Het verhaal
Het volk van Israël werd belegerd door een groot leger van de Midjanieten, goed geoefend en tot de tanden bewapend. Gideon was toen rechter en leider over het volk. Hij was wekenlang bezig net zo’n groot leger op de been te brengen als dat van de Midjanieten. En het was hem nog bijna gelukt ook. Maar toen hij op een dag door het legerkamp liep, kreeg hij het gevoel dat hij fout zat.
Om te bewijzen dat onze God de sterkste is, heb ik juist veel minder mannen nodig dan de Midjanieten, dacht Gideon.
Hij ging met het hele leger op dagtocht in de richting van het kamp van de Midjanieten. Pas ’s avonds kwamen ze aan bij een meer. De mannen hadden dorst, want het was erg warm. Ze stortten zich op het water. De meesten gingen op hun hurken zitten om te drinken, maar sommigen hadden zo’n dorst dat ze zich op de grond gooiden en het water, met hun hand aan de mond, als honden opslurpten.
Gideon lachte toen hij ze bezig zag en hij riep de mannen die het water als honden hadden opgeslurpt apart. ‘Met jullie alleen zal God de Midjanieten verslaan’, zei hij. Het waren driehonderd mannen.
Uit de rest van het leger liet Gideon kruiken en trompetten verzamelen. Aan elk van de driehonderd mannen gaf hij een trompet en een lege kruik met een fakkel erin. Hij legde hen uit wat hij van plan was. Ze waren meteen enthousiast. ‘Voor God en voor Gideon!’ riepen ze uit.
Toen ze bij het legerkamp van de Midjanieten kwamen, verspreidden ze zich in drie groepen langs de rand van het kamp. Op een teken van Gideon bliezen ze allemaal tegelijk op hun trompet en ze riepen: ‘Voor God en voor Gideon!’ Tegelijk sloegen ze hun kruiken stuk en staken hun brandende fakkels in de lucht. Het was een hels kabaal.
De Midjanieten raakten in paniek toen ze al dat lawaai hoorden en al die fakkels zagen. Ze dachten dat een leger van duizenden mannen hen omsingeld had. Ze renden door elkaar en liepen elkaar onder de voet. Ze wisten niet hoe snel ze konden vluchten. Ondertussen bleven de mannen van Gideon maar blazen op hun trompetten. Bij dageraad was er van het leger van de Midjanieten niemand meer over, en ze durfden voorlopig niet meer terug te komen!
Naar Rechters 7
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 52-53.
Denkvraag
Heeft God jou ooit geholpen? Hoe?
Doe-tip
Zet een grote bak met water op de grond. Er zijn geen bekers. Laat iedereen om de beurt drinken. Hoe doen ze dat? Wie gebruikte zijn handen, wie niet? Alleen de laatste groep deed het zoals de krijgers van Gideon.
Gebed
Lieve God,
Jij helpt ons als we iets moeilijks moeten doen.
Je doet het niet in onze plaats,
maar je blijft bij ons en maakt ons hart rustig.
Zo worden we sterk
en kunnen we alles aan.
Dankjewel, God!
Amen.
