Het verhaal
Isaï was een boer in Betlehem. Hij had een grote boerderij met veel dieren. Zijn acht zonen hielpen hem bij het werk. Op een dag kwam de wijze Samuël op bezoek bij Isaï. Isaï liet lekker eten klaarmaken en stelde al zijn zonen voor aan Samuël. Eerst Eliab, de oudste, daarna de tweede, enzovoort. Elk op hun beurt.
Samuël sprak telkens heel vriendelijk met hen, maar toch bleef hij rondkijken alsof hij nog iemand zocht. 'Zijn dat al je zonen, Isaï?' vroeg hij toen er al zeven zonen aan hem waren voorgesteld.
'De jongste is er niet, meneer', zei Isaï beleefd. 'Die is bij de schapen.'
'Laat hem dan halen, want we kunnen niet eten als hij er niet is', zei Samuël beslist.
Isaï vond het maar vreemd dat Samuël per se ook zijn jongste zoon David wilde zien.
Een poosje later kwam David aanrennen. Het gezicht van Samuël klaarde op toen hij hem zag. David was een leuke jongen om te zien, met rossig haar. Hij keek eerlijk en vriendelijk uit zijn ogen. Samuël voelde meteen dat David een goede jongen was, die ook veel van God hield. Uit de plooien van zijn jas haalde hij een hoorn gevuld met olie. Die goot hij plechtig over het hoofd van David.
Wat had dat te betekenen? Het leek wel alsof David koning moest worden! Had God aan Samuël gezegd dat hij David moest zalven? Maar er was toch al een koning: Saul. Al deed die de laatste tijd niet veel meer dan vechten.
Toen Samuël weer naar huis was, ging het leven gewoon verder. David hoedde de schapen, gezalfd of niet. Maar het ging niet goed met koning Saul. Hij zat vaak urenlang somber voor zich uit te staren. Daarom zocht het paleis iemand die hem een beetje kon opvrolijken, met muziek of zo. Zo kwam David in het paleis, omdat hij heel aardig harp kon spelen. En hij was zo vrolijk, dat hij koning Saul wel aan het lachen zou kunnen brengen.
Naar 1 Samuël 16
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 63.
Denkvraag
Waaraan merk jij of iemand goed en eerlijk is?
Doe-tip
Alle zonen van Isaï worden voorgesteld aan Samuël. Laat een volwassene die jullie niet zo goed kent, de groep binnenkomen. Om de beurt stellen jullie een van je vrienden voor aan deze volwassene. Noem eerst zijn of haar naam. Zoek dan naar goede eigenschappen die hem of haar typeren.
Gebed
Lieve God,
Sommige mensen laten ons heel duidelijk zien hoe Jij bent.
Omdat ze goed en eerlijk zijn.
Omdat ze helpen waar ze kunnen.
Omdat ze zorgen voor een fijne sfeer.
Help ons om ook zulke mensen te zijn.
Amen.