Ligging >>>
Mater behoort tot de parochie Oscar Romero
Korte Historiek Sint-Amelbergakapel
De kapel werd in de 19de eeuw gebouwd op de bidplaats die Sint-Amelberga tijdens haar verblijf te Mater rond 714 zou hebben opgericht, later door de bevolking de Sint-Amelbergakapel genoemd. Dit was lange tijd de enige kerk van Mater. Dit kerkje werd verscheidene malen verwoest door de Noormannen. Het is een eenbeukige kapel, gedeeltelijk opgetrokken in baksteen en gedeeltelijk in natuursteen. In 1915 werd de kapel weer aangekocht door de parochie en heropgebouwd in de trant van de 8ste eeuw.
Sint-Amelberga
Volgens de overlevering werd Amelberga in de vroege 8ste eeuw achternagezeten door Karel Martel, om haar te huwen. Zij vond beschutting in Mater en schiep er op miraculeuze wijze de naar haar vernoemde bronnen door met een zeef water te scheppen uit de waterput van een plaatselijke gierige boer en het vervolgens op een akker te laten wegdruppelen. De Heilige Amelberga houdt een palmtak in de hand: het teken van martelaarschap als gevolg van de verwondingen opgelopen bij de ontvoeringspoging door Karel Martel. De Sint-Amelbergakapel zou op de plaats staan waar het hutje van Amelberga stond.
Sint-Amelberga-ommegang
Hier vind je meer over de Sint-Amelberga-ommegang >>>
Korte historiek Sint-Martinuskerk
De huidige driebeukige kerk werd gebouwd van 1780 tot 1783 in neo-classicistische stijl.
Geleidelijk werd de kerk langs binnen verder uitgerust. In 1816 werd een ijzeren communiebank geplaatst. Nadat op 29 november 1836 het dak zwaar beschadigd werd door een storm, werd met giften van de parochianen het houtwerk hersteld. Het orgel zou geplaatst zijn kort na de Franse Revolutie.
E.H. Isidoor Minne, pastoor te Mater, liet in 1845 - '46 het hoofdaltaar restaureren, waarbij een marmeren tombe ingewerkt werd. Het hoofdaltaar is toegewijd aan Sint-Martinus, bisschop en belijder, en aan Sint-Amelberga, tweede patrones.
Sint-Martinus
Sint-Martinus werd geboren in Sabaria, in het door de Romeinen bezette gebied Pannonië, thans Hongarije, in 316 of 317, als zoon van een Romeins tribuun. In 331 vervoegde hij als 15-jarige het Romeins leger onder keizer Constantius en later onder keizer Julianus. Hij kwam met het Romeins legioen mee naar Gallië. Toen hij nog geloofsleerling was, zou hij aan de stadspoort van Amiens door een bedelaar om een aalmoes gevraagd zijn.
Martinus die niets bij de hand had, zou dan met zijn zwaard zijn officiersmantel middendoor gesneden hebben en de helft ervan aan de arme geschonken hebben.
's Nachts zou hij in een visionaire droom Christus zien verschijnen, bekleed met het geschonken mantelstuk. Martinus begreep dat het evangelisch woord van Jezus 'wat gij aan de minsten der Mijnen hebt gedaan, hebt gij aan Mijzelf gedaan' bewaarheid geworden was. Op 18-jarige leeftijd liet hij zich dopen en nam hij ontslag uit het leger. Hij werd monnik naar de levensregel van de Oosterse kluizenaars en trok zich, na een kort oponthoud in Milaan, als kluizenaar terug op het eiland Gallinaria nabij Genua. Omstreeks 360 keerde hij naar Poitiers terug. In Ligugé (Frankrijk) stichtte hij in 361 zijn eerste klooster in Gallië. Ondanks de tegenwerking van enkele bisschoppen werd hij in 371 ingevolge de volksgunst door de H. Hilarius tot diaken en tot priester gewijd en kort daarop tot bisschop van Tours gezalfd. In de omgeving van Tours stichtte hij in 375 het Klooster van Marmoutier, om van daaruit zijn bisdom Tours en ook de uitgestrekte heidense gebieden van Gallië te kerstenen. Hierbij benutte hij zijn gaven van wonderdoener en exorcist. Zijn missietochten brachten hem vooral in het gebied van de Midden-Loire (Chartres, Amboise, Vienne), zelfs tot Parijs en Trier. Hij stierf tijdens een zielzorgreis in Candis, 52 km van Tours, op 8 november 397, op 80-jarige leeftijd.
Sint-Martinus is één der eerste belijders die met een kerkelijke cultus gevierd werd. Vele kerken, in Frankrijk alléén al 3.667, en kloosters werden aan Sint-Martinus toegewijd.
In de kunst werden taferelen uit zijn leven naar voren gebracht, bijzonder het tafereel van de manteldeling. In de kerk van Mater bevindt zich in het koor boven het hoofdaltaar een schilderij over Sint-Martinus als duivelbezweerder.