Zomaar een dag
“Het is hier altijd hetzelfde,” roept Rune van 14 uit.
“Ik krijg altijd commentaar en mijn broer en zus krijgen altijd complimentjes. Ik krijg nooit een complimentje.”
Ik kijk Rune verbouwereerd aan. Ik weet dat wat hij zegt, niet klopt, maar als dat zijn beleving is, dan weerleg je dat niet zomaar. Mijn hersenen werken razendsnel.
“Oké, Rune, ik daag je uit!”, zeg ik.
Hij kijkt me boos en niet-begrijpend aan.
“Ik ben er zeker van dat ik elk van jullie elke dag minstens 2 complimentjes geef. De vraag is of jullie die horen of zien. Dus: op het einde van de week geven jullie mij alle drie een lijstje met 10 complimentjes die ik aan jullie persoonlijk heb gegeven. Tijdens de week mag je elkaar niet helpen. Je moet ze zélf opmerken. Wie op het einde van de week geen 10 complimentjes verzameld heeft, mag te rade gaan bij broer of zus. Misschien hebben zij wel een complimentje gehoord of gezien dat voor jou bedoeld was. Als jullie elk 10 complimentjes gevonden hebben, dan eten we frietjes om dat te vieren.”
“Ja, maar dan mag het er wel niet te dik op liggen hé”, zegt Rune. “Daar kan ik ook weer niet tegen.”
Ik beloof om het subtiel te houden. Broer Imre van 12 en zus Jade van 8 zijn helemaal mee. Doorheen de week zie ik ze een schriftje bijhouden. Rune laat niet in zijn kaarten kijken.
Op de bewuste avond leggen we samen wat we gehoord hebben. Jade en Imre overlopen hun lijstje. Dan is Rune aan de beurt.
“Jullie zijn mij weer vergeten,” zegt hij met een uitgestreken gezicht. “Jullie hebben mij geen complimentjes gegeven.”
Dan haalt Jade haar schrift boven.
“Broer Rune,” zegt ze plechtig, “ik zal jou eens vertellen wat jij allemaal niet gehoord hebt.” Ze dreunt een hele lijst op.
Rune kijkt haar ongelovig aan. “Echt?”, vraagt hij.
We knikken.
Hij zwijgt even.
“Geen frietjes dan?”
“Toch wel. Al was het dan om te vieren dat ik heel dankbaar ben dat ik met zo’n fijne kids mag samenleven. En in het vervolg: oren en ogen open!”
Sylvie