2 Methodische aanwijzingen
* De hele encycliek bespreken is onmogelijk. De auteur gaf een summier overzicht van de diverse hoofdstukken en heeft daarna twee onderwerpen wat uitgediept. Godsdiensten staan in dienst van de broederlijkheid en niet van geweld of nationalistische doeleinden. De christelijke godsdienst aanvaardt dat God, zich ook in andere godsdiensten openbaart. Zij dragen sporen van Gods Goede Geest. De aanvullende teksten onder nr. 3 en 4 spelen daarop in.
* De vragen op het einde helpen in het uitdiepen en actualiseren van deze gedachten. Breng ze persoonlijk ter sprake.
3 Godsdienst misbruiken voor nationalistische en oorlogsdoeleinden
Momenteel hebben we een duidelijke actualisering van hoe door de sterke gebondenheid en ineenstrengeling van kerk en staat (regime)de eigenheid van de christelijke boodschap ontkend wordt. De wijze waarop de Oekraïense en de Russische patriarch de oorlog claimen en ‘vergoelijken’ is pure retoriek en nationalisme. Paus Franciscus ging er in niet mis te verstane woorden tegen in.
Oorlogstaal tussen Russische en Oekraïense orthodoxe leiders Koen Baumers in Het Nieuwblad 16 maart 2022De leider van de Orthodoxe Kerk in Oekraïne en zijn tegenhanger van de Orthodoxe Kerk in Rusland manoeuvreren zich allebei in een rol die je niet meteen van een religieuze leider verwacht. “De vijand doden is geen zonde”, zegt de Oekraïner Epiphanus I, leider van de Oekraïense Orthodoxe Kerk. “Ze hebben hun oorlog zelf verdiend”, is de boodschap van de Russische Patriarch Kirill van Moskou. “Het zijn geen uitspraken die je kan rechtvaardigen vanuit het christelijke gedachtegoed”, zeggen experts. Een nieuwe kerkbreuk dreigt.
“Wij als volk streven niet naar de dood van wie onze buren zijn. Maar nu ze onze huizen binnenvallen, beschermen we onze familie en ons vaderland. De Oekraïense soldaten zijn er om alle Oekraïners te beschermen. Jezelf verdedigen, de vijand doden: dat is geen zonde. Wie met een zwaard tot bij ons komt, zal door dat zwaard sterven.”
Zo wordt Epifanius I, de leider van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk, geciteerd op het Oekraïense persagentschap Ukrinform. Het doet denken aan de retoriek die zijn Russische tegenhanger Kirill al langer verkondigt. “We zitten in een strijd met een metafysische betekenis”, zei de Russische patriarch tijdens een zondagse preek waarin hij nazisme én homoseksualiteit bestempelde als een “gevaar” dat “uitgeroeid moet worden”.
Martelaren versus kruisvaarders
Bepaald vredelievend is dat niet. En dat voor de leiders van een godsdienst die “gij zult niet doden” in haar tien geboden heeft staan. Afgelopen zondag (13 maar) had paus Franciscus, de leider van de Rooms-Katholieke kerk, zich al in niet mis te verstane bewoordingen tegen de oorlogstaal van patriarch Kirill gekeerd. “God is alleen een God van vrede, Hij is niet de God van oorlog. Zij die geweld steunen, ontheiligen Zijn naam”, zei hij zondag. “Je hebt natuurlijk twee extreme strekkingen in het christendom: de martelaren en de kruisvaarders”, zegt hoogleraar theologie Anne Vandenhoeck (KU Leuven).
“En omdat de Orthodoxe Kerken per land zijn georganiseerd, sluipt er ook nationalisme in. Bij Epifanius kan ik nog begrijpen dat je vanuit de wanhoop na wekenlange vernielingen een uitspraak doet die niet gerechtvaardigd wordt vanuit het christelijke gedachtegoed. Hem kan je niet op die ene uitspraak vastpinnen.”
Maar bij Kirill is dat anders. “Poetin ziet hem als zijn minister van Religieuze Zaken”, zegt Vandenhoeck. “Hij gebruikt Kirill om via de kerk orde in de samenleving te houden en bepaalde morele waarden hoog te houden. Niet omdat hij die zelf belangrijk vindt, maar omdat ze passen in de mythe van het grote Russische rijk dat zich afzet tegen de pseudowaarden van de westerse wereld. Kirill slaagt er op zijn beurt in dankzij de verwevenheid met Poetin om de grondwet aan te passen, met een strengere wet op godslastering en een verbod op het homohuwelijk. Scheiding tussen kerk en staat is er niet.”
4 Een andere kijk op missionering en de waarde van de anders-gelovigen bij Charles de Foucauld en zijn volgelingen
Naar aanleiding van de heiligverklaring van Charles de Foucauld 15 mei ll. ging ik op zoek in een brochure die verscheen t.g.v. zijn zaligverklaring in 2005. Daarin wordt heel begrijpelijk geschetst hoe de volgelingen van broeder Charles, o.a. de Kleine Broeders en kleine Zusters van Jezus Charles de Foucauld navolgen in zijn ‘gewoon aanwezig zijn onder de mensen’ en daardoor een àndere visie brengen op ‘Missie’ en op de aanwezigheid van de sporen van Gods in de niet-christelijke godsdiensten. Helemaal in lijn van ‘Fratelli tutti’ waarin op het einde paus Franciscus uitdrukkelijk naar Foucauld verwijst.(Zie suggesties gebedsmoment).
(Uit ‘Op zoek naar sporen van God – deel III, CMBR, 2007, p. 36-39, passim)
Die boodschap (een concrete daad van liefde doorbreekt de grenzen tussen christenen en moslims) is ook voor ons nu van grote waarde. Het is paradoxaal dat aan het begin van de 21e eeuw de globalisering aan de ene kant de contacten tussen volkeren en culturen in een ongekende stroomversnelling heeft gebracht. Maar tegelijk zijn culturen scherper tegenover elkaar komen te staan, met name de westerse en islamitische cultuur.(G.D.: Volgens Poetin ook de westerse ‘on’waarden en de heilige christelijke Russische overtuiging!) De wereld heeft juist nu ook dringend behoefte aan bruggenbouwers, mensen die over de grenzen van afkomst, religie en cultuur heen durven kijken en bereid zijn anderen open en met respect te ontmoeten. In het verlangen om de ander te kennen, steekt iets diep evangelisch: het is een uitdrukking van Gods liefde voor elke mens zoals hij of zij is,(fratelli tutti!) wat zijn of haar cultuur of religie ook moge zijn.
Dat overschrijden van grenzen is een belangrijk deel van de roeping van Charles de Foucauld. Aanvankelijk, toen hij naar Algerije ging om temidden van de moslims te leven, had hij zeker een sterke wens om de lokale bevolking te winnen voor het christelijke geloof. In de loop van de tijd veranderden zijn missionaire ideeën echter. Hij besefte steeds duidelijker dat de godsdienstige overtuiging van zijn moslimvrienden zo sterk was dat ze niet bereid waren om te veranderen van godsdienst. Maar belangrijker nog was zijn groeiend inzicht dat hun godsdienst zoveel morele en spirituele rijkdom in zich draagt, dat het hen in reële aanwezigheid van God deed leven. Hij raakte steeds meer geïnteresseerd in de Toearegs, in hun taal en cultuur. Hij liet zich door hun levenswijze inspireren en bemoedigde hen om hun eigen geloof serieus te nemen. Hij ging een relatie aan met hen, was gastvrij en toonde zich een broeder. Tegelijk groeide hij in zijn identiteit als christen en werd steeds meer zichzelf. De vreugde van het geloof straalde hij uit. In 1909 schreef hij: “Mijn apostolaat moet het apostolaat van de goedheid zijn. Wie met me omgaat, moet bij zichzelf zeggen: ‘Als die man zo goed is, dan moet zijn godsdienst goed zijn.”
De moslims in zijn omgeving noemden hem ‘maraboet’, man van God. Juist het stevig staan in zijn eigen gelovige traditie gaf hem de innerlijke ruimte om in de ontmoeting met moslims open te zoeken naar het mysterie van God. Interesse, openheid en hartelijkheid zijn aspecten die in elke tijd iets kunnen betekenen. Mensen komen tot leven wanneer zij uit hun anonimiteit gehaald en gewaardeerd worden. In de ontmoeting ontdekt men een diepere laag die alle mensen gemeen hebben. Een kleine zuster die leeft temidden van de Tapirape-Indianen in het Braziliaanse Amazonegebied schreef het volgende: “Bij alle verschillen, zijn er ook veel overeenkomsten met alle andere plekken waar ik heb geleefd: de vrolijke kinderen die in alle continenten op dezelfde manier spelen, de tederheid en zorg van moeders voor hun kleinen, de trots van de vaders, de vragen en pijn bij ziekte en dood, de rouw, de eenzaamheid, feesten vieren, de zorg om te overleven. Ten diepste zijn alle mensen gelijk, de mensheid is één."
(…)
Het interreligieuze gesprek op institutioneel niveau verloopt vaak moeizaam, omdat het bij praten over elkaars religieuze overtuigingen blijft. Het gesprek beperkt zich tot een discussie over allerlei onderwerpen, zonder dat er echt sprake is van een dialoog. De dialoog komt pas op gang wanneer er een basis is van vertrouwen. Dat ontstaat wanneer men elkaar ontmoet als goede buren of collega’s en gezamenlijke belangen deelt, bijvoorbeeld dat men samen wil werken aan een leefbare, menselijke woonomgeving.
De dialoog is een ontmoeting waarin mensen metterdaad in geven en nemen hun eigen waarheid present stellen, respectievelijk zich open stellen voor de waarheid van de ander. Op het meest fundamentele niveau werkt men zo aan vrede en eenheid tussen mensen. Ook al lijkt het zo eenvoudig en nederig, toch is vrede zonder dit menselijke contact niet mogelijk. Maatschappijen, culturen, religies communiceren met elkaar slechts via de persoonlijke relaties van haar leden. Een gezicht en naam geven aan de soms tragische realiteit is de enige manier om niet alles en iedereen op één hoop te gooien. Wie op die manier oog heeft voor concrete mensen weigert de wereld simplistisch te verdelen tussen goeden en slechten.
5 Om jezelf verder te verdiepen in de encycliek
Op internet vind je onder Encycliek Fratelli Tutti uitgelegd | Caritas (caritasvlaanderen.be) (CTRL+ klik op deze link) diverse aspecten uit Fratelli tutti uiteengezet door negen bekende Vlamingen.
4 Suggesties voor een bezinnend gebedsmoment
Twee liederen op Youtube downloaden en vooraf op je computer plaatsen om ter vergadering te kunnen afspelen (ook als je geen internetverbinding hebt).
Wachters van de tijd (Z.J. 556). Te vinden op de cd Door de wereld gaat een Lied 2, nr. 22.
Maar je vindt dit lied ook op Youtube:
* CTRL+ klik op volgende link: https://www.youtube.com/watch?v=WlOhpfHkNBw
(opgelet: er is eerst een reclameboodschap die je best na een paar seconden overslaat)
* Chor der Leipziger Michaeliskirche mit "Freude, schöner Götterfunken" - YouTube
(CTRL + klik op bovenstaande link)
4.1 Z.J. 556 Wachters van de tijd (5 strofen)
Wachters van de tijd, licht zal in uw ogen wonen,
wilt aan alle mensen tonen van uw vrolijkheid.
Sion, zing, daar is licht!
Groet de dageraad, heden zal de Zon u vinden
die genezing voor de blinden in haar wieken draagt.
Nachten, zingt, God is licht.
Met gerechtigheid zal Hij 't huis van David stutten
en Hij zal zijn schouders bukken onder wet en tijd,
onze loot, wijn en brood.
Midden onder u heeft Hij zijn verblijf geslagen
om uw zonden weg te dragen, wacht het wonder nu
van de Zoon die hier woont.
Maak de tafel klaar want de Bruidegom komt spoedig
met zijn vreugde overvloedig, onze Heer is daar,
breekt het brood van zijn dood.
4.2 De laatste twee paragrafen uit Fratelli Tutti
Nummer 286. Bij deze beschouwingen over universele broederlijkheid voelde ik mij vooral geïnspireerd door Sint-Franciscus van Assisi, maar ook door andere niet-katholieke broeders: Martin Luther King, Desmond Tutu, Mahatma Mohandas Gandhi en vele anderen. Maar toch zou ik willen afsluiten met te verwijzen naar een ander diepgelovig iemand, die vanuit zijn intense ervaring met God, een hele weg van verandering gegaan is tot hij zich de broeder van allen voelde. De (onlangs heiligverklaarde)Charles de Foucauld.
Nummer 287. De zalige Charles richtte zijn ideaal van totale overgave aan God op een identificatie met de ‘laatsten’ de aan hun lot overgelatenen, diep in de Afrikaanse woestijn. In die context drukte hij zijn verlangen uit om zichzelf een broeder van ieder mens te voelen en vroeg hij een vriend: “Bid tot God dat ik werkelijk de broeder van alle zielen mag zijn”. Hij wilde uiteindelijk de universele broeder zijn. Maar alleen door zich met de minste te identificeren, werd hij uiteindelijk de broer van allen. Moge God die droom in ieder van ons leggen. Amen.
4.3 Charles de Foucauld, de universele broeder
(Uit Michel Lafon, 15 dagen in gebed met Charles de Foucauld, negende dag).
Lees bezinnend drie teksten uit geschriften van Charles de Foucauld (1858-1916)
* "Ik wil alle bewoners, christenen, moslims, joden en afgodendienaars mij laten aanzien als hun broer, hun universele broeder. Ze beginnen het huis "de
Fraterniteit" te noemen en dat pleziert me". (1902)
* We zijn allen kinderen van de Allerhoogste! Allen... de armste, de meest afstotelijke, een pasgeborene, een kromgebogen oude man, het minst intelligente wezen, de meest verworpene, een idioot, een gek, een zondaar, de grootste
zondaar, de meest onwetende, de laatste van de laatsten, diegene die fysiek en moreel het meest afstotend is, zijn een kind van God, een zoon van de Allerhoogste...
"Hoe kunnen we elke mens waarderen, hoe kunnen we elke mens beminnen! Ze zijn kinderen van God. God wil dat zijn kinderen elkaar beminnen zoals een vader wil dat zijn kinderen elkaar beminnen. Laten we van elke mens houden omdat hij
onze broer is en God verlangt dat we deze mens met tederheid bekijken en hem beminnen zoals hij is, omdat hij een welbemind en geliefd kind is van God! Omdat hij kostbaar is door het bloed van onze Heer, door God en door Jezus bemind, tot
en met het offer op Calvarie..." (1897).
* "Er is geloof ik, geen enkel evangeliewoord dat mij zozeer geraakt heeft en mijn leven zozeer veranderd heeft als dit: "Al wat ge aan één van deze kleinen doet, hebt gij aan mij gedaan." Als men bedenkt dat deze woorden komen van de
ongeschapen Waarheid, die gezegd heeft "dit is mijn lichaam... dit is mijn bloed", met welke kracht wordt men dan niet aangezet om Jezus te zoeken en te beminnen in de kleinen, de zondaars, de armen, terwijl men alle mogelijk materiële
middelen gebruikt om de aardse miserie te verminderen..." (1916).
4.4 Voorbeden voor de mensenwereld waarin wij leven
Uit Kees Pannekoek, Heel die wereld, pag. 105.
Na elke voorbede kan je zingend bidden:
Roep onze namen, dat wij U horen.
Dat wij U ademen. Dat wij U leven.
Laten we ons biddend richten tot Hem
die ons allen tot zusters en broeders maakt.
We bidden voor de mensenwereld,
opdat het koninkrijk van God
zich daarin mag manifesteren.
Om een wereld waarin vrouwen en mannen
mogen huilen om hun verdriet,
een wereld waarin niemand zich te groot acht
om zich te laten troosten.
Om een wereld waarin elk gezicht
een glimlach mag ontmoeten,
een wereld waarin iedereen leven wordt gegund
naar zijn eigen aard.
Om een wereld waarin zij die mank gaan
ondersteuning ondervinden,
een wereld waarin blinden zicht wordt gegeven
en sprakelozen aan het woord komen.
Om een wereld waarin de zwakken
niet onder de voet worden gelopen,
een wereld waarin het recht van de sterkste
voorgoed heeft afgedaan.
Om een wereld waarin de gerechtigheid
het wint van het geld,
een wereld waarin niet de kleine hongerigen
maar de grote dieven worden gestraft.
Om een wereld waarin krotten en wapenfabrieken
worden afgebroken,
een wereld waarin huizen worden gebouwd
voor allen die in vrede willen wonen.
Gij, die de mensen hebt geschapen
om deze wereld
- die ook uw wereld is -
met elkaar te bewonen,
verhoor onze gebeden.
Laat uw koninkrijk oplichten
op de plaats waar wij leven,
vandaag al en morgen,
en alle dagen van ons leven,
tot in uw eeuwigheid. Amen.
4.6 Alle Menschen werden Brüder. Ode an die Freude van Ludwig van Beethoven
1. Freude, schöner Götterfunken,
Tochter aus Elysium!
Wir betreten feuertrunken,
Himmlische, Dein Heiligtum.
Deine Zauber binden wieder,
was die Mode streng geteilt,
alle Menschen werden Brüder,
wo Dein sanfter Flügel weilt.
Deine Zauber binden wieder,
was die Mode streng geteilt,
alle Menschen werden Brüder,
wo Dein sanfter Flügel weilt.