C-cyclus eerste zondag van de veertigdagentijd | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Biblia

Biblia

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • BIBLIA, een gloednieuw Bijbels belevingsmuseum in Brugge Vorming en liturgie
      Godly PlayBijbel van A tot ZLectionarium voor de zon- en feestdagenPublicaties
      Biblia, tijdschrift voor Bijbel en Liturgie Over ons
      De Bijbeldienst als vormingsdienstActiviteitenkalenderElektronische nieuwsbriefBlog
Zondagen van de veertigdagentijd © Marius Matuszewski_Pixabay

C-cyclus eerste zondag van de veertigdagentijd

icon-icon-inspiratie
Gepubliceerd op zondag 23 januari 2022 - 13:17
Afdrukken
Geschreven en ingesproken zondagslezingen uit het lectionarium voor de 1ste zondag van de veertigdagentijd (C-cyclus) met commentaar

EERSTE LEZING

TWEEDE LEZING

EVANGELIE

INGESPROKEN LEZINGEN

COMMENTAAR

 

DEUTERONOMIUM 26, 4-10

Eerste lezing uit het boek Deuteronomium

In die dagen sprak Mozes tot het volk:

"De priester zal de korf met de eerste veldvruchten

van u aannemen

en hem plaatsen voor het altaar van de HEER, uw God.

Dan moet gij staande voor de HEER, uw God, zeggen:

Mijn vader was een zwervende Arameeër.

Hij is met een klein aantal mensen naar Egypte gegaan.

Maar terwijl hij daar als vreemdeling verbleef,

is hij een groot, machtig en talrijk volk geworden.

Toen de Egyptenaren ons slecht behandelden,

ons verdrukten en ons harde slavenarbeid oplegden,

hebben wij tot de HEER, de God van onze vaderen, geroepen.

En de HEER heeft ons verhoord en zich onze vernedering,

ons zwoegen en onze verdrukking aangetrokken.

Hij heeft ons uit Egypte geleid met sterke hand,

met opgeheven arm,

onder grote verschrikkingen, tekenen en wonderen.

Hij heeft ons naar deze plaats gebracht

en ons dit land geschonken,

een land van melk en honing.

Daarom breng ik nu de eerste vruchten van de grond,

die Gij, de HEER, mij hebt geschonken."

En Mozes voegde eraan toe:

"Dan moet ge die voor de HEER uw God neerleggen

en u voor Hem neerbuigen."

 

ROMEINEN 10, 8-13

Tweede lezing uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome

Broeders en zusters,

Dit zegt de Schrift: "Het woord is vlakbij,

het is in uw mond, het is in uw hart,"

het woord namelijk van het geloof dat wij verkondigen.

Want als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is,

en als uw hart gelooft

dat God Hem van de doden heeft opgewekt,

zult gij gered worden.

Het geloof van uw hart brengt de gerechtigheid

en de belijdenis van uw mond brengt het heil.

Zo zegt het de Schrift:

"Niemand die in Hem gelooft zal worden teleurgesteld."

Er bestaat geen verschil tussen Jood en heiden.

Zij hebben allen dezelfde Heer,

rijk aan gaven voor allen die Hem aanroepen.

Want al wie de naam van de Heer aanroept,

zal gered worden.

 

LUCAS 4, 1-13

Lezing uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas

In die tijd ging Jezus, vervuld van de heilige Geest,

weg van de Jordaan.

Hij werd door de Geest naar de woestijn gevoerd,

waar Hij veertig dagen verbleef

en door de duivel op de proef werd gesteld.

Gedurende die dagen at Hij niets

en toen ze voorbij waren kreeg Hij honger.

De duivel zei nu tot Hem:

"Als Gij de zoon van God zijt,

beveel dan aan die steen daar dat hij in brood verandert."

Jezus gaf hem ten antwoord:

"Er staat geschreven:

De mens leeft niet van brood alleen."

Daarop voerde de duivel Hem omhoog

en toonde Hem in een oogwenk alle koninkrijken der wereld.

En de duivel sprak tot Hem:

"Ik zal U alle macht geven over deze heerlijke gebieden

want ze zijn mij geschonken,

en ik geef ze aan wie ik wil.

Als Gij dus in aanbidding voor mij neervalt,

zal dat alles van U zijn."

Toen antwoordde Jezus hem:

"Er staat geschreven:

De Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen."

Daarna bracht de duivel Hem naar Jeruzalem,

plaatste Hem op de bovenbouw van een tempelpoort

en sprak tot Hem:

"Als Gij de zoon van God zijt,

werp U dan vanaf deze plaats naar beneden;

want er staat geschreven:

Aan zijn engelen zal Hij omtrent U het bevel geven

U te beschermen

en zij zullen U op de handen nemen

opdat Ge uw voet niet zult stoten aan een steen."

Maar Jezus gaf hem ten antwoord:

"Er is gezegd: Gij zult de Heer, uw God, niet op de proef stellen."

Toen gaf de duivel al zijn pogingen om Hem te verleiden op

en hij verwijderde zich van Hem tot de vastgestelde tijd.

 

INGESPROKEN LEZINGEN

Voor het correct weergeven van deze inhoud dien je (sociale) content cookies te aanvaarden.

