De eerste maanden van dit jaar laaide het debat rond landbouw, voedselvoorziening en alle uitdagingen die deze met zich meebrengen voor het klimaat, de natuur en onze leefomgeving, weer hoog op. Op de negende verjaardag van de groene encycliek Laudato si’, waarin paus Franciscus pleit voor een globale aanpak van de socio-ecologische uitdagingen, trokken de Belgische bisschoppen de boer op. Mgr. Patrick Hoogmartens, bisschop van Hasselt, bezocht vrijdag de Alfonsinehoeve in Horpmaal, een familiebedrijf waar al vele generaties de boerenstiel met liefde wordt doorgegeven. Het doel van het bezoek? Mgr. Hoogmartens: “Ik kom hier om mijn sympathie te uiten voor wat de boeren voor ons betekenen, maar ook om naar hun zorgen te luisteren. Het is ons aller verantwoordelijkheid om het respect van ons ‘gemeenschappelijk huis’, zoals de paus het noemt, ter harte te nemen. En in dat huis moet iedereen zijn rechtmatige plaats en waardering krijgen.”
Op de Alfonsinehoeve baten Jean en Hilda Van Marsenille-Steensels, samen met zonen Bart en Thijs, een gemengd landbouwbedrijf uit. Naast melkvee en akkergewassen, zette ze ook in op hoevetoerisme en ijsverkoop. Tijdens een rondleiding door de stallen vertellen ze de bisschop over hun werk en hun zorgen om de natuur. Hilda Steensels: “De aarde is ons erg kostbaar. Landbouw en natuur worden vaak als twee uitersten tegenover elkaar geplaatst, er wordt een tweestrijd van gemaakt, terwijl wij als landbouwers weten dat je juist moet samenwerken met de natuur. Het gaat hier immers om de productie van ons voedsel, een basisbehoefte van de mens. Wanneer die tweestrijd zo wordt geframed in media of politiek, vergeten we soms wat het juist is waar de boeren voor zorgen: ons eten.”
Jean Van Marsenille: “Op dit moment zijn we erg gericht op de toekomst: enerzijds: hoe geven we het bedrijf over aan onze twee zonen, en anderzijds: hoe zorgen we voor ons milieu. Zo plantten we recent hagen aan op onze akkerlanden, meer dan 2000 plantjes. We zorgen ook zelf voor het voeder van onze koeien, en voor het stro waarop ze kunnen liggen. Landbouwer zijn is niet zomaar een beroep, het is ons hele leven. Je hebt passie en gedrevenheid nodig.”
“Ik voel dat hier een grote schat aan ervaring en kennis aanwezig is”, besluit mgr. Hoogmartens. “Een wijsheid die verloren dreigt te gaan als jonge mensen er niet meer voor zouden willen of kunnen kiezen het landbouwbedrijf van hun familie voor te zetten. Hier in dit bedrijf voel je de hartenklop van de boerenstiel in elke generatie: zij leven en werken ervoor.”