Januarithema: De kracht van tederheid | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Adem-Tocht Vlaanderen

Adem-Tocht Vlaanderen

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Welkom Wie zijn we? Contactgegevens Adem-Tocht Hoe werken we? Gespreksthema's en bijkomende overwegingen Werking Vlaanderenbreed Regionale werking per bisdom Tijdschrift Adem-Tocht Kalender diocesane activiteiten De naam Adem-Tocht Het logo van de beweging Ontstaan en groei van de beweging Andere publicaties van AT Interessante lectuur rond thema's die ons na aan het hart liggen We gedenken
Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail
.
Welkom Wie zijn we? Contactgegevens Adem-Tocht Hoe werken we? Gespreksthema's en bijkomende overwegingen Werking Vlaanderenbreed Regionale werking per bisdom Tijdschrift Adem-Tocht Kalender diocesane activiteiten De naam Adem-Tocht Het logo van de beweging Ontstaan en groei van de beweging Andere publicaties van AT Interessante lectuur rond thema's die ons na aan het hart liggen We gedenken

Januarithema: De kracht van tederheid

Laatste aanpassing op zondag 22 december 2024 - 16:35
Afdrukken
Bijlage januarithema 2025 - Laat ons teder zijn… Ria Grommens. Samenvatting & bespreking door Guido Debonnet.

1 SAMENVATTEND OVERZICHT VAN HET ARTIKEL

Tom Lemaires boodschap ‘Laten we zacht zijn voor elkaar, het leven is een onduldbare pijn’ is meer dan ooit actueel in een verharde wereld: oorlogen; optreden tegen migranten; pesten; omgang in taal en media. De nood aan een ommekeer is duidelijk: Hamas moet vernietigd; haat tegen vrijgekomen gevangenen; beschadigingsacties tegen de kerk; assertiviteit die verward wordt met agressie;… Kwetsbare mensen worden als stoorzenders beoordeeld en benaderd. 
Tederheid kan een antwoord zijn op die algemene verruwing. Ze is de lichamelijke uitdrukking van liefde en zorgzaamheid voor wie of wat jou heel kostbaar is. Ze kan zich in veel vormen uitdrukken. Kijk naar ouders met een baby, jongeren met een lievelingsdier, een verpleegkundige met een zieke, attenties bij verkeersmoeilijkheden, vrijwilligers in een asielcentrum, omgang met planten of kostbare voorwerpen.

Tederheid is een zachte kracht die groei en verbondenheid bevordert als wij er aandacht voor hebben en ervoor open staan.

 

De specifieke relatie tussen grootouders en kleinkinderen schept een unieke verbondenheid en bewerkt wederzijds een intens geluksgevoel. De auteur herinnert zich haar grootouders arm aan arm elkaar ondersteunend, ontroerend. Bij huwelijksjubilea komt er wel een moment dat de diepe vreugde om elkaar in een teder gebaar of woord voor iedereen ervaarbaar is. Tederheid lijkt de sleutel tot gelukkig ouder worden met elkaar. De akkefietjes van vroeger, de moeilijkheden die je samen overwon, worden met mildheid herinnerd. Je deelt samen de kleine taken, ontmoetingen, ontspannings-momenten van het meer beperkte leven, ook al is de kwetsbaarheid toegenomen. Lukt dit niet, dan is het samenleven kil en moeizaam, soms een ‘kleine oorlog’. De tederheid blijft even belangrijk als een van de partners door dementie of pijn wordt getroffen. Het kan even duren voor de andere het door heeft, maar de leven gevende en verbindende kracht van tedere zorg kan wonderen doen. Ontroerend soms hoe zij met elkaar omgaan. Kom je alleen te staan dan volgt vaak vereenzaming, spijt alle beste zorgen van kinderen en kleinkinderen. Thuis zijn in een leeg huis werpt je op jezelf terug. Ouderen zoeken daar zelf hun weg in hoe zij ermee omgaan: hoe de overledene aanwezig blijft in herinneringen. Anderen zoeken een nieuwe partner en willen naast seksuele verlangens ook hun eenzaamheid draaglijk houden. Ook in die relatie speelt tederheid een belangrijke rol en vaak ook de herinnering aan het vroeger leven met de overleden partner.