 

 

COMMENTAAR BIJ DE LEZINGEN

Jean Bastiaens

Een geloofsbelijdenis in drievoud

We bevinden ons op de drempel van de veertigdagentijd. Dat is een tijd van versoberen. Dat kan op vele manieren gebeuren: versoberen in het spreken, in het consumeren, in het jagen en druk doen. We worden uitgenodigd om nu eens grondig de tijd te nemen: tijd om leeg te worden. U kent toch wel het beeld van de zenmonnik die zijn leerling een wijze les geeft door een kopje thee dat al lang vol is te blijven volschenken? Wij zijn vol van van alles, dikwijls vol van onszelf. Maar waar is er dan plaats voor het onnoembare? Waar is er ruimte voor de stem van de Onnoembare. De Kerk biedt ons in de veertigdagentijd de kans om ruimte te maken in onszelf en een beetje een innerlijke schoonmaak te houden. We doen dat met velen, en dat maakt ons sterk. De lezingen van de eerste zondag van de veertigdagentijd sporen ons aan terug te grijpen naar de essentie van ons leven.

De drie lezingen bieden ons driemaal een geloofsbelijdenis aan: geen droge formules van 'onroerende waarheden', maar levenwekkende woorden die recht naar het hart gaan. De eerste lezing komt uit de Tora, u weet wel: de reisgids voor onderweg. De tekst spreekt over wat er gebeuren moet in het lenteseizoen, wanneer het volk eenmaal goed en wel in het geschonken land woont. De eerstelingen van de oogst komen niet onszelf, maar GOD toe, want Hij is de Schepper die ons het land gegeven heeft. En bij de gave van de eerstelingen hoort een geloofsbelijdenis: 'Mijn vader was een zwervende Arameeër...'. Die Arameeër was natuurlijk Jakob die met zijn zonen naar Egypte is getogen, waar zijn nakomelingen tot slavernij vervallen zijn. Daar heeft GOD zich laten kennen als de totaal Andere: Hij is een GOD die het opneemt voor een slavenvolkje, en die dus in confrontatie gaat met de grootmacht van het superrijk Egypte. Wat is dat voor een god, vraagt de farao zich monkelend af, die het lef heeft hem zijn goedkope werkkrachten te ontfutselen? Maar zo is het geschied: GOD heeft zich de vernedering van ons - eerste persoon meervoud! - aangetrokken en Hij heeft ons uitgeleid uit het land van de afgoden, 'met sterke hand en opgeheven arm'! En het land dat wij bewonen, is ons door Hem geschonken als een land van melk en honing: en daarom komen de eerstelingen van onze arbeid altijd aan Hem toe.

De tweede lezing begint dan met een citaat uit hetzelfde boek Deuteronomium waaruit de eerste lezing genomen is: 'Het woord is vlakbij, het is in uw mond, het is in uw hart.' (Deuteronomium 30,14) Dat woord is voor Paulus de belijdenis van het geloof in Jezus als de messias van Israël, als de verhoogde Heer die door GOD zelf uit vernedering en dood is opgewekt ten leven. En deze Jezus blijkt de belofte van de universele zending van Israël te hebben verwerkelijkt: 'Er bestaat geen verschil meer tussen Jood en heiden.' De grenzen van het land hebben zich verwijd, ja zelfs Egypte wordt opgenomen in een wereldwijde redding - voor wie gelooft en de Naam aanroept.

De eerste twee lezingen vormen een opmaat naar de evangelielezing: het verblijf van Jezus in de woestijn, veertig dagen lang. Bij de doop door Johannes werd Jezus vervuld van de Geest van GOD, en daar ontving Hij zijn zending. Het is deze Geest die hem nu de woestijn indrijft, waar Jezus in versobering zal leven en waar Hij zich zal bezinnen over de ontvangen opdracht. Deze reflectie eindigt met de drievoudige beproeving waaraan de duivel - de verdeeldheidzaaier - Jezus onderwerpt. Het is erop of eronder. Indien Jezus zijn opdracht om Zoon te zijn, wil waarmaken, zal Hij deze beproevingen moeten doorstaan.

De duivel heeft heel andere ideeën over het Zoonschap van Jezus. Is Jezus werkelijk de Zoon van GOD? Dat zal Hij dan toch moeten laten zien. De duivel probeert Jezus op drie manieren tot een andere invulling van het Zoonschap te brengen. Op de eerste plaats vraagt hij dat Jezus stenen in brood verandert. Maar Jezus is geen tovenaar! Ten tweede wil hij Jezus verleiden tot de macht. Maar Jezus is geen heerser! Ten derde wil hij Jezus verlokken tot sensationele vroomheid: 'Gooi u van het hoogste punt van de heilige plaats naar beneden - het zal u niet raken!' Maar Jezus is geen held! Terwijl de duivel zich opstelt als een kenner van de Schrift - hij weet hoe hij bij de gevoelige plekken van Jezus kan binnenkomen - overwint Jezus de beproevingen dankzij diezelfde Tora. Ten overstaan van de duivel belijdt Jezus op drievoudige wijze het geloof van Israël: de mens leeft niet van brood alleen, alleen GOD zul je dienen, en deze onze GOD zul je niet op de proef stellen. Nu pas is Jezus werkelijk klaar om zijn opdracht uit te voeren. Volgen we Hem?

 

Printvriendelijke versie van de lezingen en het commentaar

← VORIGE ZONDAG NAAR OVERZICHT C-CYCLUS VOLGENDE ZONDAG →

Gepubliceerd door

Biblia

Meer

Liturgie en Catechese
Inspiratie
lectionarium
zondagslezingen
Veertigdagentijd
1ste
C-cyclus

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

A-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

B-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

C-cyclus

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2023 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook