De Egyptische farao wilde dat alle joodse jongetjesbaby’s gedood werden. Hij wilde dat het volk niet langer zou groeien, maar dat het zou uitsterven. Maar wat de farao ook bedacht, de joden waren hem te slim af. En God beschermde zijn volk.
Zo werd er in het joodse gezin van Amram en Jokebed een zoontje geboren. Drie maanden lang verstopte Jokebed haar zoontje, want zij wilde niet dat hij gedood zou worden.
Maar toen kon ze hem niet langer geheim houden. Ze bedacht een plan om hun kleintje te redden. Ze nam een rieten mandje en stopte alle kieren zorgvuldig dicht met teer en pek, zodat het waterdicht werd. Daarna legde ze haar zoontje in het mandje en liet het mandje dobberen op het water van de Nijl, tussen het riet, vlakbij de oever. Een eindje verder zette ze haar oudste dochter Mirjam op de uitkijk.
Toen kwam de dochter van de farao baden in de Nijl, terwijl haar dienaressen op de oever heen en weer liepen. De dochter van de farao zag het mandje tussen het riet en stuurde er één van haar dienaressen op af. Ze maakte het mandje open en zag dat er een huilende baby in lag.
‘Ach!’ riep ze uit. ‘Dat is zeker een joods jongetje! Wat een schatje!’
Toen kwam Mirjam, de zus van de baby, uit haar schuilplaats tevoorschijn. ‘Zal ik voor u een joodse vrouw zoeken die voor het kindje kan zorgen zolang het nog klein is?’
De dochter van de farao zei: ‘Ja, dat is goed.’
Mirjam haalde haar moeder Jokebed. De dochter van de farao sprak met Jokebed een regeling af: Jokebed zou voor het kind zorgen tot het vijf jaar was en ze kreeg daar geld voor. Daarna moest ze het kind naar het paleis brengen, waar het verder zou worden opgevoed.
Zo gebeurde het. Jokebed had haar zoontje gered. Hij bleef bij haar tot zijn vijfde verjaardag en toen bracht ze hem naar het paleis. De dochter van de farao nam hem aan als haar eigen zoon. ‘Ik noem hem Mozes’, zei ze. ‘Dat betekent: uit het water getrokken.’
Mozes kreeg les samen met de kinderen van de hoge ambtenaren en hij groeide op als een kleine Egyptenaar. Hij droeg mooie Egyptische kleren en speelde spelletjes met de andere jongens en had het op het paleis best naar zijn zin. Maar ergens diep in zijn hart wist hij dat hij geen echte Egyptenaar was.
Naar Exodus 2,1-10
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 35-36.
Denkvraag
Ook nu groeien veel kinderen op bij andere ouders dan waaruit ze geboren zijn. Ben of ken je zo’n kind? Wat is er dan speciaal?
Doe-tip
Maak een mandje voor baby Mozes. Hieronder zie je hoe dat kan.
Teken op een blad papier een kleine baby en knip hem uit. Leg de baby in het mandje.
Wil je Mozes nog iets meegeven? Teken het, knip het uit en leg het erbij.