De God van tederheid die ons draagt in onze eigen beperktheid en kwetsbaarheid is een grote hulp.

 

Het beeld van de almachtig rechtvaardige, maar ook straffende God uit de jeugdjaren kan een beletsel zijn om te mogen leven met een ‘zachte God’ zoals wij die in Jezus maar al te duidelijk hebben ontmoet. De rechem (barmhartig meelevende) en de chesed (de onvoorwaardelijke welwillende, genadige) van God zijn ook in het eerste testament belangrijk. Bij die tedere God mogen wij ons geborgen weten om op onze beurt uit te groeien tot mensen die de medemens, de natuur, de kosmos en de hele schepping teder mogen omarmen. Tot in hoge ouderdom.

2  METHODISCHE SUGGESTIES
* De tekst is zeker heel goed inleefbaar voor de deelnemers aan het gesprek. Je kan eventueel het gedicht onder nr. 3 met een woordje uitleg op een passend moment inbrengen. 
Voor de rest: laat de vragen ter overweging rustig aan bod komen en luister met het hart naar elkaar.
* Twee mooie ervaringen met jonge mensen die ik meemaakte kunnen eventueel een goede toegang bieden tot de vraag om eigen tederheidservaringen in te leiden.
- Met een groepje kinderen uit het vijfde leerjaar was er een bezinnings-voormiddag over Elia in De Bron, Harelbeke die eindigde op een gebedsviering. Vragend naar ervaringen van Elia die in de put zat in de woestijn vertelt een meisje in tranen dat haar vader een paar weken daarvoor aan ziekte gestorven was. Het was muisstil in de gebedszolder. Een jongen die naast haar zat legde zonder iets te zeggen spontaan zijn arm over haar schouder. 
- Onlangs was er de begrafenis van een opa die twee kleinkinderen heeft. De oudste daarvan, 15 jaar, was de hele dienst heel stil en een beetje afwezig aanwezig. Bij de vredeswens, op uitnodiging van de celebrant, om elkaar ook een vredesgroet te brengen, bleef hij zitten. Tot hij dan – als de anderen weer op hun plaats waren – opstond, naar zijn oma toeging en haar en knuffel gaf. Terug op zijn plaats zat hij met zijn handen om zijn hoofd gebogen, steunend op zijn knieën. Als om zijn verdriet en tranen te verbergen. Zijn ma naast hem legde haar arm over zijn schouder. Zijn 2 jaar jongere broer die aan de andere kant van hem zat, deed dat spontaan ook en haalde toen een pakje papieren zakdoekjes uit zijn broekzak en gaf er eentje van, zonder woorden, aan zijn broer. Ontroerend hoe ze elkaar begrepen. 

3 HENRIETTE ROLAND HOLST: DE ZACHTE KRACHTEN ZULLEN ZEKER WINNEN (internet; bespreking door Kees Diekstra)
De zachte krachten zullen zeker winnen
in 't eind - dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zo 't zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.

De machten die de liefde nog omkluistren
zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen,
dan kan de grote zaligheid beginnen
die w'als onze harten aandachtig luistren

in alle tederheden ruisen horen
als in kleine schelpen de grote zee.
Liefde is de zin van 't leven der planeten,
en mense' en diere'. Er is niets wat kan storen
't stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten:
naar volmaakte Liefde stijgt alles mee.

