Het verhaal
De mensen vonden het moeilijk om te leven zoals God van hen verwachtte. Meteen als er iets niet goed liep, gingen ze bidden tot andere goden. Elia, de profeet van God, werd er soms boos van. Zelfs koning Achab trok zich van God niets meer aan. Hij was getrouwd met Izebel, een prinses uit Sidon. En natuurlijk bleef zij haar nepgod Baäl vereren en al gauw deed Achab dat ook en met hem iedereen in het paleis. Kon je het de gewone mensen kwalijk nemen dat ze deden wat hun koning deed?
De regen bleef nu al maanden lang weg. Het was zo droog dat er altijd zand tussen je tanden knarste. Het spook van de honger dreigde. Elia trok de leren gordel rond zijn haren mantel een beetje strakker. Binnenkort zou hij naar koning Achab gaan en hem zeggen dat God het niet meer zou laten regenen, totdat Hij zelf een einde aan de droogte zou maken. Misschien zou Achab dan eindelijk beseffen wie de échte God was.
Maar koning Achab luisterde niet. En de droogte en de hongersnood vielen steeds zwaarder over het land. Allemaal goed en wel, dacht Elia, maar als het echt droog wordt, ben ik zelf ook gezien. Dan kom ik ook om van honger en dorst.
Maar dat liet God niet gebeuren. Hij zorgde voor zijn profeet. Hij gaf Elia de opdracht om zich schuil te houden in het dal van de beek Kerit, een kleine beek die in de Jordaan uitmondt. Daar vond hij water. Elke ochtend en elke avond brachten raven hem brood en vlees. Dat ging een hele tijd goed, maar op de duur droogde ook de beek Kerit op, omdat het al zo lang niet meer geregend had.
Toen sprak God tot Elia: ‘Ga naar Sarefat, daar is een weduwe die voor je zal zorgen.’ Elia vertrok naar Sarefat. De eerste die hij daar ontmoette, was een weduwe die bij de stadspoort hout sprokkelde. ‘Alsjeblief,’ zei Elia, ‘kun je mij in deze kruik een beetje water halen. Ik sterf van de dorst. En als het kan ook een stukje brood, want ik heb honger.’ De vrouw antwoordde: ‘Water wil ik wel halen, maar brood heb ik niet meer. Ik heb alleen nog een restje meel in de pot en een beetje olie in de kruik. Met het hout dat ik hier sprokkel, ga ik straks voor mij en mijn zoon voor het laatst eten klaarmaken, daarna wachten we op de dood.’ ‘Maak van je laatste meel en olie eerst een broodje voor mij’, zei Elia. ‘God zal daarna voor jullie zorgen totdat het weer regent. De pot met meel zal niet leeg raken en de olie in de kruik raakt niet op, totdat God het weer laat regenen.’
De vrouw geloofde hem en deed wat hij gevraagd had. Ze bakte voor hem een broodje van haar laatste meel en olie. En het ging zoals Elia had gezegd: elke dag hadden zij te eten. De pot met meel en de kruik met olie raakten niet leeg. Elia bleef bij hen wonen.
Een poosje later werd de zoon van de vrouw zwaar ziek. Hij raakte bewusteloos en even later ging hij dood. De vrouw riep Elia erbij: ‘Waarom laat God mijn zoon sterven terwijl ik onderdak geef aan zijn profeet?’ ‘Geef je kind aan mij’, antwoordde Elia. Hij nam de dode jongen mee naar de kamer waar hij logeerde, legde hem op zijn bed en ging driemaal languit op het kind liggen. ‘God,’ smeekte hij, ‘laat de levensgeest weer terugkeren in dit kind!’
En God luisterde naar hem. Het kind begon weer te leven. Toen bracht Elia het kind weer naar zijn moeder. ‘Kijk, je zoon leeft’, zei hij.
De vrouw begon te huilen van blijdschap en zei: ‘Nu ben ik er zeker van dat je echt een man van God bent en dat God spreekt door jouw mond.’
Naar 1 Koningen 17
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 75-76.
Denkvraag
Dit Bijbelverhaal lijkt wel een sprookje. Ken jij iets wat ook nooit op raakt, waar je altijd opnieuw van kunt krijgen? Misschien de zorg en liefde van je papa of je mama, het geduld van je juf of meester, de trouw van een vriend(in) of nog iets helemaal anders? Leert het je iets over God? Vertel erover.
Doe-tip
Maak zelf met meel en olie echte wraps.
Hier zie je hoe dat moet.
Je kunt de wraps vullen met wat je ook maar lekker vindt!
Gebed
Lieve God,
jij blijft bij ons ook als het moeilijk is.
Help ons om dan te blijven vertrouwen
dat het weer beter wordt,
dat we elkaar kunnen helpen,
dat Jij ons niet in de steek laat.
Amen.