Zomaar een dag
“Die grote kaars moet aan het begin!”
“Nee, aan het einde!”
“Niet aan het einde, daar staat al een kruis!”
Zuchtend sla ik mijn kinderen gade. Ik had er niet bij stilgestaan dat zelfs het maken van een vastenkijktafel voor wedijver zou kunnen zorgen. Nu, het is misschien ook een beetje mijn eigen schuld. In de adventsperiode waren er in huis maar liefst 5 adventskransen te bewonderen: twee per kind op de slaapkamer en nog eentje in de living. Groen tot daaraan toe, maar het witte zand dat ik voor de kijktafel voorzien heb, wil ik liever niet verspreid zien in de slaapkamers. Eén kijktafel zal er dus komen, centraal in de living.
Ik besluit het materiaal te verdelen: kind 1 krijgt de stenen en de plantjes om de 40 dagen aan te duiden, kind 2 mag het kruisje sjorren en de kaarsjes plaatsen. Ik zeg hen dat de tafel hun verantwoordelijkheid is en met de woorden ‘roep me maar als jullie klaar zijn!’ verlaat ik het strijdtoneel. Soms werkt deze tactiek.
En warempel, nog geen 20 minuten later komen twee glunderende gezichtjes me halen om hun vastentafel te tonen. Ik zie woestijn, een pad met steentjes met daartussen kleine kaarsjes, palmboompjes, een behoorlijk goed gesjord kruis met daarachter… de grote kaars.
“Héél mooi”, knik ik goedkeurend, “alleen die kaars zie ik niet zo goed staan achter dat kruis?”
“En toch moet het zo, mama, eerst is er het kruis en daarna pas toch het licht van Pasen?!”
De rest van de dag blijf ik verwonderd over zoveel inzicht. Wanneer de kaars ’s avonds aangaat, zie ik hoe ze het kruis een donkere schaduw laat werpen over het pad voor haar.
Mijn kinderen zijn er intuïtief in geslaagd de kern van het paasverhaal te vatten. En ze hadden mijn hulp daar niet voor nodig.
Liesbeth