Uit: Verzonken grenzen (1918)

Assonantie: rijm van woorden of regels door gelijkheid van klanken, maar niet de daaropvolgende medeklinkers. BV. vergeten en vergeven; lief en diep.
Een alliteratie is vorm van rijm waarbij er gebruik wordt gemaakt van dezelfde beginletter. Je kunt spreken van een alliteratie wanneer de eerste letters in verschillende, beklemtoonde lettergrepen hetzelfde zijn, zoals in ‘kant en klaar’ en ‘bezige bij’. Een alliteratie wordt ook wel beginrijn, stafrijm of letterrijm genoemd. ‘Staf’ betekent namelijk ‘letter’. Een bekend voorbeeld van een alliteratie is:
Líesje léerde Lótje lópen lángs de lánge Líndelaan
(de beklemtoonde lettergrepen hebben we duidelijk gemaakt met de accenttekens)
Enjambement is het doorlopen van een zin over twee of meer versregels.

Vooraf
Ik wil dit gedicht niet op zijn vorm bespreken, hoewel de eerste regel meteen al raak is met zijn assonantie* van de zachte krachten. Het is een versregel die je, eenmaal gelezen, niet meer vergeet. Maar wat het vervolg betreft zal er veel op metrum en ritme aan te merken zijn. De versregels gaan soms stroef en veel lettergrepen moeten worden ingeslikt.
Wat mij vooral boeit is de inhoud. Er spreekt een groot idealisme uit om dit gedicht tegen de feiten in te schrijven. Het is 1918. De eerste wereldoorlog is nauwelijks voorbij. Van zachte krachten was geen sprake en zou er ook in het vervolg niet zijn. Het is alsof ze het heeft over een andere wereld, want goed beschouwd past dit gedicht ook in onze tijd niet. Je zou over die goedgelovigheid cynisch kunnen zijn. Niettemin klinkt er uit dit gedicht een zekerheid die intrigeert en uitnodigt om het toch nauwkeurig te lezen.
Elders stelde ik al vast dat poëzie vaak uit pijn en onmacht geboren wordt, uit de nood te constateren dat onrecht en geweld niet te stoppen zijn. De enige uitweg is dan de verbeelding, in dit geval de poëzie.

Analyse

De zachte krachten zullen zeker winnen
In ’t eind-

Dit gedicht is een van die gedichten die het moet hebben van de eerste versregel, die vervolgens een eigen bestaan gaat leiden. Ik noemde al de kracht van deze regel door zijn assonantie en verderop de alliteratie* van zullen zeker.
Maar in feite loopt de zin via een enjambement* door naar in ’t eind, wat enige beperking geeft aan de eerste regel. Het verschuift de overwinning naar een verre toekomst en overstijgt daarmee alle huidige bewijzen van het tegendeel.
Het gaat hier duidelijk om een strijd van krachten. De zachte krachten tegenover de krachten van geweld en onderdrukking. De overwinning zal blijkens dit gedicht echter plaats vinden op een ander niveau. Het zal bij definitie een geweldloze strijd zijn.

De zachte krachten zullen zeker winnen
in 't eind - dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zo 't zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.

Waarop is die zekerheid uit de eerste regel gebaseerd? Het is niet puur een wishful thinking, een projectie die nergens op gegrond is. Het is gebaseerd op een innerlijke ervaring, een stem die is als een innig fluisteren. Die stem blijkt de blijvende inspiratiebron en motivatie te zijn van de dichteres, die niet zonder dat zou kunnen leven.

De machten die de liefde nog omkluistren
zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen,

De zachte krachten, die zeker zullen winnen blijken hier de krachten van de liefde te zijn. Er zijn machten die de liefde nog omkluisteren, dat is geboeid houden, maar zij is reeds bezig zich van die boeien te ontdoen.
De stemmen die de dichteres dat influisteren hebben iets visionairs. Ze geven op basis van haar intuïtie een noodzakelijke ontwikkeling aan ten goede. Liefde zal zeker overwinnen.

dan kan de grote zaligheid beginnen
die w'als onze harten aandachtig luistren

in alle tederheden ruisen horen
als in kleine schelpen de grote zee.

