzake waarheid en naastenliefde, zoals voorgesteld door de Kerk" (AL, 300).
De Paus stelt dat de volgende voorwaarden noodzakelijkerwijs aanwezig moeten zijn bij het begeleiden van hen die in "onregelmatige situaties" leven, namelijk: " nederigheid, discretie en liefde voor de Kerk en haar leer, in een oprechte zoektocht naar Gods wil" (AL, 300). Hij waarschuwt voor relativisme : " Lauwheid, elke vorm van relativisme of van een overdreven terughoudendheid in het voorstellen van het ideaal is een gebrek aan trouw aan het Evangelie en ook een tekort aan liefde van de Kerk tegenover de jonge mensen zelf. De uitzonderingssituaties begrijpen, betekent niet het licht van het ideaal in zijn totaliteit verduisteren of minder aanbieden dan wat Jezus geeft aan de mens" (AL, 307).
Paus Franciscus verwerpt elk initiatief dat zelfs maar de vaagste overeenkomst tussen een homo- seksuele verbintenis en het huwelijk zou maken. Hij citeert de synodevaders : wat betreft " de voorstellen om de verbintenissen tussen homoseksuele mensen gelijk te stellen met het huwelijk, is er absoluut geen enkele grond om homoseksuele verbintenissen te beschouwen als gelijkaardig of zelfs maar in de verte analoog met Gods plan voor het huwelijk en het gezin" (AL, 251).
Uw initiatief is dus in strijd met de geest van de synode.
- De Katholieke Kerk kan een verbintenis die tegen de orde van de Schepper ingaat en zondig is, niet zegenen of erover " bidden Het bevorderen ervan is een flagrante ketterij. De voorgestelde gebeden zijn godslastering. Evenwel, de homoseksuele personen in waarheid liefhebben wordt geëist door Gods wet.
Zullen trouwe priesters die niet willen dat dit "gebedsmoment" in hun parochie plaatsvindt, hun toevlucht moeten nemen tot "gewetensbezwaren" in de Kerk waaraan zij hun leven hebben toegewijd? Hebt u nagedacht over het effect dat uw initiatief zal hebben op vervolgde christenen over de hele wereld, van wie er elk jaar duizenden liever sterven dan hun geloof te verraden?
Veel gelovigen in België lijden diep onder uw verklaring.
- De verklaring en uw nieuwe pastorale initiatief ondermijnen de waardigheid van homoseksuele personen in de Kerk door te suggereren dat zij niet in staat zijn de leer van Christus te volgen. Het is een neerbuigende, discriminerende en vernederende benadering van de persoon met homoseksuele neigingen die Gods geboden wil volgen. Het is niet de liefde van Christus die de bisschoppen verkondigen, maar een aanval op de roeping tot heiligheid waartoe ieder mens met homoseksuele neigingen geroepen is. De persoon met homoseksuele neigingen wordt, zoals elk christelijk kind van God, uitgenodigd om Zijn geboden te volgen. Met Gods genade, is hij/zij niet minder bekwaam dan elke andere christen om de oproep van Christus te beantwoorden : "Neem je kruis op en volg mij. " Hij/zij is niet minder bekwaam om te antwoorden op het liefdevolle gebod van Christus aan de overspelige vrouw : "Ga heen en zondig niet meer" (Jo 8, 11).
Het pastorale initiatief van de Vlaamse bisschoppen vervangt de aanbeveling van Christus aan de overspelige vrouw door: "Ga heen, zondig voort en wees gezegend in uw zonde."
De bisschoppen hebben het kruis van Christus, de sleutel tot onze verlossing, uit hun discours verwijderd. Wij zijn allen zondaars, geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God, geroepen om Hem te volgen op de veeleisende weg van heiligheid en om, in liefde, "volmaakt te zijn, zoals uw hemelse Vader volmaakt is" (Mt5,48). Gods barmhartigheid heeft ons de sacramenten gegeven om te volharden en vooruitgang te boeken naar heiligheid.
