Zomaar een dag
‘Ze was zo hard aan het wenen, mama. Het is zo rot voor Lisa.’
Ze zegt het hartsgrondig en hakt met een even grote overgave de puntpaprika in kleine stukjes.
'Ik hààt Corona’, klinkt het vervolgens.
Ik vermoed dat daar, in stilte, nog iets achteraan komt: ‘En ik hààt keukendienst’, iets wat we hebben ingevoerd sinds het begin van de lockdown met drie jongvolwassenen onder ons dak.
Maar ik kan mijn tienerdochter geen ongelijk geven. En ik vind het prachtig hoe ze meeleeft met haar vriendin.
Het moet rot zijn om zeventien te worden, en je once-in-a-lifetime feestje in het water te zien vallen. Het moet vreselijk zijn om op die heel bijzondere dag helemaal niets bijzonders te kunnen doen. Het moet droevig zijn om je op je verjaardag net zo alleen en bang te voelen als op het moment dat je, 17 jaar geleden, de wereld binnengleed.
Dat moment duurt gelukkig niet lang voor de meeste pasgeborenen. Meteen zijn er die koesterende armen en woordjes. Meteen komt liefde dichterbij.
‘Zou er echt geen andere manier zijn om nu dicht bij Lisa te zijn?’ vraag ik. ‘Iets dat de dag toch bijzonder maakt? Een supertoffe kaart of zo, met alle wensen van vrienden erop?’
Jozefiens ogen lichten op. Haar 21ste-eeuwse brein zorgt meteen voor een update en upgrade van dat idee.
‘Ik ga een filmpje maken voor haar’, zegt ze en legt haar mes neer.
‘Prima idee voor na de keukendienst’, zeg ik.
Amper een paar uur later is het er. Een wervelend filmpje met een meeslepende tune, en originele, grappige, jeugdige wensen.
Iedereen vertelt hoe graag ze Lisa zien. Iedereen zegt iets goeds over Lisa.
Mijn dochter vertelt me hoe Lisa opnieuw geweend had. Deze keer van blijdschap.
Katie