C-cyclus negentiende zondag door het jaar | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Biblia

Biblia

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • BIBLIA, een gloednieuw Bijbels belevingsmuseum in Brugge Vorming en liturgie
      Godly PlayBijbel van A tot ZLectionarium voor de zon- en feestdagenPublicaties
      Biblia, tijdschrift voor Bijbel en Liturgie Over ons
      De Bijbeldienst als vormingsdienstActiviteitenkalenderElektronische nieuwsbriefBlog
zondag door het jaar - zomer © Carolyn V_Unsplash

C-cyclus negentiende zondag door het jaar

icon-icon-inspiratie
Gepubliceerd op zondag 23 januari 2022 - 13:18
Afdrukken
Geschreven en ingesproken lezingen uit het lectionarium voor de 19de zondag door het jaar (C-cyclus) met bijhorende commentaar

EERSTE LEZING

TWEEDE LEZING

EVANGELIE

INGESPROKEN LEZINGEN

COMMENTAAR

WIJSHEID 18, 6-9

Eerste lezing uit het boek Wijsheid


De nacht van de uittocht uit Egypte
was aan onze voorvaderen tevoren aangekondigd.
Zo konden ze vol vreugde de vervulling verwachten
van de beloften waarop ze vertrouwden.
Zo kon uw volk ook uitzien naar de redding der rechtvaardigen
en de ondergang van hun vijanden.
De straf, die Gij onze vijanden deed ondergaan
werd voor ons, uitverkorenen, een zege.
Want de kinderen der vromen
hadden in stilte het offermaal gebruikt,
en zich met een heilige belofte verplicht
dat ze gelijkelijk het goede zouden delen en de gevaren trotseren,
en daarom hadden de vromen reeds hun oude liederen aangeheven.

 

HEBREEËN 11,1-2.8-19

Uit de brief aan de Hebreeën

Broeders en zusters,
Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen,
het overtuigt ons van de werkelijkheid van onzichtbare dingen.
Om hun geloof zijn de oudsten met ere vermeld.
Door het geloof
heeft Abraham gehoor gegeven aan de roeping van God,
en ging hij op weg naar een land
dat bestemd was voor hem en zijn erfgenamen;
hij vertrok zonder te weten waarheen.
Door het geloof
heeft hij als vreemdeling vertoefd in het land dat hem beloofd was;
hij woonde er in tenten,
evenals Isaäk en Jakob, die dezelfde belofte erfden;
want hij zag uit naar de stad met de fundamenten,
waarvan God de ontwerper en de bouwer is.
Door het geloof heeft ook Sara,
ofschoon haar tijd al lang voorbij was,
de kracht tot vruchtbaarheid ontvangen,
want zij wist dat Hij die de belofte had gedaan,
zijn woord zou houden.
Daarom is dan ook aan één man,
en nog wel in zijn hoge ouderdom,
een nageslacht gegeven,
talrijk als sterren aan de hemel,
ontelbaar als de zandkorrels aan het strand van de zee.
(In geloof zijn zij allen gestorven
zonder te hebben ontvangen wat hun beloofd was.
Zij hebben het heil alleen uit de verte gezien en begroet.
Zij hebben zichzelf vreemdelingen en passanten op aarde genoemd.
Wie zo spreken, geven duidelijk te kennen
dat zij op zoek zijn naar een vaderland.
Hadden zij heimwee gehad naar het land van hun herkomst
dan hadden zij gemakkelijk kunnen terugkeren,
maar hun verlangen ging uit naar een beter vaderland,
het hemelse.
Daarom schaamt God zich niet hun God genoemd te worden,
want Hij heeft voor hun een stad gebouwd.
Door het geloof heeft Abraham,
toen hij op de proef gesteld werd
Isaak ten offer gebracht.
Hij die de beloften had ontvangen
stond op het punt zijn enige zoon te offeren,
de zoon van wie hem gezegd was:
“Alleen zij die van Isaak afstammen,
zullen gelden als uw nageslacht."
Want Abraham was ervan overtuigd
dat God zelfs de macht heeft om doden ten leven te wekken;
en uit de dood heeft hij, om zo te zeggen
zijn zoon ook teruggekregen.)