De officiële verklaring van de Vlaamse bisschoppen kan niet pastoraal worden genoemd. Een herder waakt over zijn kudde en zoekt wanhopig naar het verloren schaap uit pure en onbaatzuchtige liefde om het weer in veiligheid te brengen, weg van de gevaren van de zonde. Christus, de enige ware Herder, leidt ons voortdurend terug naar Hem in de volmaakte omheining van zijn liefde.
- Echte pastorale begeleiding van homoseksuele personen moet worden aangemoedigd. De homoseksuele persoon in de Katholieke Kerk heeft onze liefde en respect, onze steun en ons gebed nodig. Paus Franciscus stelt terecht: " Daarom willen we vooral bekrachtigen dat elke mens, ongeacht zijn seksuele neiging, in zijn waardigheid moet gerespecteerd en met respect moet bejegend worden, met de zorg om elke onrechtmatige discriminatie te vermijden en in het bijzonder ook elke vorm van agressiviteit en geweld" (AL, 250).
Uw verklaring van 20 september weerspiegelt niet Gods liefde voor de homoseksuele persoon. Integendeel, ze nodigt het geweten uit om de ernst van het morele kwaad te negeren. De zonde (in dit geval een homoseksuele verbintenis) zal nooit een "bron van vrede en gedeeld geluk" zijn, zoals u verkondigt.
***
Wij bidden en vragen dat er weer duidelijkheid komt, dat de verwarring ophoudt, dat de onbaatzuchtige liefde van Christus, de vleesgeworden Waarheid, in ons hart komt, zodat wij elkaar kunnen helpen ons kruis te dragen, het lijden te verlichten en in de waarheid te leven volgens de leer van onze Heer en Heiland Jezus Christus. Verlangend de geboden van God en de leer van de Kerk te volgen en ter wille van de eenheid van de Kerk, vragen wij u, in naam van vele katholieken die door uw verklaring zijn gekwetst, uw document van 20 september 2022 in te trekken.
Wij vragen dit uit liefde voor God en zijn geboden, uit liefde voor de Kerk en uit liefde voor de homoseksuele personen die naar Gods plan voor hen willen leven. Wij vragen u opnieuw te bevestigen dat seksualiteit gericht is op de liefde tussen één man en één vrouw, in het sacrament van het huwelijk. Wij kunnen de nieuwe pastorale benadering voor homoseksuele paren zoals verkondigd door de Vlaamse bisschoppen niet gehoorzamen of aanvaarden, volgen of eraan meewerken.
Gezien de ernst van het onderwerp geven wij toestemming deze brief ruim te verspreiden.
Met de meeste hoogachting
Geoffroy en Marthe-Marie Lebbe
Tweede document
Standpunt: Voor een geloofwaardige Kerk Johan Van der Vloet
Met hun verklaring Homoseksuele personen pastoraal nabij zijn. Voor een gastvrije Kerk, die niemand uitsluit haalden de Vlaamse bisschoppen het wereldnieuws. Die brede aandacht staat in schril contrast met het feit dat de Kerk in het Westen in de marge van de samenleving is terechtgekomen.
Pijnlijke paradox
Opvallend: de Kerk komt het meest in het nieuws met haar seksuele moraal. Elke mogelijke versoepeling rondom homorelaties, anticonceptie of celibaat is gegarandeerd breaking news. Dat legt een pijnlijke paradox bloot. De sociale leer van de Kerk is uitermate progressief. Ze liet zich inspireren door een mix van Bijbelse wortels en sociaal personalisme. Vanaf eind 19de eeuw tot vandaag resulteerde dat in baanbrekende encyclieken tegen ongelijkheid en armoede en recentelijk ook voor milieu en klimaat. Franciscus dankt zijn populariteit vooral aan het feit dat hij die sociale moraal omarmt en breed verkondigt.
De kerkelijke seksuele moraal kent diezelfde dynamiek niet. Wie bij de verklaring van de bisschoppen spontaan denkt dat ze helemaal in de lijn van Jezus’ liefdevolle boodschap ligt, botst op de ijzeren logica van de traditionele kerkelijke moraal. Die gaat ervan uit dat de scheppingsorde gekoppeld is aan de natuurwet in haar klassieke betekenis: seksuele relaties moeten altijd verbonden worden met en openstaan voor procreatie. Koppel je seksualiteit los van (potentiële) voortplanting, dan stort dat volledige kaartenhuisje in elkaar. Die visie wordt in de praktijk weliswaar getemperd door het typisch Romeinse onderscheid tussen ideaal en pastoraal, maar dat komt vandaag hypocriet over. Bovendien tonen de schandalen binnen de kerkelijke instellingen aan dat ambtsdragers in de vorige decennia de ogen sloten voor perverse toestanden in eigen huis. De antropologische achtergrond en de exegese waarop het natuurwetsdenken is gebaseerd, botsen met recentelijke theologische en wetenschappelijke inzichten. In haar sociale leer slaagt de Kerk in een vruchtbare dialoog tussen Bijbel, traditie en modern denken; inzake liefdesrelaties en seksualiteit lukt dat (nog) niet.
Liefde en vreugde
Hoe kan christelijke seksuele en relationele ethiek bij de tijd komen zonder haar eigenheid te verliezen? Door haar vertrekpunt in de evangelische liefde te zoeken. Daarom beroepen de bisschoppen zich zo uitdrukkelijk op Amoris Laetitia. Daarin vinden ze – terecht – pauselijke steun voor hun standpunt. De paus stelt de vreugde van de liefde centraal. Tegelijk heeft hij oog voor de moeizame realiteit. Hij vraagt het goed gevormde geweten als richtsnoer te hanteren, ook in de complexe wereld van relaties en seksualiteit. Zo zet hij de positieve benadering van het Tweede Vaticaans Concilie door: die zag seksualiteit primair als liefdesbeleving. We proberen allemaal met wie we zijn, met onze mogelijkheden en beperkingen, een antwoord te geven op de roeping om ons leven menswaardig en liefdevol te leven. Als je die logica van liefde, roeping en geweten adequaat hanteert, ontstaat in relaties en seksualiteit een ruimte van vrijheid en creativiteit. Dat betekent helemaal geen ‘alles kan’-mentaliteit. De kern van de christelijke moraal blijft immers staan: wederzijdse liefde die een radicaal persoonlijk en duurzaam engagement inhoudt.
Hindernissen opruimen
Dat de verklaring van de bisschoppen wereldwijd werd opgepikt, laat zien dat de kerk zichzelf een enorm cadeau zou doen als ze onnodige hindernissen voor haar geloofwaardigheid opruimt. Het gaat dan met name over historisch bepaalde kerkelijke seksuele en relationele normen die vandaag door nieuwe inzichten achterhaald blijken. Ze per se willen handhaven zorgt telkens weer voor onbegrip en ergernis. We hebben dringend een aggiornamento nodig van de kerkelijke relationele en seksuele ethiek. De Vlaamse bisschoppen gaven een eerste voorzichtige aanzet om dat proces op gang te brengen. De bevrijdende boodschap van liefde, barmhartigheid, hoop en trouw – de basis van de christelijke visie op relaties en seksualiteit – krijgt dan weer de kans om mensen te inspireren in hun zoektocht naar wat menswaardig en ten diepste gelukkig makend is.
Derde document.
R.K.-Document van de Nederlandse kerkgemeenschap door Kard. Eijk
Stop Vlaamse bisschoppen met het zegenen van homokoppels
Informatie over dit document - Inhoudsopgave
- Inhoud
De Vlaamse bisschoppen verrasten velen binnen en buiten de Kerk met de verklaring die zij op 20 september 2022 publiceerden onder de titel: Homoseksuele personen pastoraal nabij zijn: Voor een gastvrije Kerk, die niemand uitsluit . Voor katholieken die de leer van de Kerk aannemen, was dat bepaald geen aangename verrassing. Want de Vlaamse bisschoppen bieden in genoemde verklaring de mogelijkheid om paren van hetzelfde geslacht met een duurzame en monogame relatie te zegenen.
In een verklaring reiken ze ook een model voor een viering van Woord en gebed aan waarin de zegening van homoseksuele paren gestalte kan krijgen. De opzet daarvan is als volgt:
- Openingswoord;
- Openingsgebed;
- Schriftlezing;
- Het uitspreken van het engagement van beide betrokkenen met elkaar, waarin ze voor God tot uitdrukking brengen hoe ze zich met elkaar verbinden; dat kan bijvoorbeeld in de volgende bewoordingen:
God van liefde en trouw, vandaag staan we voor U omringd door familie en vrienden. Wij danken u dat we elkaar mochten vinden. We willen er zijn voor elkaar in alle omstandigheden van het leven. Wij spreken hier vol vertrouwen uit dat we aan elkaars geluk willen werken, dag aan dag. Wij bidden: schenk ons kracht om elkaar trouw te zijn en ons engagement te verdiepen. Op uw nabijheid vertrouwen wij, van uw Woord willen we leven, aan elkaar gegeven voorgoed.
Dan volgt het gebed van de gemeenschap waarin deze bidt, zo zeggen de Vlaamse bisschoppen, dat Gods genade in het paar werkzaam mag zijn; het gaat om de genade die hen in staat stelt om zorg te dragen voor elkaar en voor de gemeenschap in bredere zin; ook voor dit gebed wordt een voorbeeld gegeven:
God en Vader, we omringen N. en N. vandaag met ons gebed. U kent hun hart en de weg die ze voortaan samen gaan. Maak hun engagement voor elkaar sterk en trouw. Laat hun huis vervuld zijn van begrip, verdraagzaamheid en zorg. Laat er plaats zijn voor verzoening en vrede. Laat de liefde die ze delen hen tot vreugde zijn en hen dienstbaar maken aan onze gemeenschap. Geef ons de kracht om met hen op weg te gaan, samen in het voetspoor van uw Zoon en gesterkt door uw Geest.
- Voorbede;
- Onze Vader;
- Slotgebed;
- Zegenwens.
Dit is de eerste keer dat (een gedeelte van) een Bisschoppen-conferentie een verklaring uitbrengt met een voorbeeld voor een viering van Woord en gebed om een zegen over een paar van hetzelfde geslacht uit te spreken. De Vlaamse bisschoppen komen tot de opmerkelijke stap om het zegenen van homoseksuele paren toe te staan op basis van hun interpretatie van enkele passages uit Amoris Laetitia (AL), de postsynodale apostolische exhortatie die paus Franciscus na de beide Bisschoppensynodes over het gezin in 2014 respectievelijk 2015 heeft uitgebracht. Hierin zegt paus Franciscus onder meer “dat iedere persoon, onafhankelijk van zijn seksuele geaardheid, moet worden gerespecteerd in zijn waardigheid en met respect moet worden aanvaard.” 1
Onderscheiden, begeleiden en integreren blijven volgens de Vlaamse bisschoppen de belangrijkste sleutelwoorden in Amoris laetitia (Hoofdstuk VIII) . Het spreekt voor zich dat ook mensen met een homoseksuele geaardheid met respect dienen te worden bejegend en recht hebben op pastorale zorg en begeleiding (cf. Catechismus van de Katholieke Kerk, no. 2358-2359) . Met onderscheiden wordt in Amoris Laetitia echter bedoeld dat mensen die in een irreguliere verhouding leven tot het inzicht worden gebracht wat de waarheid is omtrent hun relatie. 2 Kortom, dat zij tot het inzicht komen dat hun relatie tegen Gods scheppingsordening ingaat en daarom moreel niet aanvaardbaar is. Met integreren wordt bedoeld dat men mensen die leven in een irreguliere verhouding – voor zover dat mogelijk is – een plaats geeft in het kerkelijk leven. Uiteraard zijn mensen die een seksuele relatie hebben met iemand van hetzelfde geslacht welkom in kerkelijke vieringen, al kunnen zij niet de communie ontvangen en daarin ook geen actieve rol vervullen.
De verklaring van de Vlaamse bisschoppen over de zegening van paren van hetzelfde geslacht stuit op meerdere intrinsieke bezwaren:
1. Zegeningen zijn sacramentalia, geen sacramenten. De Vlaamse bisschoppen verklaren ook uitdrukkelijk dat de zegening van paren van hetzelfde geslacht geen huwelijk is. Sacramentalia zijn echter wel heilige tekenen die in zekere zin op sacramenten lijken en die voor de personen die een zegening ontvangen vooral geestelijke vruchten bewerken, waardoor zij op het ontvangen van het belangrijkste effect van de sacramenten worden voorbereid. Door sacramentalia worden tevens bijzondere situaties in het leven geheiligd (vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Antwoord van de Congregatie voor de Geloofsleer op een dubium over de zegening van verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht, 22 februari 2021) . Sacramentalia zijn tot op zekere hoogte analoog aan sacramenten. Het voorbeeldgebed in de verklaring waarin de paren van hetzelfde geslacht een engagement tegenover elkaar uitspreken, toont een onmiskenbare analogie met het jawoord dat man en vrouw bij de huwelijkssluiting tegenover elkaar uitspreken. Want het homopaar bidt daarin: “We willen er zijn voor elkaar in alle omstandigheden van het leven ... schenk ons kracht om elkaar trouw te zijn en ons engagement te verdiepen.” Deze analogie met het jawoord van man en vrouw aan elkaar bij de huwelijkssluiting treffen we ook aan in het gebed van de gemeenschap: “Maak hun engagement voor elkaar sterk en trouw.” De vrees is dan ook niet ongegrond dat de stap van deze zegening naar een huwelijk van paren van hetzelfde geslacht niet groot is en in de nabije toekomst ook daadwerkelijk zal kunnen worden gezet.
2. Een zegening veronderstelt niet alleen een goede intentie van de kant van degenen die deze ontvangen. Ook datgene wat gezegend wordt, moet overeenkomen met Gods scheppingsordening. God heeft het huwelijk geschapen als een totale wederzijdse gave van man en vrouw aan elkaar, die zijn bekroning in de voortplanting vindt 3 4. Seksuele relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht kunnen in zich niet leiden tot voortplanting. Ze kunnen daarom geen authentieke uitdrukking op lichamelijk vlak van de totale wederzijdse zelfgave van man en vrouw zijn, die het huwelijk in essentie is. Men kan geen situaties zegenen die objectief gezien moreel niet goed zijn. Gods genade schijnt niet op de weg van de zonde. Men kan geen geestelijke vruchten bewerken door de zegening van relaties die tegen Gods scheppingsordening ingaan 5 6. Dit neemt uiteraard niet weg dat homoseksuele individuen een zegening kunnen ontvangen. Het is echter moreel niet geoorloofd de homoseksuele relatie als zodanig te zegenen.
3. De onder 1 en 2 genoemde argumenten zijn citaten uit het antwoord dat de Congregatie voor de Geloofsleer op 22 februari 2021 heeft gegeven op een vraag betreffende de zegening van relaties van personen van hetzelfde geslacht. Met hun verklaring waarin zij de zegening van paren van hetzelfde geslacht toestaan, gaan de Vlaamse bisschoppen echter in tegen de genoemde uitspraak van de Congregatie voor de Geloofsleer . Ook de Vlaamse bisschoppen zijn hieraan gebonden.
