1 Samenvatting van de tekst
Grootouders zijn vaak bezorgd om allerlei verslavingen bij hun (klein) kinderen. Hier gaat het om alcoholverslaving bij ouderen. Dat blijkt een groeiend probleem te zijn (bij 5 à 16 % eerder zelfs problematisch.) De toename aan vrije tijd en genieten zit daar voor iets tussen: een aperitiefje is graag meegenomen; 25 % van de ouderen drinkt dagelijks alcohol.
De negatieve effecten van alcohol zijn legio op nagenoeg alle lichaamsdelen, vooral voor de hersenen: problemen met geheugen, bewegingen, evenwicht. Dit met gevolgen voor de persoon in kwestie, maar ook voor zijn/haar meest nabije mensen.
Alcohol bij ouderen geeft - bij het innemen van eenzelfde dosis alcohol als bij jongeren - een hogere concentratie in het bloed.
Van een verslavingsprobleem spreken we als een ‘gematigd drinken’ stilaan evolueert naar een (chronisch) ‘problematisch’ gebruik. Wat je mag drinken (zowel mannen of vrouwen) is bijgesteld tot 10 eenheden per week (met minstens 2 alcoholvrije dagen). Om het al dan niet problematisch zijn van alcoholgebruik te meten bestaat er (in de psychiatrie) een ‘instrument’ dat aangeeft ‘dat er een stoornis is in het gebruik van middelen’ als je op 2 van de 11 criteria gaat scoren in een periode van 12 maanden. De tekst geeft enkele van die criteria aan. Deze zijn niet altijd zomaar toepasselijk op ouderen, maar ze geven toch duidelijke en richting aan. Verslavingsproblemen bij senioren worden in medische kringen vaak onvoldoende erkend, maar ook de betrokken zelf of hun familie ontkent of minimaliseert ze. Veel wordt geduld bij ouderen. Test jezelf met de vier vragen in de tekst. Worden er 2 van de 4 positief beantwoord, dan is er een probleem.
Hoe kijken we naar verslaving?
Velen hanteren een moraliserend model: de gebruiker zou uit vrije wil drinken, het is hun keuze: alles is hun eigen schuld.
Een farmacologisch model ziet het middel zelf (alcohol, drugs, medicatie) als verslavend: dus geen verantwoordelijk-heid voor de gebruiker.
Bij het symptomatisch model bekijkt men de verslaving niet op zichzelf. Er ligt veel nadruk op problematische relaties, een groot verdriet, gebrek aan levenszin, niet meetellen in de samenleving… Eerder is verslaving een samenspel van factoren: de persoon zelf, het middel (alcohol) en de omgeving.
Het biospychosociaal model heeft daar oog voor; maar de biologische factor erin toont via onderzoek aan dat het vrijkomen van dopamine (met zijn kickeffect) bij verslaafden hoog is. Er zou in de hersenen ook iets mis zijn met het ‘stopsysteem’ waardoor gebruikers blijven drinken, ook al weten ze hoe schadelijk het voor hen is.
De gebruiker is als de ruiter die zijn paard (het verslavingsprobleem) maar niet onder controle krijgt.
Dit te weten is belangrijk voor families om gepast om te gaan met het verslavingsgedrag.
Wie loopt er risico en waarom?
Gaat het om een ‘overlevende’ die al lang met alcoholverslaving te maken heeft? Of eerder om iemand die op hogere leeftijd begint te drinken (de reactieve drinker)? Vooral de vele verlieservaringen bij ouderen (afsterven; pensionering; naderende dood; conflicten in de familie; vereenzaming…) kunnen aanleiding zijn – zeker als men vroeger in stresserende omstandigheden het ‘gelukzalige’ van alcohol al proefde – tot probleem leiden. Wie weinig zin nog proeft in het leven, troost zich met alcohol?
Is er een uitweg?
Alcoholverslaving op latere leeftijd hoeft geen doodlopende weg te zijn. Zich ervan bewust worden en erkennen dat het je alleen niet lukt ervan af te geraken is een eerste, moeilijke stap. Een warme en begrijpende omving is een belangrijke steun, naast professionele hulp (al dan niet met opname in de ouderen-psychatrie). Daar wordt niet alleen rond de afhankelijkheid gewerkt, maar ook is er aandacht voor specifieke levensfaseproblemen en stressfactoren.
De groepsgerichte aanpak werkt helend.
Vaak zal ook de familie erbij betrokken worden en wordt er verwezen naar een A.A.-groep of naar Al-Anon (voor uitleg, zie onder nr. 5). Hoop en vertrouwen schenken, wars van alle vooroordelen, is de belangrijkste steun. Alcoholverslaafden kunnen wel degelijk geholpen worden. Een zorgzame samenleving veroordeelt niemand, maar zoekt ‘verbinding’.
Guido Debonnet
Zie ook notities A4 (pdf) en notities A5 (pdf)