 

LUCAS 12,32-48

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
(“Weest niet bevreesd, kleine kudde;
het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te schenken.
Verkoopt uw bezittingen en geeft aalmoezen;
verschaft u beurzen die niet verslijten,
en verwerft een onuitputtelijke schat in de hemel,
waar geen dief komt en geen mot hem bederft.
Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.)
Houdt uw lendenen omgord en de lampen brandend!
Gedraagt u als mensen
die wachten op de terugkomst van hun heer
die naar de bruiloft is,
om, als hij aankomt en klopt, hem aanstonds open te doen.
Gelukkig de dienaars
die de heer bij zijn komst wakende zal vinden.
Voorwaar, Ik zeg u:
Hij zal zich omgorden
en hij zal hen aan tafel nodigen
en langs hen gaan om te bedienen.
Al komt hij ook in de tweede of de derde nachtwake,
gelukkig die dienaars die hij zo aantreft.
Begrijpt dit wel:
als de eigenaar van het huis wist
op welk uur de dief zou komen,
zou hij niet laten inbreken in zijn huis.
Weest ook gij bereid,
omdat de Mensenzoon komt
op het uur waarop gij het niet verwacht.”
(Petrus vroeg Hem nu:
“Heer, bedoelt Gij deze gelijkenis voor ons of voor iedereen?”
De Heer sprak:
“Wie zou die trouwe en verstandige beheerder wel zijn,
die de Heer over zijn dienstvolk zal aanstellen
om hun op de gestelde tijd hun rantsoen koren te geven?
Gelukkig de knecht
die de heer bij zijn aankomst daarmee bezig vindt.
Waarlijk ik zeg u:
Hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit.
Maar, zegt die knecht bij zichzelf:
Mijn heer blijft nog wel een poosje weg,
en begint hij de knechten en dienstmeisjes te slaan,
en gaat hij zich te buiten aan spijs en drank,
dan zal de heer van die knecht komen
op een dag dat hij hem niet verwacht
en op een uur dat hij niet kent;
en hij zal hem met het zwaard straffen
en hij zal hem zo het lot doen ondergaan van de ontrouwen.
De knecht die de wil van zijn heer kende,
maar geen beschikkingen trof noch handelde volgens diens wil,
zal zwaar getuchtigd worden.
Wie echter in onwetendheid
dingen heeft gedaan die tuchtiging verdienen,
zal slechts licht gestraft worden.
Van ieder aan wie veel is gegeven zal veel worden geëist;
en van hem aan wie veel is toevertrouwd
zal des te meer worden gevraagd.”

 

INGESPROKEN LEZINGEN

C-cyclus negentiende zondag door het jaar by Bijbeldienst Bisdom Brugge

 

 

COMMENTAAR BIJ DE LEZINGEN

Jean Bastiaens

Verantwoord rentmeesterschap

Iedereen heeft er de mond van vol: we beleven een economische crisis. De crisis is begonnen met het falen van de banksystemen, die op een onverantwoorde manier hadden gespeculeerd met het hun toevertrouwde geld. De oorsprong van de crisis heeft dus te maken met onverantwoordelijk beheer. De vorige paus heeft dan ook een rake analyse gemaakt toen hij zei dat de economische crisis in feite een ethische crisis is.

De crisis roept de vraag op naar de betekenis van bezit. Er is een legitiem bezit van goederen, daarover wordt in de Bijbel in duidelijke termen gesproken. Maar wanneer de vermeerdering van bezit bij de een leidt tot een verarming bij de ander, is er duidelijk iets mis. Grote profeten zoals Amos en Jesaja hebben zich in niet mis te verstane termen gekeerd tegen het aaneenrijgen van bezittingen ten koste van anderen. Mensen zijn in hun ogen niet zozeer ‘bezitters’ van de hun toevertrouwde goederen, als wel ‘rentmeesters’. Want uiteindelijk behoort heel de schepping met alles wat zij bevat – aan natuurlijke rijkdommen, aan grondstoffen enz. – toe aan de Schepper. Niemand kan zomaar een claim leggen op de rijkdommen van de aarde.