4. In het gebed van de gemeenschap bij gelegenheid van de zegening van homoparen bidt de gemeenschap, aldus de Vlaamse bisschoppen, “dat Gods genade werkzaam mag zijn” in het homopaar met als doel dat zij zorg voor elkaar kunnen dragen en voor de gemeenschap in bredere zin. We kunnen echter niet bidden dat Gods genade werkzaam mag zijn in een relatie die niet met zijn scheppingsordening overeenkomt. De Vlaamse bisschoppen zeggen niet expliciet dat homoseksuele relaties zijn te rechtvaardigen. Echter, ook de formulering van hun voorbeeldgebed van de gemeenschap in hun liturgisch model voor de zegening van homoparen suggereert dat homoseksuele relaties moreel gerechtvaardigd kunnen worden. Aan het einde ervan wordt immers gebeden: “Geef ons de kracht om met hen op weg te gaan, samen in het voetspoor van uw Zoon en gesterkt door uw Geest.” Volgen mensen van hetzelfde geslacht in hun homoseksuele relatie het voetspoor van Christus? Zijn de Vlaamse bisschoppen dan daadwerkelijk van mening dat homoparen in hun homoseksuele relatie het voetspoor van Christus volgen? Het homopaar zegt in het voorbeeldgebed: “van uw Woord willen we leven.” Maar het Woord van God dat we in de Heilige Schrift vinden, kwalificeert homoseksuele relaties onmiskenbaar en onloochenbaar als een zonde. In de formulering van de voorbeeldgebeden voor het homopaar en de gemeenschap schuilt op zijn minst het risico dat de gemiddelde katholiek, die tegenwoordig over het algemeen heel weinig van zijn geloof weet, op het verkeerde been wordt gezet en gaat denken dat duurzame en monogame seksuele relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht moreel aanvaardbaar zijn.
5. Als homoparen met een duurzame en monogame seksuele relatie een zegening kunnen ontvangen, zou dat dan ook niet mogelijk moeten zijn bij monogame en duurzame seksuele relaties van een man en een vrouw, die met elkaar samenleven zonder getrouwd te zijn? Het toestaan van de zegening van homoparen impliceert het grote risico van een deflatie van zegeningen en een ondermijning van de kerkelijke leer inzake de huwelijksmoraal en de seksuele ethiek.
De verklaring van de Vlaamse bisschoppen waarmee zij de zegening van paren van hetzelfde geslacht toestaan en daarvoor ook een liturgisch model aanreiken, stuit op intrinsieke ethische bezwaren, gaat radicaal in tegen een recente uitspraak van de Congregatie voor de Geloofsleer en impliceert het risico dat katholieken erdoor tot opvattingen komen ten aanzien van de moraliteit van homoseksuele relaties die in strijd zijn met de leer van de Kerk. Katholieken die de leer van de Kerk aannemen, ook op het gebied van de seksuele moraal, hopen dan ook vurig dat spoedig van kerkelijk bevoegde zijde van de Vlaamse bisschoppen zal worden geëist dat zij hun verklaring intrekken en dat dezen daaraan ook gehoor zullen geven.
+ Willem Kardinaal Eijk, Aartsbisschop van Utrecht
Uit de bijlage die ik opmaakte in dec. 2018 bij ‘Op eigen kompas je weg zoeken’ uitgewerkt eveneens door Maurits Gilissen. Kan dus ook nu gebruikt worden door de gespreksleider/ster.
Twee (nog steeds!) lezenswaardige passages uit De Nieuwe Katechismus. Geloofsverkondiging voor volwassenen. In opdracht van de Bisschoppen van Nederland, Paul Brand, 1966 (Helemaal in de lijn van Vaticanum II)
A Het verlangen van ons geweten (p.21-22) – een universeel gegeven
Wij spraken over ons verlangen naar geluk. Mogen wij nu een ander verschijnsel noemen: ons verlangen om goed te zijn.
Een mens weet dat hij het geluk niet grijpen mag tot elke prijs; dan is het niet eens geluk. Hij wil goed leven. Hoe iemand ook houdt van een vrouw, als hij er een man en vier kinderen door ongelukkig maakt, kan het niet. ‘Goed’ stelt de mens boven ‘gelukkig’, om werkelijk gelukkig te kunnen zijn. Er leeft in ons een geweten.
Iedere mens, godsdienstig zowel als niet-godsdienstig, weet dat hij een geweten heeft. Vaak is geprobeerd deze ‘stem van het geweten’ terug te brengen tot ‘begrijpelijker’ werkelijkheden, en haar zodoende te verklaren. Men heeft gedacht aan een natuurlijke rem. Zoals de drang tot zelfbehoud (de vrees voor de dood) de mens binnen de perken van het menselijk bestaan houdt, zo zou, op een andere manier, ook het geweten doen. Men heeft gezocht het te begrijpen vanuit zelfrespect, vrees voor de publieke opinie, erfelijke levensgewoonten, opvoeding, milieu. En al deze elementen verklaren inderdaad wel iets. Zij verklaren de toepassingen van het geweten: waarom dit volk op deze, dat volk op die wijze, deze mens zo, die mens weer anders de grens legt tussen goed en kwaad. Want dat verschilt immers in de mensheid zeer veel: wat het geweten als goed of kwaad beoordeelt. Maar wij allen komen erin overeen dat wij, dieper dan het onderscheid tussen nuttig en nutteloos, of prettig en pijnlijk, onderscheid maken tussen goed en kwaad.
Zelfs als niemand mijn kwaad zou zien, zelfs als geen mens er direct door getroffen zou worden, waarschuwt, beschuldigt, beangst mijn geweten mij, maar vooral moedigt het mij aan en leidt mij naar goedheid en recht. De andere mensen kunnen helpen ontdekken wat goed en wat niet goed is. Maar de verantwoordelijkheid, de schaamte, de wroeging, het verlangen goed te zijn, kortom, de zekerheid dat ik goed moet (of had moeten) handelen, daarmee sta ik alleen. Wroeging ervaar ik eenzaam. Daar helpt geen moeder lief aan. Zij kan daar niet komen. Daar spreekt een andere stem. Mijn zelfrespect? Nee, men ervaart in de wroeging niet zichzelf als rechter. Men ervaart iets wat groter is. Ervaart men dan onbewust de ogen van alle mensen? Nee, het lijkt een ervaring van alleen staan met zijn schuld.
Het gewetensoordeel gaat gepaard met diepgaande gevoelens. Vrees, onrust. Vrees dat men de eigenlijke, diepste bestemming van zijn leven niet ontvangen zal. Maar vooral ook is het geweten bron van een zeer diepe vreugde. De vreugde van in orde te zijn met zijn bestemming, een volkomen, uiterste bestemming.
B Opdracht tot persoonlijke gewetensvorming (p.442-443)
Verschillende oorzaken zijn er die juist in onze tijd een grotere nadruk op het persoonlijk gewetensoordeel doen leggen. Het gevoel voor het onherhaalbare van mensen en toestanden is groeiende. Tegelijk leven wij in een speciale overgangstijd waarin het waardenbesef zich bijzonder vernieuwt.
De kwestie wordt des te dringender als een verouderd waardenbesef-ook een vermagerd waardenbesef is, of als voorschriften die een verouderd besef weerspiegelen, te zeer in details getreden zijn. In zulke gevallen is het plicht om heel bijzonder bij het eigen gelovig aanvoelen, het eigen zintuig voor het goede, te rade te gaan. (Wel zal ook dit niet iets eenzaams zijn. In de gemeente Gods, ja, in het geheel der mensheid, vraagt men raad, bespreekt men, en bemerkt men hoe een nieuw besef in de gewetens groeit.)
Zo staan wij in onze dagen voor een heel eigen opdracht. Enerzijds blijft de leiding der gemeenschap een beroep doen op eerlijke nederigheid en gehoorzaamheid, houdingen zonder welke de christelijke inspiratie en vrede niet bestaan kunnen: «Meent niet, zegt Christus, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten op te heffen» (Mt. 5, 17). Anderzijds is er de opgave om, waar nodig - als vriend van God, met een rustig en moedig geweten, in overleg met mensen van goede geest - de ernst van de persoonlijke beslissing niet uit de weg te gaan. Jezus geeft deze houding aan als Hij zegt: «Hebt gij niet gelezen, wat David deed toen hij met zijn gevolg honger had? Hoe hij het huis van God binnenging en de toonbroden opat, die hij, noch zij die met hem waren, mochten eten, maar de priesters alleen»? (Mt. 12, 3-4).
En dan is er het feit dat juist Jezus de geboden niet zien laat als losse voorschriften zonder verband, gedicteerd door een willekeurig bevel van God. Nee, in de geboden toont 157 Hij een kern, een bron, van waaruit iedere waarde haar betekenis krijgt. Hij doet dit als Hij zegt: «Aan deze twee geboden hangt heel de wet en de profeten».
Welke twee?
«Gij zult de Heer uw God. beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel én geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als u zelf» (Mt. 22, 37- 40). De bron en het doel van de wet is de liefde. Daarin worden de tien geboden - de eerste drie en de zeven andere - samengevat. Daarin krijgen zij hun diepste zin. Liefde tot God, liefde tot de mensen.
Vergelijkingen met het geweten (Gerrid Setzer, internet)
Met enkele vergelijkingen zou ik verschillende toestanden over het geweten willlen verdiepen en aanschouwelijker willen maken.
- Het geweten is als een kerkklok. Men hoort het niet in de drukte en slaat er weinig acht op. Maar als alles rustig is, ziet de zaak er helemaal anders uit. We moeten niet zoveel “lawaai” in ons leven dulden, zodat we de stem van het geweten beter horen kunnen.
- Het geweten functioneert als een venster en niet als een gloeilamp: Het laat licht in de ziel binnen, maar produceert geen eigen. De vensters van onze zielen moeten regelmatig gereinigd worden, opdat het licht van het Woord van God binnenstralen kan.
- Een geweten is als een rechter. Een rechter fundeert zich op bestaande wetten en wijst geen nieuwe af. Zo handelt het geweten op grond van voorhanden zijnde richtlijnen en definieert geen eigen. Het geweten kan dan alleen juist oordelen, als het de richtlijnen en voorschriften van het Woord van God “kent” en toepast.
- Het geweten is als een armbandhorloge. Zij moet altijd weer in overeenstemming met een betrouwbare maatstaf – bijvoorbeeld een zeer nauwkeurige atoomuurwerk – gelijkgesteld worden. De maatstaf voor het geweten is het Woord van God, dat wij dagelijks lezen moeten.
- Het geweten is als een waakhond, als de zonde voor de deur legert. Slaat de hond aan, zal zijn bezitter daarop reageren. Op dezelfde wijze luisteren wij naar het geweten, om geen onaangename verrassingen te beleven. De hond moet echter goed opgevoed worden: Hij mag niet luid blaffen, als een vlinder voorbij vliegt, en hij mag niet gemoedelijk blijven liggen, als iemand brutaal over de schutting klimt. Evenzo willen we ons geweten opvoeden, zich bij werkelijk gevaar te melden.
- Het geweten is als een jachthond, als er zonde gedaan werd. Een jachthond volgt met grote vasthoudendheid zijn prooi; en zo “jaagt” ons het geweten, als wij gezondigd hebben. Het is goed als wij onze schuld direct belijden en de aangelegenheid snel in orde brengen! Hebben we dat gedaan, heeft het geweten ook geen recht meer, ons deze zaken verder voor te houden.
- Het geweten is als een weegschaal, die geijkt moet worden. Ons geweten moet daarbij niet op een veeweegschaal lijken, die kleinere gewichten helemaal niet aanwijst, maar een briefweegschaal, die direct reageert. We hebben een fijngevoelig geweten nodig.
Hoe wij met ons geweten omgaan, is beslissend voor ons leven als christen. We moeten ernaar streven, onze weg met een goed geweten te gaan. En we willen ons geweten aan de hand van het Woord van God dagelijks ‘scherpen’, opdat het goed functioneert.
Guido Debonnet
Deze teksten kan u ook lezen en openen in pdf A4 en pdf A5
- bijlage 1 (pdf A4 en pdf A5)
- bijlage 2 (pdf A4 en pdf A5)
- bijlage 3 (pdf A4 en pdf A5)