Aan het einde van deze strijd is er het visioen van een grote zaligheid. Dat moet zoiets zijn als de verbroedering van de mensheid, een bevrijding van alle onderlinge strijd en tegenstellingen.
Niet alleen de dichteres kan deze overwinning zeker weten en ervaren, ook iedereen kan dat. Maar hij zal, zoals zij, aandacht moeten schenken aan de zachte taal van de liefde en de tederheid.
Zo interpreteer ik tenminste het ruisen van tederheden. Dat komt overeen met het innig fluisteren uit de eerste strofe. Het fluisteren en het ruisen van de liefde accentueren dat zij zich als zacht en zwak manifesteert, maar in wezen een ontzagwekkende kracht vertegenwoordigt. Dat lees ik in de beeldspraak van het ruisen van de kleine schelp en de grote zee

Liefde is de zin van 't leven der planeten,
en mense' en diere'. Er is niets wat kan storen
't stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten:
naar volmaakte Liefde stijgt alles mee.

Dit gedicht, dat de vorm heeft van een sonnet, krijgt hier een wending bij de laatste vier regels. Het visioen van de overwinning der zachte krachten wordt gevolgd door een algemene beschouwing over de liefde. Het functioneert als een soort verklaring van het voorafgaande.
De zekerheid van de eerste versregel wordt hier toegelicht door de vaststelling dat liefde de centrale zin is van al wat in de kosmos leeft. Dientengevolge zoekt alles haar en kan niets dat belemmeren.
Hier wordt het beeld van het stijgen gebruikt, waarbij alles wat laag is uiteindelijk, door liefde gedreven, zijn neerwaartse kracht zal verliezen en omhoog stijgen.

Conclusie
Ik stelde dat poëzie vaak uit nood wordt geboren. De ervaring bijvoorbeeld van machteloosheid tegenover onrecht en onderdrukking. Poëzie kan dan een uitweg vormen. In de verbeelding wordt een wereld geschapen die aan die uitzichtloze situatie ontstijgt. Die wereld is geen verzinsel, maar reëel op grond van een innerlijk weten. In dit geval is dat de overtuiging dat uiteindelijk de liefde de overhand zal krijgen. De strijd tegen onrecht en onderdrukking wordt op een ander niveau gevoerd. De dichteres noemt dat de strijd van de zachte krachten.
Je kunt zeggen dat ook haar gedicht een zachte kracht is, maar tegelijkertijd een machtig wapen, als je moet constateren hoe haar poëzie, al is het maar met die ene versregel, mensen kan mobiliseren.

4 SUGGESTIES VOOR EEN GEBEDSMOMENT
Ik kies voor een wat ongewone vorm van bezinning. Je zult het merken. Voor de langere tekst: spreek vooraf af wie welk deel van die tekst heel rustig zal voorlezen. Je mag zeer lichte achtergrondmuziek tijdens die meditatieve bezinning laten horen. Ik haalde de tekst van internet, ingekort.

4.1 Lied Z.J. 530 Zo vriendelijk en veilig
Melodie op  https://www.youtube.com/watch?v=lrAOoI9NPuE  
Of door te klikken op onderstaande link:  
https://www.youtube.com/watch?v=M_Ki54JeGcE

Zo vriendelijk en veilig als het licht,
zoals een mantel om mij heen geslagen,
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht.
Ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen.
Dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.

Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd
waakt over mij en over al mijn gangen.
Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid
om als ik val, mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt.
Ik moet in lief en leed naar u verlangen.

Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft,
dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.
Ontsteek die vreugde die geen einde heeft,
wil al uw liefde aan uw zoon besteden.
Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft.
Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden

4.2  Meditatieve tekst over Gods tederheid en barmhartigheid in het eerste testament
Lees rustig met meerdere personen de lange meditatietekst op de boodschap van Gods tedere barmhartigheid in het eerste testament – eventueel zeer stille achtergrondsmuziek.

Onder de dialogen van God met Mozes in het boek Exodus is er een in mysterie gehulde scène waarin Mozes de Heer vraagt hem zijn gezicht te tonen. “Je kunt Mij van achteren zien”, antwoordt de Heer, “want mijn gelaat kan niemand zien” (Ex 33,23). 

Al vanaf de eerste bladzijden van Genesis kunnen we Gods barmhartigheid bespeuren. Na hun zonde verbergen Adam en Eva zich tussen de bomen van de tuin, omdat zij merken dat ze naakt zijn en God niet meer onder ogen durven komen. God vraagt onmiddellijk: ‘Adam, waar ben je?’ Hij zoekt hem”. De Heer maakt zelfs kleren van huiden voor de mens en zijn vrouw als een teken dat, ondanks hun zonde, zijn liefde voor hen niet is opgehouden.
In het boek Exodus treedt de Heer vastberaden op om de onderdrukte Israëlieten te bevrijden. Tot Mozes spreekt Hij  bij het brandende braambos “Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien, de jammerklachten om zijn onderdrukkers gehoord; ja, Ik ken zijn lijden. 

Psalm 86 herhaalt bijna woordelijk die woorden uit Exodus: “Deus miserator et misericors, patiens et multae misericordiae et veritatis” (v.15). In zijn vertaling van de Bijbel in het Latijn koos Hiëronymus ervoor om drie Hebreeuwse begrippen te vertalen met drie bijna synonieme termen, afgeleid van het woord ‘barmhartigheid’.
Het bijvoeglijk naamwoord miserator dat afgeleid wordt van een woord dat ‘baarmoeder, moederschoot’ betekent, wordt in de Bijbel gebruikt om te spreken over de geboorte van een kind. Miserator beschrijft de gevoelens van een moeder voor het wezen dat letterlijk vlees van haar vlees is. “Zal een vrouw haar zuigeling vergeten, een liefhebbende moeder het kind van haar schoot? En zelfs als die het zouden vergeten, Ik vergeet u nooit!” (Jes 49,15). God wordt door ons vertederd als een moeder wanneer zij haar kind in haar armen neemt, met het verlangen alleen maar lief te hebben, te beschermen, te helpen, bereid om alles te geven, zelfs zichzelf. Dat is het beeld dat dit woord oproept. Een liefde dus die – in de goede zin – kan worden omschreven als ‘lichamelijk’”. Een liefde die vooral lijdt wanneer haar kinderen haar vergeten, minachten of verwaarlozen. “Mijn volk, wat heb Ik u aangedaan en waarmee ben Ik u bedroefd, antwoord Mij!?” (Mi 6,3). Maar deze liefde is tegelijkertijd ook altijd bereid hen te vergeven en voorbij te gaan aan die kilheid, omdat “Hij zijn toorn niet altijd laat duren, maar zijn vreugde vindt in goedheid” (Mi 7,18). Het is een liefde die ons leert voor de anderen te zorgen, mee te lijden met hun lijden en ons te verheugen in hun vreugde; werkelijk dicht bij de mensen om ons heen te zijn, met ons gebed, onze betrokkenheid, door zieken te bezoeken …, kortom door onze tijd te geven.

God wordt ook beschreven als misericors. Dit bijvoeglijk naamwoord, dat zou kunnen worden vertaald als ‘barmhartig’, is afgeleid van een woord, dat ‘genade, gunst’ betekent: iets dat wordt geschonken uit pure welwillendheid, die verder gaat dan strikte rechtvaardigheid. Het drukt de houding van God uit zoals die weerspiegeld wordt in een van de geboden van het Verbondswetboek: “Als gij iemands mantel in onderpand neemt, dan moet ge die voor zonsondergang aan hem teruggeven. Hij heeft niets anders om zich mee toe te dekken, het is de beschutting van zijn blote lichaam, hij moet erin slapen. Roept hij tot Mij om hulp, dan zal Ik hem verhoren, want Ik ben vol medelijden” (Ex 22,25-26). Het gaat om een gebod dat ingegeven is door medelijden met de armen, die niet hebben kunnen betalen wat ze rechtens moesten: God verdraagt het niet ze te zien lijden en in dit medelijden – dat God de zijnen weet in te boezemen – ligt de ware rechtvaardigheid: “Barmhartigheid wens Ik, geen offergaven, en erkenning van God, meer dan brandoffers” (Hos 6,6). Wie God werkelijk kent, weet de broeder die lijdt te herkennen. Hoeveel mogelijkheden om de anderen te dienen zullen wij ontdekken als wij de Heer om deze medelijdende blik vragen! 

Deze psalm 86 zegt ook dat de Heer een God van grote barmhartigheid is, multae misericordiae. Dit woord verwijst vooral naar de goedheid die eigen is aan de betrekkingen tussen ouders en hun kinderen, tussen kinderen en hun ouders, of van echtgenoten onderling. Daarom roept Jakob, die oud is en op het punt staat te sterven, zijn zoon Jozef bij zich en vraagt hem: “zweer met je hand onder mijn heup dat je mij deze blijk van trouwe liefde zult schenken: begraaf mij niet in Egypte” (Gen 47,29). Dat wil zeggen, hij vraagt hem zich te gedragen zoals het een goede zoon betaamt en de laatste wens van zijn vader te vervullen. Zeggen dat God overvloeit van barmhartigheid, is hetzelfde als zeggen dat God ons altijd als kinderen beschouwt: Hij trekt zijn gaven en zijn roeping nooit terug. Van deze barmhartige God wordt ook gezegd dat Hij traag is in toorn, letterlijk ‘met een lange adem’, dat wil zeggen, met de ruime adem van het geduld en van het vermogen om te verdragen. God weet hoe Hij moet wachten, zijn tijden zijn niet de ongeduldige tijden van de mensen; Hij is als een wijze boer die weet te wachten, Hij gunt het goede zaad de tijd om te groeien, ondanks het onkruid (vgl. Mt 13,24-30). 

Tenslotte wordt er gezegd dat de barmhartigheid van de Heer samengaat met een overvloed van waarheid: et veritatis. Inderdaad is de barmhartigheid geen komedie die beledigingen en wonden verbloemt alsof ze niet bestonden: de wonden worden niet verbonden “zonder ze eerst te genezen en te verzorgen”, omdat ze anders geïnfecteerd zouden raken. De Heer “is arts; als wij zijn genade tot de bodem van onze ziel laten doordringen, geneest Hij ons van ons egoïsme”. 

Mozes vroeg om het gelaat van God te zien. In het eerste testament hebben we dit kunnen ontwaren. 
Maar, toen de volheid van de tijd gekomen was, richtte Filippus hetzelfde verzoek tot Jezus: “Heer, toon ons de Vader” (Joh 14,8). En het antwoord van de vleesgeworden God liet niet lang op zich wachten: “Wie Mij ziet, ziet de Vader” (Joh. 14,9).

4.3 Beluister het lied (en zing mee)  ‘Ik zal er zijn’
In de protestantse Nederlandse traditie zijn er veel liederen die een diepere relatie met God op een emotioneel-tedere manier uitdrukken. Ook al zijn wij daarmee minder vertrouwd, ik koos als afsluiting van de meditatie dit lied “Ik zal er zijn”, gezongen door een mannenkoor van Katwijk aan Zee.
https://www.youtube.com/watch?v=29bdBSO6mPU

Ik zal er zijn                Tekst: Hans Maat

Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam. 
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.

Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.

 De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet:
dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan.

‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
Uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.

O Naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer:
Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn.

‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
Uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.
Uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.


 

                               Aan- en opmerkingen aan guido.debonnet@skynet.be

Bijlage 1 (pdfA4 en pdfA5)
Bijlage 2 (pdfA4 en pdfA5)

Lees meer

Hoe ondersteun je dementerenden? © Freepik
Lees meer

Ethiek van euthanasie bij vergevorderde dementie

icon-icon-evenement
Belgische jongeren - WJD Portugal 2023 © Don Bosco
readmore

Jaarrapport van de katholieke Kerk in België 2024

icon-icon-persbericht
Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook