Enkele energizers
In huwelijkspastoraat werk je geregeld met groepen waarbij de mensen elkaar nog niet of niet goed kennen. In deze context is het belangrijk dat mensen zich eerst op hun gemak voelen bij elkaar. Daartoe gebruiken we ‘energizers’: opwarmertjes die ervoor zorgen dat mensen wat ‘loskomen’ en zich veilig voelen in de groep, en die maken dat de werkvormen die daarop volgen beter zullen slagen. Hier vind je enkele eenvoudige energizers. We plukten ze uit de boeken Energize en Energize 2, een uitgave van Leefsleutels vzw en pasten ze hier en daar wat aan.
Prettig je te ontmoeten
Iedereen krijgt een kaartje met een vraag. Er zijn zoveel kaartjes als er deelnemers zijn. Je kunt een aantal kaartjes uiteraard twee- of driemaal gebruiken.
Bij het startteken lopen de deelnemers met hun kaartje kriskras door elkaar terwijl zachte muziek speelt. Op het moment dat de muziek stopt, groeten ze diegene die het dichtst bij hen staat en openen ze met: “Prettig je te ontmoeten + de vraag op het kaartje”.
De andere antwoordt hierop en doet dan hetzelfde met zijn of haar kaartje.
Als de muziek terug begint, wandelt iedereen verder.
Dit wordt enkele keren herhaald.
Suggesties voor vragen op de kaartjes:
- Voor welk talent heb jij bewondering?
- Welke dag van de week vind jij de leukste?
- Wat zou je meenemen naar de maan?
- Wat is jouw favoriete plek?
- Hoe zou je het liefst op vakantie gaan?
- Als je iemand anders was, wie zou je dan willen zijn?
- Wat is jouw mooiste herinnering?
- Welk cadeautje wil je op jouw verjaardag?
- Als je een groot lot wint, waaraan zou je het uitgeven?
Carrouselgesprek
Dit is een variant op de vorige energizer.
Je zit of staat in 2 kringen: een binnenste kring en een buitenste kring. Op die manier heeft iedereen een gesprekspartner tegenover zich. Zet zachte muziek op. Stel een vraag waarover de gesprekspartners kort mogen uitwisselen. Vervolgens schuiven de mensen van de buitenste kring één plaats op naar links. Op die manier krijgt iedereen een nieuwe gesprekspartner. Stel een volgende vraag. Vervolgens schuiven de mensen van de buitenste kring weer één plaats op. En zo verder. De vragen zijn luchtig en vooral bedoeld om sfeer en vertrouwdheid in de groep te brengen.
Suggesties voor vragen:
Vertel:
- wat je lievelingsgerecht is
- een herinnering aan de plaats waar je opgegroeid bent
- welke reis je ooit nog zou willen maken
- wat je zou doen als je de lotto zou winnen
- wat je favoriete tv-programma is
- aan welke hobby je het meeste tijd besteedt
- van welk dier je het meeste houdt
- waarom je hier bent
- waarmee iemand jou een plezier kan doen
- wat voor sport je doet.
Of schotel de gesprekspartners dilemma’s voor, waarbij ze heel kort – in maximaal drie zinnen – iets mogen vertellen. Bijvoorbeeld: “Ik kies voor kat, want … (korte toelichting).”
Suggesties voor dilemma’s:
- hond of kat
- radio of tv
- handig of klungelig
- op stap of thuis
- sporten of luieren
- zomer of winter
- druk of rustig
- ochtendmens of avondmens
- prater of zwijger
- verhaal of lied.
Het namenspel
Elke deelnemer krijgt een blad, een pen en de volgende opdracht: ‘Maak een soort van scrabble met je voornaam die je verticaal schrijft. Zorg ervoor dat bij iedere letter een kenmerk van jezelf beschreven wordt (horizontaal). Dit kenmerk hoeft niet met één van de letters van je voornaam te beginnen, maar deze letter moet er wel in voorkomen. Het is niet nodig dat de letters die onder elkaar staan een echt woord vormen (behalve je voornaam).’
Iedereen stelt zijn of haar scrabble voor.
MET KINDEREN EN VOLWASSENEN |
Cirkels maken
Iedereen gaat in een kring staan. De begeleider vraagt om in deze kring een bepaalde volgorde te hanteren. Deze volgorde kan zijn:
- alfabetisch volgens de beginletter van de voornaam
- volgens leeftijd
- volgens de maand waarin men verjaart.
Elleboogstoten
Zorg voor voldoende ruimte zodat de mensen zich vrij kunnen bewegen.
Tel af tot vier en geef de volgende instructies:
- De nummers één, kruis de handen achter het hoofd, ellebogen naar buiten.
- De nummers twee, handen in de zij, ellebogen naar buiten.
- De nummers drie, linkerhand op de heup, rechterhand op de knie, ellebogen naar buiten.
- De nummers vier, armen naar voren, ellebogen omhoog.
Geef de deelnemers drie minuten tijd om in die houding rond te lopen en zoveel mogelijk anderen met de elleboog aan te stoten om zich dan voor te stellen: “Goeiedag, ik ben … !”
Kennismakingsgymnastiek
Je zit of staat in een kring. Leg uit dat je telkens een andere eigenschap en handeling zal vermelden. Alle spelers die aan de genoemde eigenschap voldoen, moeten dan de handeling uitvoeren. Op die manier leren ze elkaar al een beetje kennen en hebben ze aanknopingspunten voor een gesprek. Geef een voorbeeld: “Alle mensen die aan sport doen, trappel ter plaatse!”
Spreek luid en duidelijk en hou er het tempo in!
Al wie:
- hier al meer dan vijf jaar woont – Zwaai met je armen!
- niet graag spinazie eet – Trek een vies gezicht!
- dit jaar een vormeling of eerstecommunicant heeft – Knik even!
- zich moest haasten om hier op tijd te zijn – Zucht eens diep!
- muziek speelt – Beeld uit welk instrument!
- hier niemand kent – Zwaai eens naar de anderen!
- op een feestdag geboren is – Roep welke dag!
- liever honden ziet dan katten – Blaf!
- liever katten ziet dan honden – Miauw!
- getrouwd is of binnenkort gaat trouwen – Knip met je vingers!
- veel aan sport doet – Trappel ter plaatse!
- deze week een boek heeft gelezen – Klap tweemaal in je handen!
- graag ijsjes eet – Fluit een deuntje!
- in de lagere school zit – Doe de schoolbel na!
- vrijwilligerswerk doet – Maak een buiging!