De evangelist Lucas was zeer gevoelig voor de dubbelzinnige kanten van het hebben van vele bezittingen. Bezit geeft de mens een vals gevoel van totale onafhankelijkheid, en voedt de gedachte  dat men aan niemand verantwoording verschuldigd is. Bezit maakt de mens zelfvoldaan, dikwijls ook hooghartig. Lucas benadrukt dat het omgekeerde gelukkig ook waar is: het afstand nemen van bezittingen hergeeft de mens zijn vrijheid en zuiverheid van oordeel. De waarlijk vrije mens is degene die wat hij vergaard heeft, ook weer kan vrijgeven ten bate van de gemeenschap. Wie bezit wil ‘vasthouden’, gijzelt zijn eigen vrijheid. Daarom heet het aan het begin van het evangelie: ‘Verkoop je bezittingen en geef aalmoezen, verschaf je beurzen die niet verslijten en verwerf een onuitputtelijke schat in de hemel.’ Dat laatste is geen belofte voor later: wie vandaag al onthecht kan leven ten opzichte van wat hij bezit, heeft al deel aan de onuitputtelijke schat in de hemel. Alleen wie op een werkelijk vrije manier omgaat met bezit, kan dit weten.

De evangelielezing van deze zondag legt een verband tussen bezit en de gave van de spirituele waakzaamheid. Wie leert onthecht te leven, zal ook alerter zijn voor wat zich in het leven voordoet. Wie zich niet vastklampt aan wat hij heeft, zal innerlijk vrijer zijn om te kijken naar de wereld om zich heen en in staat zijn om de tekenen van de tijd te lezen. Bij Lucas wordt die waakzaamheid in verband gebracht met het uitzien naar de komst van de verheerlijkte Heer. Eenmaal zal Jezus als Mensenzoon komen om hemel en aarde naar hun voltooiing te leiden. Elke volgeling van Jezus moet leven met deze voltooiing voor ogen. Wij leven in een wereld die niet af is en nooit af zal zijn, we zijn onderweg naar een ander vaderland – zoals dat zo treffend wordt verwoord in de tweede lezing. Wie zijn ogen gericht houdt op die nieuwe ‘stad’ die voor ons bereid wordt, zal vanzelf de aardse beslommeringen vanuit de gepaste geesteshouding tegemoet kunnen treden.

In het laatste deel van de evangelielezing vertelt Jezus over een trouwe en verstandige beheerder die door de eigenaar van het huis – die op reis gaat – over het beheer van alles wordt aangesteld. Het Griekse woord voor ‘beheerder’ is oikonomos, vrij vertaald: econoom. Wie is dus die trouwe en verstandige econoom die door de Heer wordt aangesteld als beheerder van zijn huis? Het is iemand die weet heeft van zijn opdracht en zal trachten een goed rentmeester te zijn. Zo iemand maakt dus geen misbruik van zijn macht door het werkend personeel slecht te  behandelen, niet goed uit te betalen of slechte werkomstandigheden te dulden. Een rentmeester doet alles vanuit het besef dat hij verantwoording verschuldigd is aan iemand anders. Zulke ‘economen’ heeft onze wereld inderdaad hard nodig! Dat zijn mensen die zich niet te buiten gaan aan consumentisme (‘aan spijs en drank’) en die steeds het algemeen welzijn voor ogen houden. Maar zo iets vraagt inderdaad om permanente waakzaamheid, want we glijden zo gemakkelijk af naar de drang naar meer geld, meer bezit, meer macht enzovoort. Wie weet dat hij slechts rentmeester is en geen absolute eigenaar, zal dus op een heel andere manier aan beheer doen dan degene die daar geen weet van heeft.

Uiteraard gaat de tekst ook over iedereen die binnen de kerkgemeenschap verantwoordelijkheid heeft opgenomen. Ook daar is en blijft men altijd rentmeester. Ook daar is een houding van onthechting aan de taak (die mens soms als ‘bezit’ gaat beschouwen) en een houding van waakzaamheid nodig. Totdat Hij komt!

Printvriendelijke versie van de lezingen en het commentaar

← VORIGE ZONDAG NAAR OVERZICHT C-CYCLUS VOLGENDE ZONDAG →

Gepubliceerd door

Biblia

Meer

Liturgie en Catechese
Inspiratie
zondagslezingen
lectionarium
19de zondag
tijd door het jaar
C-cyclus

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

A-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

B-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

C-cyclus

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2023 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook